Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mercedes-Benz Sprinter 2018 Handleiding pagina 162

Verberg thumbnails Zie ook voor Sprinter 2018:
Inhoudsopgave

Advertenties

160 Rijden en parkeren
Als het ABS regelt: Het rempedaal krachtig inge‐
drukt blijven houden tot de noodstopsituatie
voorbij is.
Bij een noodstop: Het rempedaal krachtig inge‐
drukt houden.
Werking van het BAS (Brake Assist System)
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door storing in het BAS (remassisten‐
tiesysteem)
Wanneer het BAS een storing vertoont, kan
de remweg langer worden bij een noodstop.
In noodstopsituaties het rempedaal met
#
volle kracht indrukken. Het ABS voor‐
komt daarbij het blokkeren van de wie‐
len.
Het BAS ondersteunt u bij een noodstop met
extra remkracht.
Wanneer het rempedaal snel wordt ingedrukt,
wordt het BAS geactiveerd:
Het BAS verhoogt automatisch de remdruk
R
van de rem.
Het BAS kan de remweg verkorten.
R
Het ABS voorkomt daarbij het blokkeren van
R
de wielen.
Als het rempedaal wordt losgelaten, werkt het
remsysteem weer op conventionele wijze. Het
BAS wordt uitgeschakeld.
Functies van de ASR (aandrijfslipregeling)
De ASR kan het gevaar voor ongevallen vanwege
het niet-aangepast wegrijden of accelereren niet
verlagen noch de natuurkundige grenzen buiten
werking stellen. De ASR is slechts een hulpmid‐
del. Uw rijstijl altijd aanpassen aan de actuele
verkeers- en weersomstandigheden.
Wanneer bij voertuigen met vierwielaandrijving de
vierwielaandrijving wordt in- of uitgeschakeld,
wordt de ASR tijdens de schakelmanoeuvre uitge‐
schakeld.
Voertuigen zonder stuurwieltoetsen: Als de
ASR een functiestoring vertoont, brandt het con‐
trolelampje ÷ als de motor draait en kan het
motorvermogen beperkt zijn (
De ASR verbetert continu het tractievermogen,
dus de krachtoverbrenging tussen banden en
wegdek, en daarmee ook de rijstabiliteit van het
pagina 26).
/
voertuig. De ASR remt afzonderlijke aandrijfwie‐
len af en begrenst het koppel van de motor, om
het doordraaien van de aangedreven wielen te
voorkomen. Daarmee vormt de ASR een belang‐
rijke ondersteuning bij het wegrijden en het acce‐
lereren, in het bijzonder op een nat of glad weg‐
dek.
Wanneer de ondergrond niet voldoende tractie
biedt, kan ook met de ASR niet probleemloos
worden weggereden. Daarbij spelen ook de ban‐
den, het totaalgewicht van het voertuig en de hel‐
ling van de rijbaan een beslissende rol.
Als de ASR ingrijpt, knippert het waarschuwings‐
lampje ÷ in het instrumentendisplay.
®
Functies van het ESP
teitsprogramma)
& WAARSCHUWING Slipgevaar door een
storing in het ESP
®
Als het ESP
is uitgeschakeld, wordt de auto
®
niet door het ESP
gestabiliseerd. Bovendien
zijn verdere rijveiligheidssystemen uitgescha‐
keld.
Voorzichtig verder rijden.
#
®
Het ESP
bij een gekwalificeerde werk‐
#
plaats laten controleren.
& WAARSCHUWING Slipgevaar door uitge‐
®
schakeld ESP
®
Als het ESP
wordt uitgeschakeld, zorgt het
®
ESP
niet meer voor stabilisatie van de auto.
®
Het ESP
alleen uitschakelen, zolang de
#
hieronder beschreven situaties zich
voordoen.
Het voertuig niet op een rollentestbank gebruiken
(bijvoorbeeld voor een controle van het vermo‐
gen). Als u het voertuig op een rollentestbank wilt
laten testen, eerst informatie inwinnen bij een
gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer bij voertuigen met vierwielaandrijving de
vierwielaandrijving wordt in- of uitgeschakeld,
®
wordt het ESP
tijdens de schakelmanoeuvre uit‐
geschakeld.
®
Als het ESP
een functiestoring vertoont, brandt
het waarschuwingslampje ÷ bij draaiende
motor en kan het motorvermogen beperkt zijn
(
pagina 26).
/
(elektronisch stabili‐
®

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave