Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uitschakelvertragingstijd Verlichting Binnen In- En Uitschakelen; Lichtbron Veranderen - Mercedes-Benz Sprinter 2018 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Sprinter 2018:
Inhoudsopgave

Advertenties

96
Licht en zicht
1
Positie bewegingsmelder
Bij voertuigen met een bewegingsmelder, wordt
de laadruimteverlichting tevens via deze bewe‐
gingsmelder ingeschakeld.
Wanneer de bewegingsmelder als het voertuig
stilstaat een beweging in de laadruimte herkent,
wordt de laadruimteverlichting gedurende circa
twee minuten ingeschakeld.
De laadruimteverlichting kan in de volgende situ‐
aties door de bewegingsmelder worden ingescha‐
keld:
Het voertuig staat stil, de parkeerrem is
R
bediend en het rempedaal wordt niet inge‐
drukt.
Voertuigen met automatische transmis‐
R
sie: De keuzehendel staat in de stand j en
het rempedaal wordt niet ingedrukt.
Het voertuig is niet van buitenaf met de sleu‐
R
tel vergrendeld.
Wanneer gedurende meerdere uren geen veran‐
dering aan het voertuig wordt herkend, bijvoor‐
beeld deur openen, dan wordt de bewegingsmel‐
der automatisch uitgeschakeld. Daardoor wordt
accu-ontlading voorkomen.
Uitschakelvertragingstijd verlichting binnen
in- en uitschakelen
Multimediasysteem:
©
Instellingen
4
5
Uitsch.vertr. interieur
5
De uitschakelvertragingstijd van de verlichting
#
in- of uitschakelen.
Verlichting
5

Lichtbron veranderen

Aanwijzingen met betrekking tot het vervan‐
gen van lichtbronnen
& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐
wonden door hete onderdelen bij het
lampjes vervangen
Lampjes, verlichtingen en stekkers kunnen tij‐
dens de werking zeer heet worden.
Wanneer u een lampje vervangt, kunt u zich
aan deze onderdelen branden.
Voor het vervangen van lampjes de
#
onderdelen laten afkoelen.
Bij het vervangen van de lichtbron de volgende
aanwijzingen in acht nemen:
Geen lichtbronnen gebruiken die gevallen zijn
R
of waarvan het glas krasjes vertoont. De licht‐
bron kan anders breken.
De lichtbron kan uit elkaar spatten als u deze
R
aanraakt, als deze heet is, als u deze laat val‐
len of als deze bekrast of ingekerfd wordt.
Vlekken op het glas verkorten de levensduur
R
van de lichtbron. Het glas niet met de blote
hand aanraken. Zo nodig het glas in koude
toestand met alcohol of spiritus reinigen en
met een niet-pluizende doek schoonwrijven.
Lichtbronnen tegen vochtigheid beschermen
R
en niet met vloeistof in contact laten komen.
Altijd controleren of de gloeilampen goed vastzit‐
ten.
Wanneer het voertuig met led-modules is uitge‐
rust, is dit als volgt te herkennen: De lichtbundel
van led-modules beweegt bij het starten van de
motor van boven naar beneden en weer terug.
Het dimlicht moet hierbij voor het starten van de
motor ingeschakeld zijn.
Gloeilampen en andere lampen spelen een
belangrijke rol bij de veiligheid. Daarom erop let‐
ten dat deze altijd werken. De koplampinstelling
regelmatig laten controleren.
Voor het vervangen van lichtbronnen altijd het
R
verlichtingssysteem van het voertuig uitscha‐
kelen. Hierdoor wordt kortsluiting voorkomen.
De gloeilampen alleen in gesloten en hiervoor
R
bedoelde lampen gebruiken.
Alleen vervangende gloeilampen van het‐
R
zelfde type en met de bedoelde spanning
gebruiken.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave