ADAPTIEVE SNELHEIDSREGELAAR
Inhaalmanoeuvre
Als u de voorligger wilt inhalen en uw
snelheid is hoger dan 70 km/u, verkort
het activeren van de richtingaanwijzers
tijdelijk de volgafstand en activeert u
de acceleratie om het inhalen te verge
makkelijken.
Stoppen en optrekken van de
auto
Als uw voorligger vertraagt, wordt de
snelheid van uw auto aangepast, in
dien nodig tot volledige stilstand (bijv.
in druk verkeer). De auto stopt op een
paar meter van de voorligger.
Als de voorligger weer optrekt:
– als de stop minder dan dertig secon
den duurt, start de auto opnieuw zon
der enige actie van de bestuurder.
Opmerking: de bestuurder moet tij
dens het rijden altijd voorbereid zijn op
plotselinge incidenten en blijft verant
woordelijk voor het besturen van het
voertuig: als het systeem een voetgan
ger rondom het voertuig detecteert,
wordt het automatisch herstarten ge
blokkeerd tot de volgende stop;
– Als de stoptijd meer dan ongeveer
dertig seconden bedraagt, moet het
voertuig om:
–
– druk het pedaal in
– druk eenmaal op knop 5 (RES)
De melding "Druk op RES of accele
reer om het kruisen opnieuw te star
ten" verschijnt op het instrumentenpa
neel om dit te bevestigen.
Als de auto langer dan ongeveer drie
minuten stilstond, wordt de automati
sche parkeerrem ingeschakeld en de
Stop and Go snelheidsregelaar uitge
schakeld.
Het controlelampje 9 dooft om te be
vestigen dat de functie is uitgescha
keld.
Onderbreken van de functie
U kunt de functie als volgt in stand-by
zetten:
– druk op de schakelaar 4 (0) ;
– druk tijdens het rijden op het rempe
daal.
De functie wordt uitgeschakeld door
het systeem als:
– u zet de versnellingshendel in stand
P, R of N ;
– u maakt de veiligheidsgordel van de
bestuurder los;
– een van de portieren of kleppen
wordt geopend;
– op de start/stop-knop van de motor
wordt gedrukt;
– de helling te steil is;
– bepaalde rijhulpmiddelen en correc
tiesystemen worden ingeschakeld (ac
tieve noodstop, ABS, ESC...).
Opmerking: Indien de ontvangst van
de aangesloten gegevens niet opti
maal is, schakelt het systeem, afhan
kelijk van het voertuig, automatisch de
functie voor herkenning van de snel
heidslimiet en/of voor herkenning van
de weginrichting in stand-by.
De twee functies worden automatisch
opnieuw geactiveerd zodra de ont
vangst van de aangesloten gegevens
weer optimaal is.
In alle gevallen wordt status stand-by
bevestigd doordat de waarschuwings
lampjes grijs worden en de melding
"Adaptieve snelheidsregelaar uitge
schakeld" verschijnt op het instrumen
tenpaneel.
Het stoppen van de Stop
and Go functie adaptieve
snelheidsregelaar of het
op stand-by zetten zal
niet zorgen voor een snelle snel
heidsafname: u moet het rempe
daal indrukken om indien nodig te
remmen.
3
R i j d e n - 2 6 9