Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mercedes-Benz Sprinter 2018 Handleiding pagina 128

Verberg thumbnails Zie ook voor Sprinter 2018:
Inhoudsopgave

Advertenties

126 Rijden en parkeren
Informatie over het rijden in de winter
& GEVAAR Levensgevaar door giftige uit‐
laatgassen
Wanneer de uitlaateindpijp geblokkeerd is of
geen voldoende ventilatie mogelijk is, kunnen
giftige uitlaatgassen, in het bijzonder koolmo‐
noxide, in het interieur binnendringen. Dat is
bijvoorbeeld het geval als de auto in de
sneeuw vastzit.
Als de motor of de standverwarming
#
moet blijven draaien, de uitlaateindpijp
en de omgeving van de auto sneeuwvrij
houden.
Aan de luwzijde van de auto een ruit
#
openen, om voldoende buitenlucht in
het interieur te laten komen.
& WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaar
voor ongevallen door terugschakelen op
glad wegdek
Als op glad wegdek wordt teruggeschakeld
om de remwerking van de motor te verhogen,
kunnen de aangedreven wielen hun grip ver‐
liezen.
Op glad wegdek niet terugschakelen om
#
de remwerking van de motor te verho‐
gen.
Voertuigen met automatische transmissie mogen
in de neutraalstand i slechts kortstondig rollen.
Het langdurig rollen van het voertuig, bijvoor‐
beeld tijdens het slepen, leidt tot transmissie‐
schade.
Als het voertuig in een slip dreigt te raken of bij
lage snelheid niet tot stilstand kan worden
gebracht, kunt u het voertuig stabiliseren door de
volgende maatregelen:
De automatische transmissie in de neutraal‐
R
stand i schakelen.
De neutraalstand van de versnellingsbak
R
inschakelen of het koppelingspedaal indruk‐
ken.
Het voertuig door stuurcorrecties onder con‐
R
trole proberen te houden.
Bij gladheid zeer voorzichtig rijden. Abrupt acce‐
lereren, sturen en remmen vermijden.
Voor het begin van de winter bij een gekwalifi‐
ceerde werkplaats een winterinspectie aan het
voertuig laten uitvoeren.
De aanwijzingen in het hoofdstuk "Aanwijzingen
met betrekking tot sneeuwkettingen"
(
pagina 265) in acht nemen.
/
Bij het rijden in winterse omstandigheden het
voertuig regelmatig controleren en sneeuw en ijs
verwijderen.
Ophopingen van sneeuw en ijs kunnen vooral in
bevroren toestand in de omgeving van de lucht‐
aanzuiging, de bewegende delen, de assen en de
wielkasten de volgende problemen veroorzaken:
Belemmering van de luchtaanzuiging
R
Beschadiging van onderdelen van het voertuig
R
Storingen in de werking door beperkingen van
R
de constructief bepaalde beweegbaarheid
(bijvoorbeeld een kleinere mogelijke stuuruit‐
slag)
Bij beschadigingen contact opnemen met een
gekwalificeerde werkplaats.
Informatie over rijden in het terrein
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len bij het niet aanhouden van de vallijn
op hellingen
Als een helling schuin wordt bereden of op
een helling wordt gekeerd, kan het voertuig
zijdelings wegglijden, kantelen en over de kop
slaan.
Een helling altijd in de vallijn (in rechte
#
lijn naar boven of naar beneden) berij‐
den en niet keren.
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
door versnellingskrachten tijdens het rij‐
den op het terrein
Door de ongelijkmatige bodemgesteldheid bij
het rijden in het terrein worden vanuit alle
richtingen versnellingskrachten uitgeoefend
op uw lichaam.
U kunt bijvoorbeeld van uw stoel worden
geworpen.
Ook bij het rijden in het terrein altijd de
#
veiligheidsgordel omgespen.
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
aan de handen bij het rijden over obsta‐
kels
Als u over obstakels of door spoorvorming
ontstane geulen rijdt, kan het stuurwiel terug‐
slaan en letsel aan uw handen veroorzaken.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave