VENTILATIEROOSTERS, VERWARMING EN AIRCONDITIONING
4
U kunt meerdere comfortprogramma's
opslaan door de volgende instellingen
te activeren:
– regeling van de temperatuur;
– programmeren van het tijdstip waar
op de auto klaar moet zijn;
– dagen selecteren waarop het pro
gramma moet worden herhaald.
U kunt de opgeslagen programma's
activeren/deactiveren.
Opm: u kunt de airconditioning pro
grammeren via een app op uw
smartphone.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
het multimediasysteem voor meer in
formatie.
3 2 4 - U w c o m f o r t
Verantwoordelijkheid
van de bestuurder tij
dens het parkeren of
stoppen van de auto
Laat nooit, ook niet heel even,
een kind, een afhankelijke vol
wassene of een dier in de auto
achter als u deze verlaat.
Bij warm en/of zonnig weer kan
de temperatuur binnenin de cabi
ne heel snel oplopen.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR
VAN ERNSTIG LETSEL.
"Programmeren" activeren
De functie start vóór het geprogram
meerde tijdstip, zodat het voertuig een
comfortabele temperatuur heeft bereikt
tegen de geplande vertrektijd. Voor
waarden:
– de motorkap is gesloten;
– het laadniveau van de tractiebatterij
is hoger dan 7.5%;
– de motor wordt uitgeschakeld;
– de bestuurder zit niet in de auto.
Het controlelampje
verschijnt op
het instrumentenpaneel.
Onmiddellijk inschakelen van de
airconditioning
Het is mogelijk om de airconditioning
onmiddellijk te starten als:
– de motorkap is gesloten;
– het laadniveau van de tractiebatterij
is hoger dan 7.5%;
– de motor wordt uitgeschakeld;
– de bestuurder zit niet in de auto.
De werking van de onmiddellijke acti
vering van de airconditioning is anders
dan het programmeren:
– dit moet worden gestart vanaf uw
smartphone;
– de stuurwiel- en stoelverwarming,
als uw auto hiermee is uitgerust, wordt
automatisch geactiveerd;
– de functie stopt na ongeveer 10 mi
nuten.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
het multimediasysteem voor meer in
formatie.
Uitschakelen van de airconditio
ning
De airconditioning schakelt zich auto
matisch uit ongeveer 10 minuten na de
geprogrammeerde stoptijd.
De functie kan zich ook uitschakelen
als:
– de motor draait;