KAART
Extra vergrendeling
Als de auto extra portiervergrendeling
heeft, kunnen hiermee de portieren
worden vergrendeld en niet met de
handgrepen aan de binnenkant van de
portieren worden ontgrendeld (na het
inslaan van een ruit om het portier van
binnenuit te openen).
Gebruik nooit de extra
portiervergrendeling als
er nog iemand in de auto
zit.
Om de extra portiervergrendeling
in te schakelen
Druk twee keer snel na elkaar op de
knop 2 .
Ter bevestiging van het vergrendelen
knipperen de alarmknipperlichten en
zijknipperlichten twee keer langzaam
en drie keer snel.
Afhankelijk van de auto kunnen de bui
tenspiegels automatisch worden inge
klapt bij het vergrendelen van de auto
144.
Deactiveren van de extra portier
vergrendeling
Druk eenmaal op de knop 1 .
Het ontgrendelen van de portieren ziet
u aan het één keer knipperen van de
knipperlichten.
Afhankelijk van de auto
hebt u wellicht een Digital
Key met alle kaartfuncties.
Als er echter een kaart in het
voertuig is achtergebleven en de
portieren zijn vergrendeld met de
Digital Key, zijn alle kaartfuncties
geblokkeerd.
Raadpleeg voor meer informatie
hoofdstuk "Digital key" 58.
Accu:
Vervangen van het batterijtje
Als de melding "Batterij kaart laag" ver
schijnt op het instrumentenpaneel, ver
vangt u het batterijtje in de kaart:
– schuif de behuizing achter 1 omlaag
terwijl u op de zone A drukt;
– verwijder het afdekkapje 2 van het
batterijtje;
– verwijder het batterijtje door op één
kant ervan te drukken en het aan de
andere kant op te tillen;
– plaats dit terug volgens de richting
en het model aangeduid in het deksel.
K e n u w a u t o - 5 5
2