STORINGEN
Tijdens het rijden
Het sturen gaat zwaar.
De motor wordt te warm. De koelvloeistof
temperatuurmeter staat in de gevarenzone
6
en het waarschuwingslampje
schijnt.
De vloeistof in het expansievat borrelt.
Radiateur: als er veel te weinig koelvloeistof is, mag deze niet worden bijgevuld met koude koelvloeistof wanneer
de motor nog erg heet is. Na elke reparatie waarbij het koelsysteem geheel of gedeeltelijk is afgetapt, moet dit
met nieuwe koelvloeistof worden bijgevuld. Gebruik hiervoor alleen door onze technische diensten goedgekeurde
koelvloeistof.
3 8 8 - P r a k t i s c h e t i p s
MOGELIJKE OORZA
KEN
Oververhitting van de be
krachtiging.
Probleem met de elektri
sche bekrachtigingsmo
tor.
Storing in het hulpsys
teem
Koelventilateur defect.
ver
Koelvloeistoflekkage.
Mechanische storing:
koppakking opgeblazen.
WAT TE DOEN
Rijd voorzichtig bij lage snelheid, let op de kracht die
u moet zetten op het stuurwiel om de wielen te draai
en.
Ga naar een merkdealer.
Zet de motor af en roep de hulp in van een merkdea
ler.
Controleer het koelvloeistofreservoir: er moet vloei
stof in zitten. Als het leeg is, raadpleeg zo snel moge
lijk een merkdealer.
Zet de motor stil.
Roep de hulp in van een merkdealer.