EXTRA RIJHULPMIDDELEN
schijnt op het instrumentenpaneel aan
de zijkant van de interventie;
en
– Er wordt een corrigerende actie
uitgevoerd op het stuursysteem.
Tijdelijk niet beschikbaar/nietacti
vering van het systeem
Het systeem is tijdelijk niet beschik
baar of uitgeschakeld wanneer:
– de streep wordt zeer snel overschre
den;
– er wordt continu over een streep ge
reden;
– ongeveer vier seconden na het wis
selen van baan;
– scherpe bochten;
– slecht zicht;
– activering van het richtingaanwijzer
licht (alleen wanneer een tegenligger
op een aangrenzende rijstrook wordt
gedetecteerd);
– de alarmknipperlichten inschakelen:
– sterke acceleratie;
– de auto rijdt sneller dan ongeveer
180 km/u;
– de rijstrookbreedte verandert;
– werking van het elektronische stabili
teitscontrolesysteem;
– werking van het antiblokkeersys
teem van de wielen;
– actief noodremsysteem bedienen;
– ...
Het systeem kan niet worden inge
schakeld wanneer:
– de camera detecteert geen streep
(ononderbroken of onderbroken) aan
de betreffende zijde;
– de camera detecteert niet tegelijker
tijd de twee begrenzingen van de rij
strook waarin uw auto rijdt;
– de achteruitversnelling is ingescha
keld;
– het gezichtsveld van de camera is
belemmerd;
– De voorste radar is afgedekt;
– afhankelijk van de auto, als een van
de radars aan de achterkant bedekt is;
– ...
Als een van de radars is afgedekt is,
verschijnt, afhankelijk van de auto, de
melding "Zijsensoren geen zicht".
Als de radar aan de voorkant is afge
dekt, verschijnt de melding "Radar
voor geen zicht" op het instrumenten
paneel.
Als de camera aan de voorkant is af
gedekt, verschijnt de melding "Camera
voor geen zicht" op het instrumenten
paneel.
Reinig het gebied waar de sensoren
zich bevinden.
De functie automatisch deactive
ren
Het systeem wordt automatisch gede
activeerd wanneer:
– Het voertuigdynamische controle
systeem is gedeactiveerd;
– Het elektronische stabiliteitssysteem
werkt niet goed;
– Het antiblokkeersysteem werkt niet
goed;
– Een trekhaak is elektrisch verbon
den met de trekhaakaansluiting;
– het controlelampje
weergegeven.
Als de auto is uitgerust met een trek
haak die door het systeem wordt her
kend, verschijnt de melding "Aanhan
ger: zijradars niet beschikbaar" om te
melden dat de noodfunctie Preventie
verlaten rijstrook niet actief is.
Als het voertuig een aanhanger of ca
ravan trekt, kunnen onverwachte of
onnodige correcties optreden. U kunt
het systeem uitschakelen om onver
wachte of onnodige correcties te voor
komen.
Storingen
Als de functie een storing signaleert,
kunnen de volgende meldingen ver
schijnen op het instrumentenpaneel:
– « Controleer camera voor » ;
3
wordt
R i j d e n - 2 1 3