CORRECTIEMIDDELEN EN -HULPMIDDELEN VOOR DE BESTUURDER
Hulp bij het rijden met aanhang
wagen
Het systeem helpt de auto onder con
trole te houden bij gebruik met een
aanhangwagen. Het detecteert trillin
gen die veroorzaakt worden door het
3
trekken van een aanhangwagen in be
paalde rijomstandigheden.
Werkingsomstandigheden
– De functie moet worden ingescha
keld door een erkende dealer:
– de trekhaak moet worden goedge
keurd door een erkende dealer;
– de bedrading moet erkend zijn door
een erkende dealer;
– de trekhaak moet op de auto aange
sloten zijn.
De werking van de startvergrende
ling
De functie stabiliseert de auto door:
– de voorwielen asymmetrisch af te
remmen om de trillingen die door de
aanhangwagen worden veroorzaakt af
te zwakken;
– de vier wielen af te remmen en het
motorkoppel te verminderen om de
snelheid van de auto te verlagen totdat
de trillingen stoppen.
Het controlelampje
het instrumentenpaneel om u te infor
meren.
1 9 6 - R i j d e n
(fietsendrager, bagagedrager met
verlichting...) kan de functie in be
paalde rijomstandigheden tussen
beide komen, bijvoorbeeld bij
spoorvorming.
Risico op vertraging van de au
to.
Hulp bij wegrijden op een hel
ling
Afhankelijk van de helling van de weg
helpt dit systeem de bestuurder bij het
wegrijden op een helling. Het voorkomt
dat de auto achteruit rolt, door automa
tisch de remmen vast te zetten als de
bestuurder het rempedaal loslaat om
het gaspedaal te bedienen.
Werking van het systeem
Het werkt alleen wanneer de versnel
lingspook zich in een nietneutrale po
sitie bevindt (andere positie dan N of P
op een automatische versnellingsbak)
en het voertuig staat volledig stil (rem
knippert op
pedaal ingedrukt).
Het systeem houdt de auto ongeveer 2
seconden stil. Daarna komen de rem
Als de bedrading van de
trekhaak in gebruik is
maar er geen aanhang
wagen wordt gesleept
men geleidelijk vrij (de auto rolt naar
gelang de helling).
Het systeem van de hulp
bij het wegrijden op een
helling kan niet in alle
gevallen totaal verhinde
ren dat de achteruit rijdt (zeer
steile helling, enz.).
De bestuurder kan altijd het rem
pedaal bedienen om het achter
uitrijden van de auto te verhinde
ren.
De Hulp Bij Het Wegrijden Op
Een Helling mag niet gebruikt
worden om de auto langdurig stil
te houden: gebruik het rempe
daal.
Deze functie is niet bedoeld om
de auto permanent te laten stil
staan.
Gebruik indien nodig het rempe
daal om de auto te stoppen.
De bestuurder moet bijzonder
voorzichtig rijden op een glad op
pervlak of bij weinig grip.
Gevaar van ernstige verwon
dingen.