298 Wielen en banden
Voertuigen met achterwielaandrijving: Reser‐
vewiel verwijderen (voertuig met verlaagd
chassis)
Afdekkingen van de bouten voor de borghaak
(voorbeeld voertuig met gesloten opbouw)
De achterdeuren openen.
#
Een schroevendraaier in de uitsparingen
#
plaatsen en de afdekkingen
Met de wielsleutel uit het boordgereedschap
#
de nu zichtbare bouten circa 20 omwentelin‐
gen linksom draaien.
De reservewielhouder
#
gen en de linker borghaak
De pomphefboom van de krik in elkaar zetten
#
en in de huls
5
aan de rechterzijde van de
reservewielhouder
4
De reservewielhouder met de pomphefboom
#
omhoogbrengen en de rechter borghaak
losmaken.
De lus
7
van de verwijderhulp
#
reservewiel zodanig plaatsen, dat u later de
wielsleutel
8
kunt vasthaken.
De krik voorbereiden.
#
De krik onder het betreffende kriksteunpunt
#
plaatsen.
De pomphefboom zo lang op en neer bewe‐
#
gen, tot de band maximaal 3 cm van de
bodem verwijderd is.
De wielsleutel
8
in de lus
#
derhulp
6
van het reservewiel vasthaken.
Het reservewiel voorzichtig uit de reservewiel‐
#
houder
4
nemen. Het reservewiel is zwaar.
Wanneer het reservewiel wordt verwijderd,
verandert het zwaartepunt vanwege het hoge
gewicht. Het reservewiel kan omlaag schuiven
of kantelen.
De verwijderhulp van het reservewiel verwij‐
#
deren en veilig opbergen. Het reservewiel kan
nu op uw voertuig worden gemonteerd.
Het voertuig laten zakken.
#
Voertuigen met achterwielaandrijving: Reser‐
vewiel aanbrengen (voertuig met verlaagd
chassis)
%
Bij bandenpech mag een defecte band alleen
in het interieur worden opgeborgen. Een
intact wiel kan alleen bij een onbeladen voer‐
tuig in de reservewielhouder worden onder‐
gebracht. En beladen voertuig moet eerst
omhoog worden gebracht.
Het reservewiel voorzichtig op de reservewiel‐
#
houder
4
aanbrengen. Het reservewiel is
zwaar. Wanneer het reservewiel op de reser‐
vewielhouder
4
wordt aangebracht, veran‐
dert het zwaartepunt vanwege het hoge
gewicht. Het reservewiel kan omlaag schuiven
of kantelen.
2
1
opwippen.
4
iets omhoogbren‐
3
losmaken.
schuiven.
3
6
van het
7
van de verwij‐