Er wordt sneller dan 45 km/h gereden.
-
DSR
verschijnt in het statusgedeelte van
-
de boordcomputer. Bovendien verschijnt
de melding
DSR
DSR - - -
verschijnt in het statusgedeelte
-
van de boordcomputer.
Snelheid tijdens bergafwaarts rijden instellen
U kunt de snelheid afhankelijk van de versnelling
tussen 4 km/h en 18 km/h met het rem- en gas‐
pedaal of met de tuimelschakelaar in het stuur‐
wiel instellen.
Tijdens de afdaling het voertuig afremmen of
#
versnellen tot de gewenste snelheid.
Het rem- of gaspedaal loslaten.
#
De actuele snelheid is opgeslagen.
of
De tuimelschakelaar
#
regeling omhoog- of omlaagdrukken.
De laatst opgeslagen snelheid wordt stapsge‐
wijs verhoogd of verlaagd.
De tuimelschakelaar
#
De actuele snelheid is opgeslagen.
of
De tuimelschakelaar
#
omlaagdrukken, tot de gewenste snelheid is
bereikt.
De tuimelschakelaar
#
De actuele snelheid is opgeslagen.
%
Het kan een ogenblik duren tot het voertuig
tot de ingestelde snelheid afremt. Deze ver‐
traging in acht nemen bij het instellen van de
snelheid met de tuimelschakelaar 1.
Uit.
1
tijdens een DSR-
1
loslaten.
1
zo lang omhoog- of
1
loslaten.
DSR uitschakelen
De schakelaar
1
aan de bovenzijde indruk‐
#
ken.
of
Versnellen en sneller dan 45 km/h rijden.
#
In de volgende situaties wordt de DSR automa‐
tisch uitgeschakeld:
Er wordt sneller dan 45 km/h gereden.
R
®
Het ESP
of het ABS vertoont een storing.
R
Elektronische niveauregeling
Functie van de ENR (elektronische niveaure‐
geling)
& WAARSCHUWING Inklemgevaar door
zakkende auto
Bij het omlaagbrengen van de auto kunnen
lichaamsdelen van personen bekneld raken
die zich tussen de carrosserie en de banden
of onder de auto bevinden.
Bij het omlaagbrengen van de auto mag
#
zich niemand in de directe omgeving
van de spatbordranden of onder de auto
bevinden; dit controleren.
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
door het kantelen van de krik
Wanneer een voertuig met luchtvering wordt
geparkeerd kan de luchtvering tot een uur
later geactiveerd blijven, ook als het contact
is uitgeschakeld. Indien wordt geprobeerd het
voertuig met de krik op te krikken, probeert
de luchtvering het voertuigniveau te compen‐
seren.
Rijden en parkeren 141