* AANWIJZING Beschadiging van de elek‐
tronische installatie van het voertuig
Wanneer de startaccu niet zoals hierna
beschreven wordt losgekoppeld, kan de elek‐
tronica van het voertuig worden beschadigd.
De startaccu altijd in de hierna beschre‐
#
ven volgorde loskoppelen en nooit de
accupoolklemmen omwisselen! Anders
kan de elektronica van het voertuig wor‐
den beschadigd.
Voertuigen met achterwielaandrijving
Voertuigen met voorwielaandrijving
Als de waarschijnlijke standtijd of stillegging van
het voertuig meer dan drie weken bedraagt, dient
u de accu los te koppelen. Hierdoor wordt het
ontladen van de accu door ruststroomverbruikers
vermeden.
Voertuigen met accuscheidingsschake‐
#
laar: De hoofdschakelaar van de accu uit‐
schakelen .
Voertuigen zonder accuscheidingsschake‐
#
laar: Alle elektrische verbruikers uitschake‐
len.
De motor afzetten en de spanningsvoorzie‐
#
ning uitschakelen.
De vloerbedekking verwijderen
#
(
pagina 250).
/
De bouten
1
losdraaien en de accu-afdek‐
#
king
2
in de richting van de pijl verwijderen.
De bouten moeten over de grotere uitsparin‐
gen staan.
De accu-afdekking
2
#
deren.
Eerst de minklem van de accu losmaken en
#
zodanig verwijderen, dat de klem de minpool
niet meer aanraakt.
De afdekking van de plusklem verwijderen.
#
De plusklem losmaken en met de voorzeke‐
#
ringenhouder zijwaarts omhoogklappen.
Startaccu uit- of inbouwen
Voertuigen met achterwielaandrijving: Start‐
accu uitbouwen
De startaccu loskoppelen (
#
Pechhulp 251
naar boven toe verwij‐
pagina 250).
/