SNELHEIDSBEGRENZER
De snelheidsbegrenzer bestuurt de
motor en het remsysteem om te zor
gen dat een door u gekozen rijsnelheid
niet wordt overschreden; deze snel
heid noemen we de limietsnelheid.
De snelheidsbegrenzerfunctie kan
3
worden geactiveerd van 0 km/u tot 180
km/u.
Als ECO de modus is geac
tiveerd, kan het instelpunt
voor de beperkte snelheid
niet hoger zijn dan de maximale
snelheid die in ECO 183 de
modus is toegestaan.
2 5 8 - R i j d e n
Bedieningsknoppen
1. Schakelaar voor het selecteren/de
selecteren van de rijhulpmiddelen, af
hankelijk van het voertuig:
– de Active driver assist;
– Adaptieve cruise control;
– snelheidsregelaar;
– snelheidsbegrenzer;
– UIT:
2. De functie gaat in stand-by en de
maximumsnelheid wordt opgeslagen
(0).
3. Oproepen van de opgeslagen maxi
mumsnelheid (RES).
4.
– Omhoog: maximumsnelheid inscha
kelen of verhogen, of opgeslagen
maximumsnelheid ophalen (SET/+).
– Omlaag: maximumsnelheid inscha
kelen of verlagen, of de huidige snel
heid opslaan (SET/-).
5. Submenuknop (afhankelijk van het
voertuig): de ingestelde snelheid aan
passen aan waargenomen snelheids
236.
beperkingen
Afhankelijk van uw auto
kunt u de snelheidsbegren
zer koppelen aan de functie
"Detectie van verkeersborden"
236 door te drukken op de
schakelaar 5 .
Wanneer de modus "UIT" wordt inge
schakeld voordat het contact wordt af
gezet, wordt de functie "Snelheidsbe
grenzer" standaard geactiveerd bij de
volgende keer dat de auto wordt ge
start.
Rijden
Wanneer een maximumsnelheid is in
gesteld maar nog niet is bereikt, gaat
het rijden zoals bij een auto zonder de
functie snelheidsbegrenzer.