Temperatuur en luchthoeveelheid inschake‐
len en instellen TEMPMATIC en THERMOTRO‐
NIC
#
De toets
/Y indrukken.
Het controlelampje in de toets
en het symbool
van het temperatuurregelsysteem knipperen.
De weergave wijzigt naar de temperatuur en
de aanjager in het menu achterin.
Met de tuimelschakelaars w en K de
#
gewenste temperatuur en luchthoeveelheid in
het menu achterin instellen.
%
Bij grote verschillen tussen de richtwaarden
voor de temperatuur van de installatie voor-
en achterin kunnen die niet precies geregeld
worden.
%
Wanneer de klimaatregeling achterin is uitge‐
schakeld, wordt ze automatisch ingeschakeld
door te drukken op de toets 0.
Afhankelijk van de uitvoering van het voertuig
schakelt de klimaatregeling naar behoefte de
betreffende dakairconditioning of verwarming
achterin in:
Voertuigen met dakairconditioning: Ach‐
R
terin kan alleen worden gekoeld.
Voertuigen met verwarming achterin: Ach‐
R
terin kan alleen worden verwarmd.
Klimaatregeling achterin uitschakelen TEMP‐
MATIC en THERMOTRONIC
#
De toets
/Y indrukken.
Indien het controlelampje in de toets
#
/Y en het symbool
het display van het temperatuurregelsysteem
knipperen, de luchthoeveelheid in het menu
achterin op stand 0 zetten.
%
Controlelampje aan: De klimaatregeling ach‐
terin is ingeschakeld.
Controlelampje gedoofd: De klimaatregeling
achterin is uitgeschakeld.
Controlelampje knippert: De instelmodus van
de klimaatregeling achterin is actief.
/Y
/Y op het display
/Y op
A/C-functie in- of uitschakelen
Voorwaarden
Het klimaatregelsysteem is ingeschakeld
R
(
pagina 108).
/
De A/C-functie verwarmt, koelt en droogt de
interieurlucht van de auto.
De toets ¿ indrukken.
#
%
De A/C-functie slechts kortstondig uitscha‐
kelen. Anders kunnen de ruiten sneller
beslaan.
%
Aan de onderzijde van het voertuig kan tij‐
dens het koelen condenswater naar buiten
komen. Dat is geen teken van een defect.
Klimaatregeling automatisch regelen
Voorwaarden
Het klimaatregelsysteem is ingeschakeld
R
(
pagina 108).
/
Automatische klimaatregeling inschakelen
In de automatische stand worden de tempera‐
tuur, de luchthoeveelheid en de luchtverdeling
geregeld en constant gehouden.
De toets à indrukken.
#
Op het display verschijnt de temperatuur. De
weergave van de luchthoeveelheid en de
luchtverdeling verdwijnen.
Wanneer de klimaatregeling achterin is inge‐
schakeld, wordt de instelling voor de achter‐
zijde overgenomen.
Automatische klimaatregeling uitschakelen
Met de tuimelschakelaar K de instelling
#
van de luchthoeveelheid en de luchtverdeling
(
pagina 110) wijzigen.
/
De betreffende andere instelling blijft onge‐
wijzigd bij de verandering.
Klimaatregeling achterin automatisch regelen
Voorwaarden
De klimaatregeling achterin is ingeschakeld
R
(
pagina 108).
/
In de automatische stand worden de tempera‐
tuur, de luchthoeveelheid en de luchtverdeling
geregeld en constant gehouden.
#
De toets
/Y indrukken.
De toets à indrukken.
#
Klimaatregeling 109