Download Print deze pagina

Renault RAFALE 2024 Handleiding pagina 271

Advertenties

ADAPTIEVE SNELHEIDSREGELAAR
Inhaalmanoeuvre
Als u de voorligger wilt inhalen en uw
snelheid is hoger dan 70 km/u, verkort
het activeren van de richtingaanwijzers
tijdelijk de volgafstand en activeert u
de acceleratie om het inhalen te verge­
makkelijken.
Stoppen en optrekken van de
auto
Als uw voorligger vertraagt, wordt de
snelheid van uw auto aangepast, in­
dien nodig tot volledige stilstand (bijv.
in druk verkeer). De auto stopt op een
paar meter van de voorligger.
Als de voorligger weer optrekt:
– als de stop minder dan dertig secon­
den duurt, start de auto opnieuw zon­
der enige actie van de bestuurder.
Opmerking: de bestuurder moet tij­
dens het rijden altijd voorbereid zijn op
plotselinge incidenten en blijft verant­
woordelijk voor het besturen van het
voertuig: als het systeem een voetgan­
ger rondom het voertuig detecteert,
wordt het automatisch herstarten ge­
blokkeerd tot de volgende stop;
– Als de stoptijd meer dan ongeveer
dertig seconden bedraagt, moet het
voertuig om:
– druk het pedaal in
– druk eenmaal op knop 5 (RES)
De melding "Druk op RES of accele­
reer om het kruisen opnieuw te star­
ten" verschijnt op het instrumentenpa­
neel om dit te bevestigen.
Als de auto langer dan ongeveer drie
minuten stilstond, wordt de automati­
sche parkeerrem ingeschakeld en de
Stop and Go snelheidsregelaar uitge­
schakeld.
Het controlelampje 9 dooft om te be­
vestigen dat de functie is uitgescha­
keld.
Onderbreken van de functie
U kunt de functie als volgt in stand-by
zetten:
– druk op de schakelaar 4 (0) ;
– druk tijdens het rijden op het rempe­
daal.
De functie wordt uitgeschakeld door
het systeem als:
– u zet de versnellingshendel in stand
P, R of N ;
– u maakt de veiligheidsgordel van de
bestuurder los;
– een van de portieren of kleppen
wordt geopend;
– op de start/stop-knop van de motor
wordt gedrukt;
– de helling te steil is;
– bepaalde rijhulpmiddelen en correc­
tiesystemen worden ingeschakeld (ac­
tieve noodstop, ABS, ESC...).
Opmerking: Indien de ontvangst van
de aangesloten gegevens niet opti­
maal is, schakelt het systeem, afhan­
kelijk van het voertuig, automatisch de
functie voor herkenning van de snel­
heidslimiet en/of voor herkenning van
de weginrichting in stand-by.
De twee functies worden automatisch
opnieuw geactiveerd zodra de ont­
vangst van de aangesloten gegevens
weer optimaal is.
In alle gevallen wordt status stand-by
bevestigd doordat de waarschuwings­
lampjes grijs worden en de melding
"Adaptieve snelheidsregelaar uitge­
schakeld" verschijnt op het instrumen­
tenpaneel.
Het stoppen van de Stop
and Go functie adaptieve
snelheidsregelaar of het
op stand-by zetten zal
niet zorgen voor een snelle snel­
heidsafname: u moet het rempe­
daal indrukken om indien nodig te
remmen.
3
R i j d e n - 2 6 9

Advertenties

loading