Download Print deze pagina

Renault RAFALE 2024 Handleiding pagina 249

Advertenties

EXTRA RIJHULPMIDDELEN
eerder was geactiveerd en de omstan­
digheden het toelaten, wordt deze au­
tomatisch opnieuw geactiveerd.
De positie in de rijstrook aanpas­
sen
(afhankelijk van de auto)
Om de positie in de rijstrook te active­
ren, moet de functie "Rijstrookcentre­
ring" in de instelmodus staan, moet het
groene waarschuwingslampje 22 op
het instrumentenpaneel worden weer­
gegeven en moet de rijsnelheid lager
zijn dan 50 km/u.
In deze omstandigheden kunt u uw po­
sitie in de rijstrook aanpassen door het
stuurwiel iets naar rechts of links te
draaien, zodat de auto naar de gese­
lecteerde kant schakelt zonder de
functie "Rijstrookcentrering" uit te
schakelen. Zodra uw positie ten minste
ongeveer 15 cm van het midden van
de rijstrook is verschoven, zonder dat
het voertuig minder dan ongeveer 30
cm van de rand van de rijstrook na­
dert, heeft u ongeveer 10 seconden
om de verschoven positie nauwkeurig
af te stellen. De auto blijft dan in de
verschoven positie rijden wanneer u
stopt met het draaien aan het stuur­
wiel. De lijnen 21 geven de toegepas­
te verschuiving aan. Om terug te keren
naar het midden van de rijstrook,
draait u het stuurwiel iets in de tegen­
overgestelde richting en stopt u met
proberen te draaien zodra de auto het
midden heeft bereikt.
Afhankelijk van bepaalde omstandig­
heden (bijv. bocht, snelheid) kan het
voertuig automatisch opnieuw worden
gecentreerd.
Functie "Rijstrookcentrering" op
stand-by
De functie "Rijstrookcentrering" wordt
automatisch in stand-by gezet in de
volgende gevallen:
– het systeem geen strepen meer de­
tecteert, of slechts één streep detec­
teert in uw rijstrook;
– de rijstrook te smal of te breed is;
– het systeem geen handen op het
stuurwiel detecteert;
– in sommige rijomstandigheden (ro­
tonde, kruispunt, te scherpe bocht,
enz.);
– de voertuigsnelheid hoger is dan on­
geveer 160 km/u of 180 km/u, afhan­
kelijk van de auto;
– de rijsnelheid lager is dan ongeveer
48 km/u, zonder een voorligger;
– overschrijdt de auto een lijn;
– het systeem tijdelijk is onderbroken
(bijvoorbeeld: camera afgedekt door
vuil, modder, sneeuw, condens enz.);
Ook bepaalde acties van de bestuur­
der kunnen de functie "Rijstrookcentre­
ring" onderbreken:
– inschakelen van de knipperlichten;
– Het stuurwiel draaien met voldoende
kracht.
Het feit dat de functie op stand-by
staat, wordt bevestigd doordat het
waarschuwingslampje 22
indicatoren voor de linker­/rechter­
streep 21 op het instrumentenpaneel
grijs worden weergegeven.
3
en de
R i j d e n - 2 4 7

Advertenties

loading