AUTOGORDELS
Autogordels
Gebruik tijdens het rijden altijd de au
2
togordel. Het niet dragen van de gor
del is gevaarlijk en strafbaar. Het niet
dragen van de gordel is gevaarlijk en
strafbaar.
Stel, voordat u start de juiste zithou
ding af, en daarna voor alle inzitten
den de autogordel om de beste be
scherming te krijgen.
De juiste zithouding
– Ga goed diep in uw stoel zitten
(nadat u uw jas of jack en dergelijke
hebt uitgetrokken). Dit is belangrijk
voor een goede ondersteuning van de
rug;
– verschuif de stoel zodat u makke
lijk bij de pedalen kunt komen.
Plaats de stoel zo ver naar achteren
dat u de pedalen nog net geheel kunt
indrukken. Stel de rugleuning zo af dat
u de armen moet strekken om bij de
bovenkant van het stuurwiel te kunnen
komen;
– stel de hoofdsteun af. De afstand
tussen de hoofdsteun en uw achter
hoofd moet zo klein mogelijk zijn;
– Stel de hoogte van het zitkussen
af. Kies de stoelpositie die u zo goed
mogelijk zicht op het verkeer geeft.
– stel de stand van het stuurwiel af.
8 0 - K e n u w a u t o
Zorg ervoor dat de achter
bank 78 goed is vergren
deld zodat de veiligheids
gordels achter correct werken.
Een verkeerd afgestelde
of gedraaide autogordel
kan bij een ongeval let
sel veroorzaken.
Gebruik één autogordel per per
soon, kind of volwassene.
Zwangere vrouwen moeten ook
hun gordel dragen. Let in dit geval
op dat de heupgordel niet teveel
drukt op de onderbuik, zonder dat
te veel speling ontstaat.
Afstellen van de autogordel
Voor juiste afstelling en plaatsing van
de veiligheidsgordels op alle stoelen:
– verstel de stoelen (zitpositie en rug
leuning, indien beschikbaar);
– ga goed tegen de rugleuning aan zit
ten;
– plaats de schouderriem 1 zo veel
mogelijk onderaan de nek zonder dat
deze er werkelijk tegenaan komt (pas
zo nodig en indien mogelijk de hoogte
van de veiligheidsgordel aan) en zorg
dat de schouderriem 1 in contact is
met de schouder;
– plaats de heupgordel 2 zo dat deze
plat op de dijen en tegen het bekken
ligt.