TOEGANG TOT DE MOTOR, NIVEAUS
voorwerpen in de motorruimte zijn ach
tergebleven.
Om de motorkap te sluiten, pakt u het
midden van de motorkap en laat u de
ze van circa 30 cm hoogte dichtvallen.
Druk indien nodig op de motorkap om
deze volledig te vergrendelen.
Pak nooit de gasveren
vast bij het sluiten van de
motorkap.
Controleer de vergren
deling van de kap.
Controleer of niets de
vergrendeling belemmert
(steentje, doek, enz.).
Zorg er na alle werk
zaamheden in de motor
ruimte voor dat u niets
vergeet (doeken, ge
reedschap enz.).
Hierdoor kan de motor bescha
digd raken of brand ontstaan.
Bij een botsing, zelfs een
lichte, tegen de grille of
de motorkap moet u zo
snel mogelijk het ver
grendelingssysteem van de mo
torkap laten controleren door een
merkdealer.
Motorolie
Algemeen
Iedere motor verbruikt wat olie voor
het smeren en koelen van de bewe
gende delen in de motor. Het is daar
om normaal dat u tussen twee onder
houdsbeurten olie moet bijvullen.
Indien u echter na de inrijperiode meer
dan 0,5 liter olie per 1000 km moet bij
vullen, moet u een erkende dealer
raadplegen.
Controleer het oliepeil regelmatig en
in ieder geval voor elke grote reis:
vul indien nodig tijdig olie bij om
ernstige schade aan de motor te
voorkomen.
Overschrijding van het
maximumpeil van de
motorolie
Het maximumpeil B mag
nooit worden overschreden: dit
kan leiden tot schade aan de mo
tor en het antiluchtverontreini
gingssysteem. Als het peil boven
het maximum is, start de motor
dan niet en roep de hulp in van
een merkdealer.
Aflezen van het oliepeil
De auto moet horizontaal staan en de
motor mag geruime tijd niet hebben
gedraaid.
Voor het exacte oliepeil en het con
troleren of het maximumpeil niet
overschreden is (risico op schade
aan motor), moet u de peilstaaf ge
bruiken.
Afhankelijk van de auto waarschuwt
het display van het instrumentenpa
neel uitsluitend als het oliepeil mini
maal is.
O n d e r h o u d - 3 4 5
5