Download Print deze pagina

Renault RAFALE 2024 Handleiding pagina 207

Advertenties

EXTRA RIJHULPMIDDELEN
– de functie "Rijstrookcentrering"
wordt op stand-by gezet terwijl de
functie "Preventie verlaten rijstrook"
gereed of actief is: het
schuwingslampje verschijnt rood of
geel op het instrumentenpaneel. Zo
wordt u prioritair geïnformeerd over de
status van de functie "Preventie rij­
strook verlaten".
In ieder geval wordt u te allen tijde op
de hoogte gebracht van de status van
de functie wanneer deze het stuursys­
teem van uw voertuig bestuurt. De
meest bruikbare informatie wordt altijd
weergegeven.
Functie tijdelijk niet beschikbaar/
uitgeschakeld
– de streep wordt zeer snel overschre­
den;
– er wordt continu over een streep ge­
reden;
– ongeveer vier seconden na het wis­
selen van baan;
– scherpe bochten;
– slecht zicht;
– een van de richtingaanwijzers wordt
geactiveerd;
– de alarmknipperlichten inschakelen:
– de achteruitversnelling inschakelen;
– sterke acceleratie;
– de auto rijdt sneller dan ongeveer
180 km/u;
– de rijstrookbreedte verandert;
– werking van het elektronische stabili­
teitscontrolesysteem;
– werking van het antiblokkeersys­
waar­
teem van de wielen;
– het actieve noodremsysteem wordt
geactiveerd;
– Interventie van een andere functie
die het stuursysteem bestuurt, zoals
de functie "Rijstrookcentrering".
Als de functie niet beschikbaar is, wor­
den het waarschuwingslampje
en, afhankelijk van de auto, de correc­
tie­indicatoren voor de linker­ en rech­
terstreep 4 grijs op het instrumenten­
paneel weergegeven.
Als de camera aan de voorkant is af­
gedekt, verschijnt de melding "Camera
voor geen zicht" op het instrumenten­
paneel. Reinig het gebied waar de
sensoren zich bevinden.
Automatische deactivering
De functie wordt automatisch uitge­
schakeld wanneer:
– Het voertuigdynamische controle­
systeem is gedeactiveerd;
– Het elektronische stabiliteitssysteem
werkt niet goed;
– Het antiblokkeersysteem werkt niet
goed;
– Een trekhaak is elektrisch verbon­
den met de trekhaakaansluiting;
– het waarschuwingslampje
wordt weergegeven.
Wanneer de functie niet is geactiveerd,
wordt het waarschuwingslampje
brandt geel op het instrumentenpa­
neel.
Instellingen
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
het multimediasysteem om de functie-
instellingen van het multimediascherm
2 te bekijken:
– " Overschrijden onderbroken lijn":
gebruik deze instelling om de respons
3
R i j d e n - 2 0 5

Advertenties

loading