Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dsr (Downhill Speed Regulation) - Mercedes-Benz Sprinter 2018 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Sprinter 2018:
Inhoudsopgave

Advertenties

140 Rijden en parkeren
Zolang het controlelampje + knippert, kunt u
de schakelmanoeuvre afbreken door opnieuw de
toets
1
in te drukken. Als de schakelmanoeuvre
niet wordt geaccepteerd, knippert het controle‐
lampje + driemaal kort. Aan één van de scha‐
kelvoorwaarden is dan niet voldaan.

DSR (Downhill Speed Regulation)

Aanwijzingen voor de DSR
De DSR kan het gevaar voor ongevallen vanwege
een niet-aangepaste of onoplettende rijstijl niet
verlagen noch de natuurkundige grenzen buiten
werking stellen. De DSR kan geen rekening hou‐
den met de weg- en weersomstandigheden en de
verkeerssituatie. De DSR is slechts een hulpmid‐
del. De chauffeur is zelf verantwoordelijk voor de
veilige afstand, de gereden snelheid en het tijdig
remmen.
De DSR ondersteunt u bij bergafwaarts rijden.
Door gerichte remingrepen houdt de DSR tijdens
de afdaling een ingestelde snelheid aan. Het vast‐
houden van de snelheid is afhankelijk van de
staat van het wegdek en de helling en is daarom
niet in alle situaties gewaarborgd.
U kunt de snelheid afhankelijk van de versnelling
tussen 4 km/h en 18 km/h met het rem- en gas‐
pedaal of met de tuimelschakelaar in het stuur‐
wiel instellen.
De DSR regelt in de volgende situaties automa‐
tisch:
Als het voertuig stilstaat of de actuele snel‐
R
heid minder dan 4 km/h is, wordt 4 km/h of
de minimumsnelheid in de betreffende ver‐
snelling ingesteld.
Als in het terrein sneller dan 18 km/h wordt
R
gereden, schakelt de DSR in de standby-func‐
tie. De DSR blijft ingeschakeld, maar remt
niet automatisch.
Als bergaf langzamer dan 18 km/h wordt
R
gereden, regelt de DSR weer de ingestelde
snelheid in.
Als sneller dan 45 km/h wordt gereden,
R
wordt de DSR automatisch uitgeschakeld.
DSR in- en uitschakelen
DSR inschakelen
De DSR kan worden ingeschakeld als het voertuig
stilstaat of tijdens het rijden.
De schakelaar
1
aan de bovenzijde indruk‐
#
ken.
Het voertuig op de gewenste snelheid tussen
#
4 km/h en 18 km/h afremmen of versnellen.
Het rem- of gaspedaal loslaten.
#
De actuele snelheid is opgeslagen. Bij stil‐
stand wordt 4 km/h of de minimaal mogelijke
snelheid in de betreffende versnelling opge‐
slagen. De DSR houdt op de afdaling de opge‐
slagen snelheid vast en remt automatisch.
Bij het wegrijden, accelereren of remmen met
ingeschakelde DSR wordt na het loslaten van het
gas- of rempedaal of na het bedienen van de tui‐
melschakelaar tijdens een DSR-regeling de actu‐
ele snelheid opgeslagen. Dit is alleen het geval
zolang niet sneller dan 18 km/h wordt gereden.
DSR-statusindicatie in de boordcomputer
De DSR is geactiveerd:
R
DSR
en de ingestelde snelheid verschij‐
-
nen in het statusgedeelte van de boord‐
computer.
De DSR is geactiveerd, maar regelt niet:
R
U rijdt met een snelheid tussen 18 km/h
-
en 45 km/h.
DSR
en de snelheid 18 km/h verschijnen
-
in het statusgedeelte van de boordcompu‐
ter.
De DSR bevindt zich in de stand-bymo‐
dus.
De DSR is niet actief:
R

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave