EXTRA RIJHULPMIDDELEN
De waarschuwingen in/uitschake
len via het multimediascherm 4
3
Zie de multimedia-instructies voor het
in/uitschakelen van de waarschuwin
gen.
Selecteer "AAN" or "UIT".
Beperkingen voor de werking van
het systeem
Bepaalde omstandigheden kunnen het
systeem verstoren of de correcte wer
king ervan verhinderen, bijvoorbeeld:
– bepaalde rijstijlen (onjuist rijgedrag
etc.);
– rijden op een weg in slechte staat;
– sterke zijwind;
2 3 6 - R i j d e n
– De klok is verkeerd geconfigureerd
(afhankelijk van het voertuig);
– kronkelende wegen;
– tractie van de aanhangwagen.
Storingen
Als het systeem een storing detecteert,
verschijnt het bericht
"Vermoeidh.detect controleren" en het
waarschuwingslampje
strumentenpaneel.
Laat het systeem door een merkdealer
controleren.
Detectie van verkeersborden
Het systeem geeft op het instrumen
tenpaneel weer wat de maximumsnel
heid is aan de hand van verkeersbor
den die langs de kant van de weg zijn
gedetecteerd.
Deze functie maakt hoofdzakelijk ge
bruik van de informatie van de camera
1 op de voorruit, achter de achteruit
kijkspiegel. Afhankelijk van het land
gebruikt het systeem ook informatie
van een kaartabonnement om bepaal
op het in
de borden (bebouwde kom, enz.) te in
terpreteren.
Het bord dat op het instrumentenpa
neel wordt weergegeven, verandert
wanneer het systeem een ander ver
keersbord detecteert.
Wanneer de snelheidsbegrenzer of de
adaptieve snelheidsregelaar is geacti
veerd, kunt u het instelpunt van de be
grensde snelheid aanpassen aan de
snelheidslimiet die door het systeem
op het instrumentenpaneel wordt
weergegeven ( 258 en Adaptieve
snelheidsregelaar ).
Als de gedetecteerde maximumsnel
heid wordt overschreden, wordt de
weergave van de verkeersborden aan
gepast om u te informeren.
Plaats van de camera 1
Zorg ervoor dat de voorruit niet is be
dekt (door vuil, modder, condens enz.).