Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Waarschuwingslampjes ÷ En : In; Werking Van De Versnellingsbakoverbrenging - Mercedes-Benz Sprinter 2018 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Sprinter 2018:
Inhoudsopgave

Advertenties

In- en uitschakelen: De schakelaar
#
de bovenzijde indrukken.
Het controlelampje in de schakelaar
pert terwijl de vierwielaandrijving wordt in- of
uitgeschakeld.
De waarschuwingslampjes ÷ en : in
het instrumentendisplay gaan branden. Het
®
ESP
en de ASR zijn gedurende de schakel‐
manoeuvre uitgeschakeld. Als de schakelma‐
noeuvre voltooid is, doven de waarschuwings‐
lampjes ÷ en : in het instrumenten‐
display en zijn het ESP
schakeld.
Zolang het controlelampje in de schakelaar
knippert, kunt u de schakelmanoeuvre afbreken
door opnieuw de schakelaar
de schakelmanoeuvre niet wordt geaccepteerd,
knippert het controlelampje in de schakelaar
driemaal kort. Aan één van de schakelvoorwaar‐
den is dan niet voldaan.
Als het controlelampje in de schakelaar
brandt, is de vierwielaandrijving ingeschakeld. Op
het display van de boordcomputer verschijnt een
overeenkomstige melding.
%
Wanneer de versnellingsbakoverbrenging
LOW RANGE ingeschakeld is, kan de vierwiel‐
aandrijving niet worden uitgeschakeld.

Werking van de versnellingsbakoverbrenging

LOW RANGE
De overbrenging LOW RANGE maakt zeer lang‐
zaam rijden in de betreffende versnellingen
mogelijk. Bij ingeschakelde LOW RANGE worden
het gebruik van het vermogen van de motor en
het schakelen van de automatische transmissie
aangepast. In vergelijking met de wegversnelling
wordt de overbrengingsverhouding van de motor
1
aan
1
knip‐
®
en de ASR weer inge‐
1
1
in te drukken. Als
1
1
naar de wielen met circa 40% verlaagd. Het aan‐
drijfkoppel is daardoor overeenkomstig hoger.
Schakelvoorwaarden
Om LOW RANGE in of uit te schakelen, moet aan
de volgende schakelvoorwaarden zijn voldaan:
De vierwielaandrijving is ingeschakeld
R
(
pagina 138).
/
De motor draait.
R
Het voertuig staat stil.
R
U drukt het rempedaal in.
R
Voertuigen met handgeschakelde versnel‐
R
lingsbak: De handgeschakelde versnellings‐
bak staat in de neutraalstand.
Voertuigen met automatische transmis‐
R
sie: De keuzehendel staat in de stand j of
i.
LOW RANGE in- en uitschakelen
1
LOW RANGE in- en uitschakelen
%
Bij voertuigen met DSR (Downhill Speed
Regulation) is de schakelaar
schakelaar voor de DSR vervangen.
In- en uitschakelen: De schakelaar
#
de bovenzijde indrukken.
Het controlelampje + in het instrumenten‐
display knippert tijdens de schakelma‐
noeuvre:
Als de schakelmanoeuvre voltooid is en
R
LOW RANGE ingeschakeld is, brandt het
controlelampje +.
Als de schakelmanoeuvre voltooid is en
R
LOW RANGE uitgeschakeld is, dooft het
controlelampje +.
Rijden en parkeren 139
1
door de
1
aan

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave