VENTILATIEROOSTERS, VERWARMING EN AIRCONDITIONING
– het laadniveau van de tractiebatterij
is lager dan 7%;
– de motorkap open is;
– u drukt op een van de schakelaars
op het bedieningspaneel;
– de bestuurder bevindt zich ongeveer
20 seconden in het interieur.
Opmerking: deze voorwaarden zijn
ook van toepassing op de onmiddellij
ke deactivering van de airconditioning.
Indien de auto gedurende lange tijd
geparkeerd staat zonder een portier te
openen met ten minste één actief pre-
airconditioningsschema, dan wordt de
functie gedeactiveerd vanaf de derde
start van de pre-airconditioning. De
functie is beschikbaar wanneer een
van de portieren van het voertuig
wordt geopend.
Airconditioning: informatie en
tips voor het gebruik
Tips voor het gebruik
In sommige gevallen, (airconditioning
uit, luchtkringloop in werking, ventila
tiesnelheid nul of laag, enz.) kunnen
de ruiten van de auto beslaan.
Als de ruiten beslagen zijn, gebruikt u
de functie Helder zicht om de ruiten te
ontwasemen; zet daarna de airconditi
oning in de automatische stand om
nieuwe condensatie te voorkomen.
Stop niets in het ventila
tiecircuit van de auto (bij
voorbeeld in geval van
stank enz.).
Risico van beschadiging of
brand.
Brandstofverbruik
Het is normaal dat het brandstofver
bruik hoger is (vooral in stadsverkeer)
als u de airconditioning gebruikt.
Voor auto's met een airconditioning
zonder automatische werkstand, zet
het systeem uit, als u het niet meer no
dig hebt.
Tips voor zuinig rijden en minder
luchtverontreiniging
Rijd met open ventilatierooster en ge
sloten ruiten. Open bij zeer warm weer
of als de auto in de zon heeft gestaan
enkele minuten de portieren voordat u
start, zodat de hete lucht uit de auto
kan ontsnappen.
Onderhoud
Raadpleeg voor het interval van het
controleren het onderhoudsboekje van
uw auto.
Gebruik de airconditioning
regelmatig, ook bij koud
weer; laat de airco ten min
ste eenmaal per maand geduren
de ongeveer 5 minuten draaien.
Storingen
Raadpleeg bij een storing altijd een
merkdealer.
– Minder goede werking van ont
dooien, ontwasemen of airconditio
ning.
Dit kan het gevolg zijn van een ver
vuild patroon van het interieurfilter.
– Er wordt geen gekoelde lucht ge
produceerd.
Controleer of alle bedieningsorganen
in de juiste stand staan en de zekerin
gen goed zijn. Als dit niet zo is moet u
de werking stoppen.
Speciale gevallen bij hybride ver
sies
Het airconditioningsysteem van de au
to wordt gebruikt om de tractiebatterij
te koelen.
Een langdurige daling van de efficiën
tie van de airconditioning kan leiden tot
voortijdige verslechtering van de trac
tiebatterij.
U w c o m f o r t - 3 2 5
4