RUITENWISSERS
Storingen
Bij een storing van het automatisch
wissen, schakelt de ruitenwisser over
2
op wissen met intervallen. Roep de
hulp in van een merkdealer.
De werking van de regensensor kan
worden verstoord bij:
– beschadigde ruitenwissers – door
een waterlaagje of sporen van de rui
tenwisser in de detectiezone van de
sensor kan de reactiesnelheid van het
automatisch wissen vertragen of kan
de frequentie van het wissen verho
gen;
– barsten of scheuren in de voorruit in
de buurt van de sensor, stof, vuil, in
secten of rijm op de voorruit of het ge
bruik van reinigingswas of waterafsto
tende producten; De ruitenwisser zal
minder gevoelig zijn of zelfs helemaal
niet reageren.
D. langzaam continu wissen
E. snel continu wissen
Bijzonderheid
Tijdens het rijden, gaat de wisser
langzamer werken als de auto stopt.
Van snel continu wissen naar lang
zaam continu wissen. Zodra de auto
weer gaat rijden, beginnen de wissers
weer met de oorspronkelijk ingestelde
snelheid te werken.
1 5 6 - K e n u w a u t o
Elke actie op de schakelaar 1 over
schrijft en annuleert de automatische
functie.
Voorzorgsmaatregelen
– Controleer bij vorst voordat u de rui
tenwisser inschakelt of de ruitenwis
serbladen niet zijn vastgevroren. Als u
de ruitenwisser inschakelt terwijl de
bladen zijn vastgevroren, kunt u zowel
de bladen als de motor van de ruiten
wisser beschadigen.
– Activeer de ruitenwissers niet op een
droge ruit. Dit kan leiden tot vroegtijdi
ge slijtage of beschadiging van de wis
serbladen.
Bijzondere stand van de ruitenwis
ser voor (onderhoudsstand)
In deze stand kunnen de bladen wor
den opgetild om ze van de voorruit te
verwijderen.
Dit kan nuttig zijn:
– de bladen reinigen;
– de bladen losmaken van de voorruit
bij winterweer;
– de bladen vervangen 379.
Zet, met het contact aan of draaiende
motor, de hendel 1 twee keer in de
stand A (één wisbeweging). De wis
serbladen stoppen iets boven de mo
torkap.
Om de bladen terug te zetten in de la
ge stand, zorgt u er met contact AAN
voor dat de ruitenwissers zijn neerge
klapt op de voorruit. Zet daarna de
schakelaar 1 in stand A (één wisbe
weging).
Voordat u het contact aanzet, moet u
de ruitenwissers op de voorruit zetten.
Anders kunnen de motorkap of de wis
sers beschadigd raken wanneer deze
worden ingeschakeld.