176 Rijden en parkeren
Weergave van de 360°-camera selecteren
Voorwaarden
In het multimediasysteem is de functie
R
achteruitrijcam.
geactiveerd (
De achteruitversnelling inschakelen.
#
In het multimediasysteem de gewenste weer‐
#
gave selecteren.
Automatische functie van de achteruitrijca‐
mera in- en uitschakelen
De achteruitrijcamera is slechts een hulpmiddel.
Hij kan uw waarneming van de omgeving niet ver‐
vangen. De chauffeur blijft te allen tijde verant‐
woordelijk voor het veilig manoeuvreren en in- en
uitparkeren. Erop letten dat zich geen personen,
dieren of voorwerpen in de baan van het voertuig
bevinden. De omgeving in de gaten houden en te
allen tijde klaar zijn om te remmen.
Multimediasysteem:
©
Instellingen
4
5
Camera & parkeren
5
Aut. achteruitrijcam.
#
Manoeuvreerondersteuning in- en uitschake‐
len
Multimediasysteem:
©
Instellingen
4
5
Camera & parkeren
5
Manoeuvreeronderst.
#
%
Wanneer de manoeuvreerondersteuning inge‐
schakeld is, zijn de volgende functies actief:
Drive Away Assist (
R
Rear Cross Traffic Alert (
R
ATTENTION ASSIST
Functie van de ATTENTION ASSIST
De ATTENTION ASSIST kan u ondersteunen bij
lange, monotone ritten op bijvoorbeeld autosnel‐
wegen. Indien de ATTENTION ASSIST tekenen van
vermoeidheid of toenemende onoplettendheid bij
de chauffeur herkent, wordt een pauze voorge‐
steld.
De ATTENTION ASSIST is slechts een hulpmiddel.
Hij kan vermoeidheid of toenemende onoplet‐
tendheid niet altijd tijdig herkennen. Het systeem
is geen vervanging van een uitgeruste en opmerk‐
zame chauffeur. Bij langere ritten tijdig en regel‐
matig pauzes nemen, waarbij u goed kunt uitrus‐
ten.
Aut.
pagina 176).
/
Assistentie
5
in- of uitschakelen.
Assistentie
5
in- of uitschakelen.
pagina 178)
/
pagina 179)
/
U kunt kiezen tussen twee instellingen:
Standaard: Normale gevoeligheid van het
R
systeem
Gevoelig: Verhoogde gevoeligheid van het
R
systeem. De chauffeur wordt eerder gewaar‐
schuwd en de door het systeem bepaalde
alertheidstoestand (attentieniveau) wordt
overeenkomstig aangepast.
Als vermoeidheid of een toenemende onoplet‐
tendheid wordt herkend, verschijnt op het instru‐
mentendisplay de waarschuwing:
Assist:
pauze!. U kunt de melding bevestigen en
naar behoefte pauze nemen. Als u geen pauze
neemt en de ATTENTION ASSIST nog steeds toe‐
nemende onoplettendheid vaststelt, wordt u op
z'n vroegst na 15 minuten opnieuw gewaar‐
schuwd.
Instrumentendisplay (kleurendisplay)
In het menu Assistentie van de boordcomputer
kan de statusinformatie voor de ATTENTION
ASSIST worden opgeroepen:
De ritduur sinds de laatste pauze
R
De door de ATTENTION ASSIST vastgestelde
R
alertheidstoestand:
Hoe voller de cirkel is, hoe groter de vast‐
-
gestelde alertheidstoestand.
Naarmate de alertheid afneemt, wordt de
-
cirkel in het midden van de weergave van
buiten naar binnen steeds leger.
Instrumentendisplay (zwart-wit-display)
Attention