PARKEERREM
Inschakelen
Druk op de schakelaar 1 .
Het waarschuwingslampje op de scha
kelaar 1 licht op om te bevestigen dat
de functie ingeschakeld is.
Uitschakelen
Druk op de schakelaar 1 . Als uw auto
wordt onderhouden door remkracht,
druk dan ook op het rempedaal.
Het waarschuwingslampje op de scha
kelaar 1 dooft om te bevestigen dat de
functie uitgeschakeld is.
Als de remkracht in stand wordt ge
houden, wordt de parkeerrem automa
tisch ingeschakeld wanneer:
– de bestuurder opent het portier;
of
– de bestuurder maakt zijn veiligheids
gordel los;
of
– De auto langer dan ongeveer drie
minuten stilstaat.
Telkens als de motor wordt
gestart, heeft de functie de
modus die is ingesteld op
het moment dat de motor voor het
laatst werd uitgeschakeld.
De elektronische par
keerrem kan worden ge
bruikt om de auto stil te
zetten. Controleer, voor
dat u de auto verlaat, of de auto
matische parkeerrem inderdaad is
vastgezet. Het indicatielampje op
de schakelaar 2 en het waar
schuwingslampje
strumentenpaneel verschijnen tot
de portieren vergrendeld zijn. Af
hankelijk van de auto bevindt zich
een sticker op het bovenste deel
van de voorruit om u hieraan te
herinneren.
Voorwaarden voor het in stand
houden van de remkracht
Aan de volgende voorwaarden moet
worden voldaan:
– het bestuurdersportier is gesloten;
en
– de autogordel van de bestuurder is
vastgemaakt;
en
– De elektronische parkeerrem is vrij
gezet;
en
3
op het in
R i j d e n - 1 7 9