gekwalificeerde werkplaats laten uitvoe‐
ren.
Ook schijnbaar zeer kleine wijzigingen aan het
voertuig, bijvoorbeeld het aanbrengen van een
radiateurbeschermrooster voor het rijden in de
winter, zijn niet toegestaan. De radiateur niet
afdekken. Ook geen thermomatten, insectenbe‐
schermingen of iets dergelijks gebruiken.
Anders worden de waarden van de datalogger
vervalst. In enkele landen is de registratie van
motordiagnosegegevens wettelijk voorgeschreven
en moet deze altijd controleerbaar en correct
zijn.
De uitrusting af fabriek met een houten of kunst‐
stof laadruimtebodem is een integraal onderdeel
van de voertuigstructuur. Wanneer de laadruimte‐
bodem wordt verwijderd, kan de carrosserie wor‐
den beschadigd. De ladingverankering is dan
beschadigd en de maximale belastbaarheid van
de bevestigingspunten is niet meer gegaran‐
deerd. Daarom de laadruimtebodem niet verwij‐
deren.
Aanwijzingen bij scheidingswand
Voertuigen die als bedrijfswagen (N1, N2) worden
toegelaten, voldoen zonder scheidingswand niet
aan de ISO 27956, die de systemen voor een cor‐
recte ladingverankering in bestelwagens
beschrijft. Bij gebruik van het voertuig voor goe‐
derenvervoer wordt de montage achteraf van de
scheidingswand dringend aanbevolen, omdat een
correcte ladingverankering bij voertuigen zonder
scheidingswand slechts zeer arbeidsintensief kan
worden gerealiseerd.
Handleiding
Deze handleiding beschrijft alle modellen, stan‐
daarduitrustingen en opties van uw voertuig die
op het tijdstip van de redactiesluiting van deze
handleiding verkrijgbaar waren. Landspecifieke
afwijkingen zijn ook mogelijk. In acht nemen dat
uw voertuig niet met alle beschreven functies kan
zijn uitgerust. Dit betreft ook veiligheidsrelevante
systemen en functies. Daarom kan de uitrusting
van uw voertuig bij sommige beschrijvingen en
afbeeldingen afwijken.
In het originele koopcontract van uw voertuig zijn
alle systemen in uw voertuig vermeld.
Bij vragen over de uitrusting en bediening kunt u
contact opnemen met een Mercedes-Benz-ser‐
vicewerkplaats.
Algemene aanwijzingen
De handleiding en het onderhoudsboekje zijn
belangrijke documenten en moeten in het voer‐
tuig bewaard worden.
Aanwijzing met betrekking tot voertuigen die
door opbouwfabrikanten zijn uitgerust
Beslist de handleiding van de opbouwfabrikant in
acht nemen. Anders kunt u gevaren niet herken‐
nen.
Bedrijfsveiligheid
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door storingen in de werking of sys‐
teemuitval
Als u de voorgeschreven service-/onder‐
houdswerkzaamheden of noodzakelijke repa‐
raties niet laat uitvoeren, kan dit tot storingen
in de werking of systeemuitvallen leiden.
De voorgeschreven service‑/ onder‐
#
houdswerkzaamheden en noodzakelijke
reparaties altijd laten uitvoeren bij een
gekwalificeerde werkplaats.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len en letsel door ondeskundige wijzigin‐
gen aan elektronische onderdelen
Wijzigingen aan elektronische onderdelen, de
software en bedrading hiervan kunnen de
werking en/of de werking van andere gekop‐
pelde onderdelen nadelig beïnvloeden. Met
name kunnen ook veiligheidsrelevante syste‐
men getroffen zijn.
Daardoor kunnen deze niet meer zoals
bedoeld functioneren en/of de bedrijfsveilig‐
heid van het voertuig in gevaar brengen.
Niet ingrijpen in de bedrading, de elek‐
#
tronische onderdelen en de software.
Werkzaamheden aan elektrische en
#
elektronische apparaten altijd laten uit‐
voeren bij een gekwalificeerde werk‐
plaats.
Bij wijzigingen aan de boordelektronica vervalt de
typegoedkeuring.
Het onderwerp "Boordelektronica" in de "Techni‐
sche gegevens" in acht nemen.
23