VERLICHTING EN SIGNALISATIE
Adaptief grootlicht
Afhankelijk van de auto, is het adaptie
ve grootlicht verdeeld in diverse onaf
hankelijke verticale segmenten. Deze
functie gebruikt een camera 7 achter
de achteruitkijkspiegel om achterlig
gers en tegenliggers te detecteren.
Opmerking: zorg ervoor dat de voor
ruit niet is bedekt (door vuil, modder,
sneeuw, condensatie, enzovoort).
Wanneer er een auto wordt gedetec
teerd, worden de segmenten die deze
zone verlichten automatisch uitgescha
keld om niet te verblinden.
Onder bepaalde omstandigheden
wordt de helderheid van de adaptieve
grootlichtkoplampen aangepast om de
verlichting te optimaliseren:
– bij het naderen van reflecterende
borden wordt het verlichtingsvermogen
plaatselijk verminderd om verblinding
te beperken;
– op een autosnelweg wordt de licht
bundel gereduceerd om de hinder voor
weggebruikers die in tegengestelde
richting rijden tot een minimum te be
perken.
Inschakelen
Ga vanaf het multimediascherm 8
naar de modus "Voertuig" en druk op
het menu "Voertuig", vervolgens op
"Exterieur" en daarna op "Verlichting".
Activeer of deactiveer "Adaptieve ver
lichting".
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
het multimediasysteem voor meer in
formatie.
Het grootlicht wordt automatisch ont
stoken wanneer:
– Er is weinig externe verlichting.
– de rijsnelheid is hoger dan de drem
pelwaarde.
Als niet aan een van de voorwaarden
hieronder wordt voldaan, wordt over
geschakeld naar dimlicht.
Opmerking: s nachts, in stedelijke ge
bieden met straatverlichting, wordt het
adaptieve grootlicht automatisch uitge
schakeld.
Het systeem "Adaptief
grootlicht" is in geen ge
val een vervanging voor
de oplettendheid en ver
antwoordelijkheid van de bestuur
der inzake de verlichting van het
voertuig en de aanpassing daar
van aan de licht, zicht en ver
keersomstandigheden.
K e n u w a u t o - 1 4 9
2