Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

264 Wielen En Banden; Aanwijzingen Met Betrekking Tot Geluidsontwikkeling Of Ongewoon Rijge- Drag; Aanwijzingen Bij Het Regelmatig Controleren Van De Velgen En Banden; Informatie Over Het Rijden Met Zomerbanden - Mercedes-Benz Sprinter 2018 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Sprinter 2018:
Inhoudsopgave

Advertenties

264 Wielen en banden

Aanwijzingen met betrekking tot geluidsont‐
wikkeling of ongewoon rijgedrag
Tijdens het rijden letten op trillingen, geluiden en
ongewoon rijgedrag, bijvoorbeeld trekken naar
een kant. Dit kan wijzen op beschadigingen aan
banden of velgen. Als bandenpech vermoed
wordt de snelheid verlagen. Stop zo snel mogelijk
en controleer of wielen en banden beschadigd
zijn of niet meer naar behoren functioneren.
Onzichtbare beschadigingen van de banden kun‐
nen eveneens de oorzaak van het ongewone rij‐
gedrag zijn. Als er geen beschadigingen te zien
zijn, de banden en velgen laten controleren bij
een gekwalificeerde werkplaats.
Aanwijzingen bij het regelmatig controleren
van de velgen en banden
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door beschadigde banden
Beschadigde banden kunnen verlies van ban‐
denspanning veroorzaken.
Daardoor kunt u de controle over de auto ver‐
liezen.
Banden regelmatig op schade controle‐
#
ren en beschadigde banden direct ver‐
vangen.
De banden en velgen regelmatig op beschadigin‐
gen controleren, ten minste om de twee weken
en na rijden in het terrein of op slechte wegdek‐
ken. Beschadigde wielen kunnen leiden tot ban‐
denspanningsverlies.
bijvoorbeeld op de volgende beschadigingen let‐
ten:
sneden in de band
R
gaatjes in de band
R
scheuren in de band
R
uitstulpingen op de band
R
verbuiging of sterke corrosie van de wielen
R
& WAARSCHUWING Gevaar voor aquapla‐
ning door te lage profieldiepte
Bij een te lage profieldiepte laat de grip van
de banden te wensen over. Het bandenprofiel
kan het water niet meer afvoeren.
Daardoor verhoogt bij nat wegdek het gevaar
voor aquaplaning, in het bijzonder als u de
snelheid niet aanpast.
Bij een te hoge of te lage bandenspanning
kunnen banden op verschillende plaatsen van
het loopvlak verschillend verslijten.
De profieldiepte en de toestand van het
#
loopvlak over de gehele breedte bij alle
banden regelmatig controleren.
Minimumprofieldiepte bij
Zomerbanden: 3 mm
R
M+S-Reifen: 4 mm
R
De banden om veiligheidsredenen laten
#
vervangen voordat de wettelijk voorge‐
schreven minimumprofieldiepte bereikt
is.
De volgende controles regelmatig, ten minste
eenmaal per maand of indien nodig, bijvoorbeeld
voor een langere rit of rijden in het terrein, aan
alle wielen uitvoeren:
Controle van de bandenspanning
R
(
pagina 266)
/
Controle van de ventieldopjes
R
De ventielen moeten met de door Mercedes-
Benz speciaal voor het voertuig goedgekeurde
ventieldopjes tegen vocht en vuil beschermd
zijn.
Visuele controle van de profieldiepte en het
R
loopvlak van de band over de gehele breedte
De minimumprofieldiepte bedraagt bij zomer‐
banden 3 mm en bij winterbanden 4 mm.

Informatie over het rijden met zomerbanden

Zomerbanden verliezen bij temperaturen onder
10 °C duidelijk aan elasticiteit en daarmee aan
grip en remcapaciteit. Het voertuig uitrusten met
M+S-banden. Bij zomerbanden kan door gebruik
bij zeer lage temperaturen scheurvorming optre‐
den, waardoor ze blijvend beschadigd raken.
Mercedes-Benz kan voor dit schadesoort geen
verantwoordelijkheid nemen.
De toegestane maximumsnelheid van de gemon‐
teerde zomerbanden mag nooit worden over‐
schreden .
Als er zomerbanden zijn gemonteerd:
Bandenspanning controleren (
R
Bandenspanningscontrole opnieuw starten
R
(
pagina 282)
/
pagina 266)
/

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave