104 Licht en zicht
Het nieuwe ruitenwisserblad
#
op de ruitenwisserarm
Het nieuwe ruitenwisserblad
#
wisserarm
3
drukken, tot de bevestigings‐
klemmen aangrijpen.
De ruitenwisserarm
#
plaatsen.
Spiegel
Buitenspiegels bedienen
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door voertuiginstellingen tijdens het
rijden
U kunt in de volgende situaties de controle
over de auto verliezen:
Wanneer tijdens het rijden de bestuur‐
R
dersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel
of de spiegels worden ingesteld.
Wanneer tijdens het rijden de veiligheids‐
R
gordel wordt omgegespt.
Voordat de motor wordt gestart: De
#
bestuurdersstoel, de hoofdsteunen, het
stuurwiel of de spiegels instellen en de
veiligheidsgordel omgespen.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len bij gebruik van de buitenspiegel door
verkeerde inschatting van de afstand
De buitenspiegels geven een verkleind beeld.
De zichtbare objecten zijn dichterbij dan het
lijkt.
Daardoor kunt u de afstand tot achter u rij‐
dende verkeersdeelnemers verkeerd inschat‐
ten, bijvoorbeeld bij het veranderen van rij‐
strook.
Daarom altijd de daadwerkelijke afstand
#
tot andere verkeersdeelnemers inschat‐
ten door over de schouder te kijken.
Buitenspiegels handmatig instellen
De buitenspiegels met de hand in de correcte
#
stand instellen.
Ontgrendelde buitenspiegel vergrendelen:
#
De buitenspiegels met de hand in de correcte
stand drukken.
1
in de houder
3
aanbrengen.
1
op de ruiten‐
3
terug op de achterruit
Buitenspiegel elektrisch instellen
Voorbeeldweergave
* AANWIJZING Beschadiging van de elek‐
trische buitenspiegels
Wanneer u de elektrische buitenspiegels met
de hand in- of uitklapt, kunnen de buitenspie‐
gels worden beschadigd en worden de buiten‐
spiegels niet correct vergrendeld.
Wanneer de buitenspiegels bij het wassen van
het voertuig in een wasstraat niet ingeklapt
zijn, kunnen de wasborstels de buitenspiegels
met geweld inklappen en beschadigen.
De buitenspiegels alleen elektrisch in-
#
en uitklappen.
Voor het wassen van het voertuig in een
#
wasstraat de buitenspiegels inklappen.
Voor het rijden de spanningsvoorziening of
#
het contact inschakelen.
In- of uitklappen: De toets
#
ken.
Instellen: Met de toets
#
len buitenspiegel selecteren.
Met de toets
4
de stand van het spiegelglas
#
instellen.
Ontgrendelde buitenspiegel vergrendelen:
#
De toets
2
ingedrukt houden.
U hoort een klik en daarna het geluid van het
vergrendelen. De buitenspiegel neemt de cor‐
recte positie in.
Buitenspiegel verwarmen
Voertuigen zonder achterruitverwarming:
#
Bij lage buitentemperaturen schakelt de spie‐
2
kort indruk‐
1
of
3
de in te stel‐