EXTRA RIJHULPMIDDELEN
Mijn veiligheid
Met de functie "Mijn veiligheid" kan
een aantal rijhulpfuncties tegelijkertijd
worden gedeactiveerd of geactiveerd.
Afhankelijk van de auto kunt u de func
tie "Mijn veiligheid" in het multimedia
scherm configureren door de rijhulp
functies te selecteren die als groep
moeten worden uitgeschakeld.
Werkzaamheden
Modus "Alles AAN"
Afhankelijk van het voertuig zijn de be
trokken functies en configuraties van
rijhulp:
– geluidswaarschuwing snelheidsver
klikker 236;
– preventie verlaten rijstrook 202;
– detectie bestuurdersalertheid 234;
– Noodpreventie verlaten rijstrook
209.
Wanneer de modus "Alles AAN" is ge
activeerd: het controlelampje op de
knop 1 gaat branden en de melding
"My Safety All ON geselecteerd" wordt
weergegeven op het instrumentenpa
neel om dit te bevestigen. De rijhulp
middelen die in deze modus beschik
baar zijn, worden geactiveerd.
Modus "Aangepast"
U kunt deze modus gebruiken om be
paalde rijhulpmiddelen te deactiveren
of opnieuw te activeren die beschik
baar zijn in de modus "Alles AAN" die
eerder is geconfigureerd met de instel
ling "MY SAFETY PERSO".
Met het contact aan drukt u twee keer
snel achter elkaar op schakelaar 1 . Bij
de eerste keer drukken wordt de mel
ding "Druk nog een keer voor Mijn
aangepaste veiligheid" weergegeven
op het instrumentenpaneel. Bij de
tweede keer drukken gaat het waar
schuwingslampje 1 uit. De modus
"Aangepast" is geactiveerd. Het bericht
"My Safety Perso geselecteerd" ver
schijnt op het instrumentenpaneel.
Om terug te schakelen naar de modus
"Alles AAN", drukt u eenmaal op de
knop 1 . Het controlelampje in de knop
1 licht op.
Afhankelijk van de tijdsduur
na de laatste keer dat de
motor is gestopt, worden de
waarschuwingen opnieuw geacti
veerd:
– bij het ontgrendelen van de au
to
of
– bij het openen van een portier;
of
– bij het opnieuw starten van de
motor.
3
R i j d e n - 2 0 1