Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mercedes-Benz Sprinter 2018 Handleiding pagina 127

Verberg thumbnails Zie ook voor Sprinter 2018:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beperkte remwerking op wegen waarop gestrooid
is:
Door een zoutlaag op de remschijven en rem‐
R
voeringen kan de remweg aanzienlijk langer
worden of kan het voertuig aan één kant ster‐
ker of zwakker remmen.
Een bovengemiddeld grote afstand tot het
R
voor u rijdende verkeer aanhouden.
Zoutlaag verwijderen:
Regelmatig remmen en hierbij rekening hou‐
R
den met de verkeerssituatie.
Bij het einde van de rit en bij aanvang van de
R
volgende rit voorzichtig het rempedaal indruk‐
ken.
Nieuwe remschijven en remvoeringen
Nieuwe remvoeringen en remschijven bieden pas
na enkele honderden kilometers 100 km een opti‐
male remwerking.
De verminderde remwerking door krachtiger
indrukken van het rempedaal compenseren.
Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsredenen
alleen door Mercedes-Benz goedgekeurde rem‐
schijven en remvoeringen te laten inbouwen.
Andere remschijven of remvoeringen kunnen de
veiligheid van het voertuig verminderen.
Remschijven en remvoeringen altijd per as ver‐
vangen. Bij het vervangen van remschijven altijd
nieuwe remvoeringen gebruiken.
Parkeerrem
& WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaar
voor ongevallen door afremmen met de
parkeerrem
Wanneer u het voertuig met de parkeerrem
moet afremmen, dan is de remweg aanzienlijk
langer en kunnen de wielen blokkeren. Er
bestaat een groter gevaar voor slippen en
ongevallen.
Het voertuig alleen met de parkeerrem
#
afremmen als de bedrijfsrem is uitgeval‐
len.
De parkeerrem daarbij niet te krachtig
#
bedienen.
Wanneer de wielen blokkeren, direct de
#
parkeerrem zo ver vrijzetten tot de wie‐
len weer ronddraaien.
Voertuigen met handmatige parkeerrem
Bij het rijden op een nat of vervuild wegdek kan
strooizout of vuil in de parkeerrem terechtkomen.
Corrosie en een vermindering van de remkracht
zijn het gevolg.
Om dit te voorkomen, van tijd tot tijd met iets
aangetrokken parkeerrem rijden.
Daartoe een afstand van circa 100 m rijden met
een maximumsnelheid van 20 km/h.
Als het voertuig met de parkeerrem wordt afge‐
remd, gaan de remlichten niet branden.
Informatie over het rijden op nat wegdek
Aquaplaning
& WAARSCHUWING Gevaar voor aquapla‐
ning door te lage profieldiepte
Afhankelijk van de hoeveelheid water op de
weg kan ondanks voldoende profieldiepte en
een lage rijsnelheid aquaplaning optreden.
Door spoorvorming ontstane geulen ver‐
#
mijden en voorzichtig remmen.
Daarom bij sterke neerslag of bij omstandigheden
waarbij aquaplaning optreden kan, als volgt rij‐
den:
Voorzichtig de snelheid verlagen.
R
Door spoorvorming ontstane geulen vermij‐
R
den.
Voorzichtig remmen.
R
Rijden door het water
Eraan denken dat voorliggers of tegenliggers voor
golven kunnen zorgen. Hierdoor kan de maximaal
toegestane waterhoogte worden overschreden.
Deze aanwijzingen beslist aanhouden. Anders
kunnen de motor, elektrische installatie en trans‐
missie worden beschadigd.
Als u door water op de weg moet rijden, dient u
met het volgende rekening te houden:
De waterhoogte bij rustig water mag maxi‐
R
maal gelijkstaan met de onderkant van de
voorbumper.
Niet sneller dan stapvoets rijden.
R
Bij voertuigen met vierwielaandrijving eveneens
de aanwijzingen met betrekking tot het rijden
door water in het terrein in acht nemen
(
pagina 126).
/
Rijden en parkeren 125

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave