Banden
Waarschuwings-/
controlelampje
h
Waarschuwingslampje
bandenspanningscon‐
trole knippert
h
Waarschuwingslampje
bandenspanningscon‐
trole brandt
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 345
Mogelijke oorzaak en/of gevolg en
De meldlamp voor de bandenspanning licht ter waarschuwing geel op
(drukverlies of storing), knippert een minuut lang en blijft dan perma‐
nent oplichten.
De controlefunctie op de bandenspanning vertoont storingen.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij storing van de
bandenspanningscontrole
Wanneer de bandenspanningscontrole een storing vertoont, kan
deze niet meer zoals bedoeld waarschuwen bij drukverlies bij één of
meer banden.
Band met een te lage bandenspanning kunnen bijvoorbeeld het
stuur- en remgedrag nadelig beïnvloeden. ‑
De bandenspanningscontrole bij een gekwalificeerde werk‐
#
plaats laten controleren.
Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.
#
Het gele waarschuwingslampje bandenspanningscontrole (drukverlies/
storing) brandt.
De bandenspanningscontrole heeft bandenspanningsverlies bij ten min‐
ste één wiel geconstateerd.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een te lage
bandenspanning
Banden met een te lage bandenspanning leveren de volgende geva‐
ren op:
De banden kunnen klappen, in het bijzonder bij toenemende
R
belading en snelheid.
De banden kunnen overmatig en/of ongelijkmatig slijten,
R
hetgeen de grip sterk nadelig beïnvloedt.
‑ De rij-eigenschappen en het stuur- en remgedrag kunnen sterk
R
nadelig beïnvloed worden.
U kunt dan de controle over de auto verliezen.
De geadviseerde bandenspanningen in acht nemen.
#
Indien noodzakelijk de bandenspanning aanpassen.
#
Het voertuig op een veilige plaats stoppen.
#
De bandenspanning en de banden controleren.
#
oplossingen
M