Download Print deze pagina

Advertenties

Disclaimer
De volgende online-versie van de handleiding
beschrijft alle modellen, standaarduitrustingen en
opties van uw auto. Landspecifieke afwijkingen in
de taalvarianten zijn mogelijk. Neem in acht dat
uw auto mogelijk niet met alle beschreven func-
ties is uitgerust. Dit betreft ook veiligheidsrele-
vante systemen en functies.
Neem alstublieft contact op met uw geautori-
seerde Mercedes-Benz-dealer om een gedrukte
handleiding voor andere modellen en modeljaren
te ontvangen. De online-handleiding is altijd de
meest actuele versie. Er kon geen rekening wor-
den gehouden met alle afwijkingen met het daad-
werkelijke voertuig, omdat Mercedes-Benz haar
voertuigen continu aanpast aan de nieuwste stand
der techniek en de vorm en uitvoering wijzigt.
Ook de gedrukte handleiding, aanvullende docu-
menten en de digitale handleiding lezen.
Auteursrecht
Alle rechten voorbehouden. Alle teksten,foto's en
afbeeldingen vallen onder het auteursrecht en
andere wetten ter bescherming van intellectueel
eigendom. Deze mogen niet voor handelsdoelein-
den of voor verspreiding worden gekopieerd, noch
veranderd en op andere websites worden
gebruikt.

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Mercedes-Benz B 180 2014

  • Pagina 1 Dit betreft ook veiligheidsrele- vante systemen en functies. Neem alstublieft contact op met uw geautori- seerde Mercedes-Benz-dealer om een gedrukte handleiding voor andere modellen en modeljaren te ontvangen. De online-handleiding is altijd de meest actuele versie. Er kon geen rekening wor-...
  • Pagina 2 B-Klasse Handleiding...
  • Pagina 3 Symbolen In deze handleiding vindt u de volgende sym- bolen: WAARSCHUWING Waarschuwingsaanwijzingen wijzen op geva- ren die uw gezondheid of uw leven resp. de gezondheid of het leven van anderen in gevaar kunnen brengen. Milieu-aanwijzing Milieu-aanwijzingen geven informatie over milieubewust handelen of milieubewust afvoeren.
  • Pagina 4 Houd er alstublieft rekening mee, dat de bedieningselementen overeenkomstig af. Mercedes-Benz Guides app in uw land even- Mercedes-Benz past zijn auto's steeds aan de tueel nog niet beschikbaar is. voortdurende ontwikkeling van de weten- De Technische Redactie van Daimler AG schap en de techniek aan.
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Trefwoordenregister ......4 In één oogopslag ......... 29 Inleiding ..........22 Veiligheid ..........39 Openen en sluiten ....... 85 Stoelen, stuurkolom en spiegels ..109 Verlichting en ruitenwissers ... 123 Temperatuurregeling ......139 Rijden en parkeren ......159 Boordcomputer en meldingen ..237 Beladen en nuttige informatie ..
  • Pagina 7 Trefwoordenregister Achterruitenwisser 1, 2, 3 ... In- en uitschakelen ......136 4ETS (elektronisch tractiesys- Wisserblad vervangen ....137 teem) Achterruitverwarming Zie ETS/4ETS (elektronisch trac- In- en uitschakelen ......149 tiesysteem) Probleem (storing) ......150 4MATIC Achteruitrijcamera Displaymelding ......288 In- en uitschakelen ......216 4MATIC (permanente vierwielaan- Reinigingsadviezen ......
  • Pagina 8 Trefwoordenregister Afstandsbediening Asbak ..........322 Batterijen vervangen (interieur- Asbelasting, toegestane (rijden voorverwarming) ......155 met een aanhangwagen) ....412 Interieurvoorverwarming-ventila- Assistentiemenu (boordcompu- tie ..........153 ter) ............248 Afstandswaarschuwing (waar- Assistentieweergave (boordcom- schuwingslampje) ......304 puter) ..........248 Afstandswaarschuwingsfunctie ASSYST PLUS Waarschuwingslampje ....
  • Pagina 9 Trefwoordenregister Bagageruimtebodem Zie Verlichting Autogegevens Belangrijke veiligheidsvoorschrif- Belading van de bagageruimte ten ..........318 (maximaal) ........410 Hoogte instellen ......319 Dakbelasting (maximaal) ....410 Opbergvak eronder ......318 Automatisch afzetten van de Openen en sluiten ......318 motor (ECO start-stop-functie) ..166 Bagageruimtevergroting ....
  • Pagina 10 Trefwoordenregister Bestuurdersportier Bandenspanning elektronisch controleren ........374 Zie Portier Binnenspiegel Belangrijke veiligheidsvoorschrif- ten ..........373 Dimmen (automatisch) ....118 Opnieuw starten ......375 Dimmen (handmatig) ..... 117 Boordcomputer Waarschuwingslampje ....305 Waarschuwingsmelding ....374 Bedienen ........239 Werking en aanwijzingen ....373 Belangrijke veiligheidsvoorschrif- Zendvergunning voor banden- ten ..........
  • Pagina 11 Comfortsluiten ........101 Probleem (storing) ......183 Conformiteitsverklaring ..... 24 Brillenvak ........... 309 Contactdoos Buitenlandse reis Achterin ......... 323 Mercedes-Benz Service ....334 Algemene aanwijzingen ....323 Symmetrisch dimlicht ....124 Bagageruimte ........ 324 Buitenspiegels Middenconsole ......323 Dimmen (automatisch) ....118 Controlelampjes Initialiseren ........
  • Pagina 12 Trefwoordenregister Display Belangrijke veiligheidsvoorschrif- Reinigen ......... 340 ten ..........166 Displaymelding Inleiding ......... 166 Algemene aanwijzingen ....257 Uit- en inschakelen ......168 ECO-weergave ASSYST PLUS ........ 333 Auto ..........286 Boordcomputer ......242 Banden .......... 283 Werking en aanwijzingen ....188 EDW (inbraak-diefstal-alarmsys- Bevestigen (boordcomputer) ..
  • Pagina 13 Trefwoordenregister Geheugenfunctie ....... 120 Geheugenkaart (audio) ..... 245 IKS veiligheidsblok Geïntegreerd kinderzitje Belangrijke veiligheidsvoorschrif- Belangrijke veiligheidsvoorschrif- ten ........... 63 ten ........... 61 IKS-veiligheidsblok IKS-veiligheidsblok ......63 Aanbrengen ........63 Inklappen ......... 62 Inparkeren Uitklappen ........62 Zie Parkeren Zijhoofdsteunen ....... 64 Inrij-aanwijzingen ......
  • Pagina 14 Trefwoordenregister Kogelkop Inklappen ........233 Kentekenplaatverlichting Uitklappen ........231 Lampje vervangen ......135 Koplampen Kentekenplaatverlichting (display- Beslagen ........128 melding) ..........273 Koplampen instellen ......126 Keuzehendel Krik Reinigen ......... 340 Gebruiken ........378 KEYLESS GO Opbergplaats ......... 345 Comfortsluiten ....... 101 Kunststof bekleding (reinigingsad- Deactiveren ........
  • Pagina 15 Meldingengeheugen (boordcom- Motornummer ........ 402 puter) ..........257 Onregelmatig draaien ....169 Menu Service (boordcomputer) ..251 Starten met sleutel ......164 Mercedes-Benz Intelligent Drive Starten met start-stop-toets ..164 Verkeerstekenassistent ....223 Starthulp ........355 Mercedes-Benz noodoproepsys- Startproblemen ......169...
  • Pagina 16 Trefwoordenregister Werking en aanwijzingen ....241 Belangrijke veiligheidsvoorschrif- Multifunctioneel stuurwiel ten ..........309 Boordcomputer bedienen ....239 Bestuurders- resp. passagiers- Overzicht ......... 33 stoel (onder) ........310 Brillenvak ........309 Dashboardkastje ......309 Kaartenvakken ....... 311 Navigatie Middenconsole ......309 Menu (boordcomputer) ....
  • Pagina 17 Lampje vervangen (vóór) ....132 Richtingaanwijzers Displaymelding ......273 Richtlijnen met betrekking tot QR-code belading ..........308 Mercedes-Benz Guide app ....1 Rijden door het water ....... 190 Reddingskaart ........26 Rijden in de winter Algemene aanwijzingen ....368 Glad wegdek ........190 Radio Sneeuwkettingen ......
  • Pagina 18 Trefwoordenregister Aanhangwagengewichten ....412 Inrij-aanwijzingen ......160 Actieve parkeerassistent ....210 Nat wegdek ........189 Algemene aanwijzingen ....230 Nieuwe remblokken ....... 190 Asbelasting, toegestane ....412 Remmen ........189 Belangrijke veiligheidsvoorschrif- Rijden door water op de weg ..190 ten ..........
  • Pagina 19 Trefwoordenregister Sleutelstanden Probleem (storing) ......138 Wisserbladen vervangen ....136 Start-stop-toets ......161 Sleutelstanden (contactslot) .... 161 Sluiten bij regen (panoramaschuif- dak) ............. 105 Schakelprogramma Sluitsignaal (boordcomputer) ..253 Automatisch ........177 Sneeuwkettingen ......369 Handmatig ........177 Snelheid begrenzen Weergave (DIRECT SELECT-keu- Zie SPEEDTRONIC zehendel) ........
  • Pagina 20 Trefwoordenregister Start-stop-functie Toetsen (boordcomputer) ....239 Zie ECO start-stop-functie Toetsenoverzicht ......33 Start-stop-toets Stuurwielschakelpaddels ....176 Motor starten ......... 164 Verwijderen ........163 Starten (motor) ........163 Tankdop Starthulp (motor) ......355 Zie Tankdopklep Statusindicatie veiligheidsgordels Tankdopklep achterin ..........46 Openen ..........
  • Pagina 21 Trefwoordenregister Automatische temperatuurrege- Totaal afgelegde afstand ....242 ling THERMOTRONIC (2 zones) ..143 Transmissie Comfortopening resp. sluiting Zie Automatische transmissie (luchtrecirculatie) ......150 Zie Handgeschakelde versnellingsbak Condens van ruiten verwijderen ..149 Transmissiestandaanduiding Controlelampje ......146 (DIRECT SELECT-keuzehendel) ..172 In- en uitschakelen ......
  • Pagina 22 Trefwoordenregister Bevestigen ........317 weergeven (multifunctioneel Veiligheidssysteem zwart-wit display) ......249 Displaymelding ......268 Werking en aanwijzingen ....223 Verlichting Inleiding ........... 40 Waarschuwingslampje ....301 Adaptieve grootlichtassistent ..127 Waarschuwingslampje (functie) ..41 Alarmknipperlichten ...... 127 Veiligheidssystemen inzittenden Automatisch rijlicht ......125 Automatische maatregelen na Buitenlandse reizen .......
  • Pagina 23 Trefwoordenregister Wegsleepbeveiliging Versnellings- of keuzehendel ..340 Vloerbedekking ......341 Deactiveren ........81 Wielen ..........337 Inschakelen ........81 Video Uitschakelen ........81 Dvd bedienen ......... 246 Werking ........... 81 Video-dvd Wielen Bedienen (boordcomputer) .... 246 Aanhaalmoment ......380 VIN ............402 Belangrijke veiligheidsvoorschrif- ten ..........
  • Pagina 24 Trefwoordenregister Initialiseren ........102 Openen en sluiten ......100 Probleem (storing) ......103 Zomerbanden ........368 Zonbeschermingsfolie ...... 326 ZONE-functie In- en uitschakelen ......148 Zonneklep .......... 321 Zonnescherm Openen en sluiten ......106 Panoramaschuifdak ....... 105...
  • Pagina 25 Alleen voor EU-landen: Mercedes-Benz neemt uw oude auto weer Door op milieubewuste wijze gebruik te terug om deze overeenkomstig de richtlijn maken van het voertuig ontziet u het milieu.
  • Pagina 26 Mercedes-Benz-servicewerkplaats. neemt Mercedes-Benz geen verantwoorde- De handleiding en het onderhoudsboekje zijn lijkheid voor het gebruik in Mercedes-Benz- belangrijke documenten en moeten in de auto's. auto bewaard worden. In Duitsland worden bepaalde onderdelen...
  • Pagina 27 Inleiding ! De auto kan worden beschadigd als: De voorgeschreven service- resp. onder- houdswerkzaamheden en noodzakelijke de auto vastzit, bijvoorbeeld op een hoge reparaties altijd bij een gekwalificeerde werk- stoeprand of onverharde wegen plaats laten uitvoeren. te snel over een obstakel wordt gereden, bijvoorbeeld een stoeprand of een kuil WAARSCHUWING een zwaar voorwerp tegen de bodem-...
  • Pagina 28 Als de auto bij een niet-geautoriseerde dea- gebruikt, kan de startaccu worden ontla- ler is aangeschaft. den. Als de auto nog niet bij een Mercedes-Benz- servicewerkplaats is onderzocht. Het aansluiten van apparaten op de diagnose- interface kan ertoe leiden, dat informatie van De auto bij voorkeur bij een Mercedes-Benz- de uitlaatgasbewaking wordt teruggezet.
  • Pagina 29 Inleiding Gaarne Mercedes-Benz zo snel mogelijk infor- Meer informatie vindt u onder https:// meren over een adreswijziging of wisseling portal.aftersales.i.daimler.com/public/ van eigenaar. Dit kunt u bijvoorbeeld doen bij content/asportal/en/communication/ een Mercedes-Benz-servicewerkplaats. informationen_fuer/QRCode.html. Correct gebruik Opgeslagen data in de auto Als waarschuwingsstickers worden verwij-...
  • Pagina 30 Inleiding Bewegingsprofielen van gereden trajecten http://www.mercedes-benz.com/ kunnen niet uit deze gegevens worden afge- opensource leid. As u een beroep doet op serviceverlening, kan deze technische informatie uit de meldingen‑ en storingsgeheugens worden uitgelezen. Serviceverlening betreft bijvoorbeeld: reparaties serviceprocedures garantiekwesties kwaliteitsbewaking.
  • Pagina 32 Cockpit ..........30 Instrumentenpaneel ......31 Multifunctioneel stuurwiel ....33 Middenconsole ........34 Portierbedieningseenheid ....36 Dakbedieningseenheid ....... 37...
  • Pagina 33 Cockpit Cockpit Functie Pag. Functie Pag. Stuurwielschakelpaddels Contactslot Combischakelaar Stuurkolom instellen Instrumentenpaneel TEMPOMAAT-hendel Claxon Elektrische parkeerrem DIRECT SELECT-keuzehen- Verlichtingsschakelaar Diagnose-interface Waarschuwingsmelding Motorkap openen PARKTRONIC Dakbedieningseenheid Temperatuurregelsyste-...
  • Pagina 34 Instrumentenpaneel Instrumentenpaneel Meldingen en bedieningselementen Functie Pag. Functie Pag. Snelheidsmeter Brandstofpeil Segmenten in de snelheids- Aanduiding tankdopklep- meter positie æ: De tankdop- klep bevindt zich links. Multifunctioneel display Dashboardverlichting Toerenteller Koelvloeistoftemperatuur Informatie over de weergave van de bui- tentemperatuur op het multifunctioneel display vindt u onder "Buitentemperatuur- meter"...
  • Pagina 35 Instrumentenpaneel Waarschuwings- en controlelampjes Functie Pag. Functie Pag. L Dimlicht % Dieselmotor: Voor- gloeien T Stadslicht ? Koelvloeistof K Grootlicht R Mistachterlicht ® ÷ ESP N Mistlampen ! Elektrische parkeer- ; Motordiagnose rem (rood) h Bandenspannings- ! Elektrische parkeer- controle rem (geel) æ...
  • Pagina 36 Multifunctioneel stuurwiel Multifunctioneel stuurwiel Functie Pag. Functie Pag. Multifunctioneel display Menu selecteren Display Audio 20/ COMAND Online (zie de Submenu selecteren of in afzonderlijke handleiding) lijsten bladeren LINGUATRONIC inschake- Selectie bevestigen len (zie de afzonderlijke Displaymeldingen bevesti- handleiding) Geluid uit- en inschakelen Terug LINGUATRONIC uitschake- Volume wijzigen...
  • Pagina 37 Middenconsole Middenconsole Middenconsole boven Functie Pag. Functie Pag. Audiosysteem/COMAND £ Alarmknipperlichten Online (zie de afzonderlijke PASSENGER AIRBAG con- handleiding) trolelampjes c Stoelverwarming Ú Schakelprogramma c PARKTRONIC selecteren è ECO start-stop-func- & Interieurvoorverwar- ming...
  • Pagina 38 Middenconsole Middenconsole onder Auto's met DIRECT SELECT keuzehendel Functie Pag. Functie Pag. Bekerhouder Asbak Opbergvak met media- Sigarettenaansteker interface Contactdoos Audio- resp. COMAND-con- Opbergvak troller (zie de afzonderlijke handleiding) Opbergvak...
  • Pagina 39 Portierbedieningseenheid Portierbedieningseenheid Functie Pag. Functie Pag. Portier openen W Zijruiten openen en sluiten % & Auto ver- en ontgrendelen n Kinderbeveiliging van de bediening van de achter- r45= Stoel- ste zijruiten in- en uitscha- en buitenspiegelinstellin- kelen gen opslaan Stoel elektrisch instellen 7 Z ö...
  • Pagina 40 Dakbedieningseenheid Dakbedieningseenheid Functie Pag. Functie Pag. u Interieurverlichting G SOS-toets achterin in- en uitschakelen (Mercedes-Benz noodop- roepsysteem) p Rechter leeslampje in- en uitschakelen Brillenvak | Interieurverlichting 3 Panoramaschuifdak voorin resp. automatische met zonneschermen ope- interieurverlichtingsrege- nen en sluiten ling uitschakelen c Interieurverlichting ë...
  • Pagina 41 Dakbedieningseenheid Functie Pag. Functie Pag. u Interieurverlichting ê Interieurbeveiliging achterin in- en uitschakelen uitschakelen p Rechter leeslampje Brillenvak in- en uitschakelen 3 Panoramaschuifdak | Interieurverlichting met zonneschermen ope- voorin resp. automatische nen en sluiten interieurverlichtingsrege- c Interieurverlichting ling uitschakelen voorin inschakelen ë...
  • Pagina 42 Wetenswaardigheden ......40 Paniekalarm ......... 40 Veiligheidssystemen inzittenden ..40 Kinderen in de auto ......57 Huisdieren in de auto ......72 Rijveiligheidssystemen ....... 73 Alarmsysteem ........80...
  • Pagina 43 Veiligheidssystemen inzittenden Wetenswaardigheden Veiligheidssystemen inzittenden Inleiding veiligheidssysteem Deze handleiding beschrijft alle modellen en standaard- en speciale uitrustingen van Het veiligheidssysteem reduceert bij een de auto die op het tijdstip van de redactie- ongeval het risico dat inzittenden met delen sluiting van deze handleiding verkrijgbaar van het interieur in aanraking komen.
  • Pagina 44 Controlelampje PASSENGER AIR BAG Als een airbagsysteem moet worden aange- past aan een persoon met een lichamelijke handicap, wendt u zich dan voor meer infor- matie tot een Mercedes-Benz-servicewerk- plaats. Waarschuwingslampje veiligheids- systeem De functies van het veiligheidssysteem wor-...
  • Pagina 45 Veiligheidssystemen inzittenden criteria, wordt de passagiersairbag geacti- Veiligheidsgordels veerd. Inleiding PASSENGER AIR BAG OFF brandt: De pas- sagiersairbag is uitgeschakeld. Hij wordt bij Een correct gedragen veiligheidsgordel ver- een ongeval niet geactiveerd. mindert bij een botsing of het over de kop Afhankelijk van de persoon op de passagiers- slaan de beweging van de inzittenden zo opti- stoel moet de passagiersairbag in- of uitge-...
  • Pagina 46 Als een kind jonger dan 12 jaar en kleiner dan 1,50 m in de auto wordt meegenomen: Belangrijke veiligheidsvoorschriften deze altijd beveiligen in een voor deze Mercedes-Benz geschikt kinderzitje. Het Waarschuwing kinderzitje moet geschikt zijn voor de leef- Als de veiligheidsgordel niet correct wordt...
  • Pagina 47 Veiligheidssystemen inzittenden Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsgor- Als dergelijke voorwerpen zich in of op uw dels te gebruiken die Mercedes-Benz voor uw kleding bevinden, zoals een pen, sleutel of auto heeft goedgekeurd. Anders kan dit lei- een bril, deze op een geschikte plaats den tot verlies van de typegoedkeuring van de opbergen.
  • Pagina 48 Veiligheidssystemen inzittenden De stoel instellen ( pagina 110). del kan dan niet naar buiten worden getrok- De rugleuning moet in vrijwel rechtop ken. staan. Veiligheidsgordel van de middelste ach- De veiligheidsgordel zonder rukken uit gor- terzitplaats deblokkeren: De veiligheids- delgeleiding = trekken. gordel bij de gordelgeleiding aan de rug- leuning circa 20 mm eruit trekken en weer Gordelslottong ;...
  • Pagina 49 Veiligheidssystemen inzittenden tie wordt de veiligheidsgordel van de bestuur- Op de linker en middelste achterzitplaats zijn ders‑ en passagiersstoel aangepast aan het de veiligheidsgordels niet omgegespt. (voor- bovenlichaam van de inzittenden. beeld) De gordelband wordt daartoe iets aangetrok- De statusindicatie veiligheidsgordels ach- ken, als: terin is alleen in bepaalde landen beschik- baar.
  • Pagina 50 Veiligheidssystemen inzittenden Belangrijke veiligheidsvoorschriften veiligheidsgordel niet correct worden gedragen. Waarschuwing Als kinderen in de auto meerijden, boven- Als wordt afgeweken van de correcte zithou- dien de volgende aanwijzingen in acht ding, kan de airbag niet meer zoals bedoeld nemen. beschermen en door het activeren extra ver- Kinderen jonger dan 12 jaar en kleiner dan wondingen veroorzaken.
  • Pagina 51 Veiligheidssystemen inzittenden Bij activering verhogen de frontairbags op de WAARSCHUWING voorstoelen het beschermingspotentieel voor Als een airbagafdekking wordt gewijzigd of als het hoofd en de borstkas. voorwerpen, bijvoorbeeld ook stickers, Aan de hand van de controlelampjes PAS- daarop worden aangebracht, kan de airbag SENGER AIR BAG OFF en PASSENGER AIR niet meer zoals bedoeld functioneren.
  • Pagina 52 Veiligheidssystemen inzittenden Sidebags Auto's met automatische passagiersairba- guitschakeling: De sidebag aan passagiers- WAARSCHUWING zijde wordt onder de volgende voorwaarden Ongeschikte stoelhoezen kunnen het opbla- geactiveerd: zen van de in de stoelen geïntegreerde air- de passagiersstoel is als bezet herkend, of bags belemmeren of zelfs verhinderen.
  • Pagina 53 Veiligheidssystemen inzittenden Werking van de automatische passa- Automatische passagiersairbaguit- giersairbaguitschakeling schakeling Inleiding Voor het herkennen van een kinderzitje op de passagiersstoel classificeert de automati- sche passagiersairbaguitschakeling de per- soon op de passagiersstoel. Afhankelijk van het resultaat wordt de passagiersairbag in- of uitgeschakeld.
  • Pagina 54 Veiligheidssystemen inzittenden Als er geen kinderzitje op de passagiersstoel WAARSCHUWING is gemonteerd, moet de passagier: Als een kind in een naar achteren gericht kin- de veiligheidsgordel correct dragen derzitje op de passagiersstoel wordt beveiligd en het controlelampje PASSENGER AIR BAG zo rechtop mogelijk zitten, met de rug ON brandt, kan de passagiersairbag bij een tegen de rugleuning...
  • Pagina 55 Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsrede- op een geschikte achterzitplaats worden nen alleen een kinderzitje te gebruiken, dat gemonteerd. Mercedes-Benz in combinatie met de auto- de passagiersstoel bezet is door een per- matische passagiersairbaguitschakeling soon met een klein postuur (bijvoorbeeld heeft getest en goedgekeurd.
  • Pagina 56 Veiligheidssystemen inzittenden Systeemzelftest gen. De automatische passagiersairbaguit- schakeling direct bij een gekwalificeerde GEVAAR werkplaats laten controleren en repareren. Als beide controlelampjes PASSENGER AIR BAG OFF en PASSENGER AIR BAG ON bij de WAARSCHUWING systeemzelftest niet gaan branden, vertoont Voorwerpen tussen de zitting en het kinder- het systeem een storing.
  • Pagina 57 Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF blijft branden, bezet door een volwas- mag niemand de passagiersstoel gebruiken. sene of een persoon De automatische passagiersairbaguitschakeling direct bij een met een overeenkom- Mercedes-Benz-servicewerkplaats laten controleren. stig postuur. Het controlelampje De automatische passagiersairbaguitschakeling vertoont een sto- PASSENGER AIR BAG ring.
  • Pagina 58 "Waarschu- wingslampje veiligheidssysteem" Mercedes-Benz adviseert om de auto na een pagina 41) ongeval naar een gekwalificeerde werkplaats als bij de betreffende voorstoel de gordel- te laten slepen. Dit advies in het bijzonder slottong in het gordelslot vergrendeld is.
  • Pagina 59 Veiligheidssystemen inzittenden De vertraging en versnelling van de auto en de beschermingspotentieel voor de inzitten- krachtrichting worden hoofdzakelijk bepaald den nodig is door: Niet alle airbags worden bij een ongeval de verdeling van de krachten tijdens het geactiveerd. De verschillende airbagsyste- ongeval men werken onafhankelijk van elkaar.
  • Pagina 60 Afzetten van de motor en uitschakelen van vertoont de brandstoftoevoer Bij auto's met DISTRONIC PLUS: Als de Auto's met Mercedes-Benz noodoproep- adaptieve remassistent sterk ingrijpt. systeem: Automatische noodoproep ® De PRE-SAFE leidt afhankelijk van de her-...
  • Pagina 61 Kinderen in de auto Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsrede- Bij het verlaten van de auto altijd de sleutel nen alleen een door Mercedes-Benz geadvi- meenemen en de auto vergrendelen. Kinde- seerd kinderzitje te gebruiken ren nooit zonder toezicht in de auto achterla- pagina 70).
  • Pagina 62 De waarschuwingsstickers in het interieur van de auto en op het kinderzitje in acht nemen. Voor het reinigen van de door Mercedes- Benz geadviseerde kinderzitjes bij voor- keur Mercedes-Benz-verzorgingsmiddelen ISOFIX-bevestigingsbeugels gebruiken. Informatie is verkrijgbaar bij Het ISOFIX-kinderzitje aan beide ISOFIX- elke Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
  • Pagina 63 Kinderen in de auto minderd. Als het kinderzitje een Top Tether- gordel heeft, moet deze altijd worden gebruikt. Belangrijke veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Wanneer de rugleuningen van de achterzit- plaatsen niet vergrendeld zijn, kunnen deze bij een ongeval, remmanoeuvre of abrupte verandering van richting naar voren klappen. Daardoor kunnen kinderzitjes niet meer zoals Hoofdsteun : omhoogschuiven.
  • Pagina 64 Als het IKS-veiligheidsblok aan directe zonne- staan straling of warmtebelasting wordt blootge- steld, kunnen delen daarvan zeer heet wor- Mercedes-Benz adviseert het geïntegreerde den. Kinderen kunnen zich branden aan deze kinderzitje voor kinderen vanaf een leeftijd delen, in het bijzonder aan metalen delen. Er...
  • Pagina 65 Kinderen in de auto De veiligheidsgordel zonder rukken uit de WAARSCHUWING gordelgeleiding trekken. Wanneer er geen hoofdsteunen aanwezig zijn De gordelslottong in het bij de zitplaats of als deze niet correct zijn ingesteld, kunnen behorende gordelslot vergrendelen. ze niet zoals bedoeld beschermen. Er is dan Als een geïntegreerd kinderzitje zonder een verhoogd risico op letsel van het hoofd of IKS-veiligheidsblok wordt gebruikt, moet...
  • Pagina 66 Kinderen in de auto Ontgrendelingshandgreep : naar voren Informatie over andere kinderzitjes is ver- trekken. krijgbaar bij elke Mercedes-Benz-service- werkplaats. Het geïntegreerde kinderzitje in het midden naar voren en omlaagdrukken ;, tot het Het geïntegreerde kinderzitje met IKS-veilig- vergrendelt. heidsblok mag niet worden gebruikt als directe opvolger van een babyschaal die tot 10 kg lichaamsgewicht is toegestaan.
  • Pagina 67 Kinderen in de auto Het IKS-veiligheidsblok ; over het geïnte- greerde kinderzitje A plaatsen. De veiligheidsgordel zonder rukken uit de gordelgeleiding trekken. Het onderste en bovenste gordeldeel in het gordeldoorvoerpunt bij het portier = gelei- den. De beide gordeldelen naar het gordeldoor- voerpunt in het interieur = geleiden en daar inschuiven.
  • Pagina 68 Als u voor het tweede geïntegreerde kin- WAARSCHUWING derzitje een zijhoofdsteun nodig heeft, kunt Als een kind in een naar achteren gericht kin- u deze bij iedere Mercedes-Benz-service- derzitje op de passagiersstoel wordt beveiligd werkplaats bestellen. en het controlelampje PASSENGER AIR BAG ON brandt, kan de passagiersairbag bij een ongeval worden geactiveerd.
  • Pagina 69 Kinderen in de auto Auto's zonder automatische passa- nemen, evenals de montage- en gebruiks- giersairbaguitschakeling handleiding van de fabrikant van het kinder- zitje. Naar voren gericht kinderzitje Als door omstandigheden een kind in een naar voren gericht kinderzitje op de passa- giersstoel wordt beveiligd, de passagiersstoel altijd zo ver mogelijk naar achteren zetten.
  • Pagina 70 Kinderen in de auto Kinderzitjes uit de categorie "Universal" zijn ligd, de passagiersstoel tevens in de hoog- herkenbaar aan het oranje goedkeuringslabel ste stand zetten. en de tekst "Universal". De rugleuning in een vrijwel rechte stand zetten. Het draagvlak van het kinderzitje moet vol- ledig op de zitting van de passagiersstoel rusten.
  • Pagina 71 Kinderen in de auto Geschiktheid van zitplaatsen voor bevestiging van een kinderzitje met gordels Wanneer een babyschaal van groep 0 of 0+ of een naar achteren gericht kinderzitje van groep I op een achterzitplaats wordt gebruikt, moet de bestuurders- of passagiersstoel zodanig wor- den ingesteld, dat de stoel de babyschaal of het kinderzitje niet raakt.
  • Pagina 72 Kinderen in de auto Gewichtsgroep Links, rechts Midden 15 kg tot 25 kg U, L 22 kg tot 36 kg U, L Geschiktheid van zitplaatsen voor bevestiging van een ISOFIX–kinderzitje Wanneer een babyschaal van groep 0 of 0+ of een naar achteren gericht kinderzitje van groep I op een achterzitplaats wordt gebruikt, moet de bestuurders- of passagiersstoel zodanig wor- den ingesteld, dat de stoel de babyschaal of het kinderzitje niet raakt.
  • Pagina 73 Ook altijd de aanwijzingen bij "Kinderzitjes op de passagiersstoel" ( pagina 65) en "Correcte plaatsing van kinderzitjes" ( pagina 66) in acht nemen. Informatie over geschikte kinderzitjes is verkrijgbaar bij elke Mercedes-Benz-servicewerk- plaats. Geadviseerde kinderzitjes voor bevestiging met de veiligheidsgordel van voer- tuigzitplaatsen...
  • Pagina 74 Kinderen in de auto Gewichtsgroep Fabrikant Type Goedkeurings- Bestelnummer nummer (E1 ...) (A 000 ...) Groep I: 9 kg tot Britax Römer DUO PLUS 03 301133 970 16 00 18 kg 04 301133 circa 9 maanden tot 4 jaar Groep II/III: 15 tot Britax Römer 04 301198 970 19 00...
  • Pagina 75 Huisdieren in de auto Beveiligen: De borgpal omhoog in de rich- Bij het verlaten van de auto altijd de sleutel ting van pijl : drukken. meenemen en de auto vergrendelen. Kinde- ren nooit zonder toezicht in de auto achterla- De werking van de kinderbeveiliging con- ten.
  • Pagina 76 Rijveiligheidssystemen als een zo goed mogelijk contact tussen ban- vres door het voertuig worden geslingerd en den en wegdek gewaarborgd is. Daarbij in het daarbij inzittenden verwonden. Er bestaat bijzonder de aanwijzingen m.b.t. banden, gevaar voor letsel en ongevallen! geadviseerde minimumprofieldiepte enzo- Dieren nooit zonder toezicht in het voertuig voort in acht nemen ( pagina 366).
  • Pagina 77 Rijveiligheidssystemen Het ABS werkt, onafhankelijk van de staat van Als het rempedaal wordt losgelaten, werkt het wegdek, vanaf een snelheid van circa het remsysteem weer op conventionele wijze. 8 km/h. Bij een glad wegdek werkt het ABS al De BAS wordt uitgeschakeld. bij een geringe druk op het rempedaal.
  • Pagina 78 Rijveiligheidssystemen Auto's met multifunctioneel zwart-wit dis- Na een beschadiging van de voorzijde van de auto de instelling en werking van de radar- play: Wanneer de afstandswaarschuwings- sensoren bij een gekwalificeerde werkplaats functie ingeschakeld is, geeft het multifunc- laten controleren. Dit geldt ook voor aanrij- tioneel display in het statusoverzicht het sym- dingen met lage snelheid, waarbij geen bool Ä...
  • Pagina 79 Rijveiligheidssystemen aanrijding heeft herkend, geeft het systeem u WAARSCHUWING eerst een optische en akoestische waarschu- De adaptieve remassistent kan objecten en wing. complexe verkeerssituaties niet altijd ondub- belzinnig herkennen. Autonome remfunctie In deze gevallen kan de adaptieve remassis- Als de bestuurder in een kritische situatie niet tent: op de afstandswaarschuwing reageert, kan onbedoeld ingrijpen...
  • Pagina 80 Rijveiligheidssystemen tot een waarde die is afgestemd op de ver- alarmknipperlichten worden automatisch uit- keerssituatie. geschakeld als er sneller dan 10 km/h wordt gereden. De alarmknipperlichten kunnen ook Het rempedaal zo lang ingedrukt blijven met de alarmknipperlichtentoets worden uit- houden tot de noodstopsituatie voorbij is. geschakeld ( pagina 127).
  • Pagina 81 Rijveiligheidssystemen Belangrijke veiligheidsvoorschriften ECO start-stop-functie De ECO start-stop-functie zorgt ervoor dat de Het onderwerp "Belangrijke veiligheids- motor automatisch wordt afgezet bij het stop- voorschriften" ( pagina 73) in acht nemen. pen. Voor opnieuw wegrijden start de motor WAARSCHUWING ® automatisch. Het ESP blijft daarbij in de van tevoren geselecteerde status.
  • Pagina 82 Rijveiligheidssystemen ® Als de auto met aanhangwagen (combinatie) ingeschakeld: gaat slingeren kunt u de combinatie alleen ® Het waarschuwingslampje ESP OFF å in stabiliseren door stevig op de rem te drukken. het instrumentenpaneel dooft. ® De ESP -aanhangwagenstabilisatie is actief ®...
  • Pagina 83 Alarmsysteem Stuurassistent STEER CONTROL EDW (inbraak-diefstal-alarmsysteem) Algemene informatie De stuurassistent STEER CONTROL helpt u door met een in het stuurwiel merkbare kracht in de voor de stabilisatie van de auto juiste richting te sturen. Dit stuuradvies krijgt u in het bijzonder als: tijdens het remmen de beide rechter of lin- ker wielen zich op een nat of glad wegdek bevinden...
  • Pagina 84 De auto ontgrendelen met de sleutel of via weer te sluiten. KEYLESS GO. Als het alarm langer dan 30 seconden aanhoudt, stuurt het Mercedes-Benz nood- De sleutel in het contactslot steken. oproepsysteem automatisch een bericht De wegsleepbeveiliging wordt automatisch naar de klantenservice. Dit gebeurt door uitgeschakeld.
  • Pagina 85 Alarmsysteem Uitschakelen De wegsleepbeveiliging blijft zo lang uitge- schakeld, tot: De auto ontgrendelen met de sleutel of via de auto opnieuw wordt ontgrendeld KEYLESS GO. een portier geopend en weer gesloten wordt en De sleutel in het contactslot steken. de auto weer wordt vergrendeld. Om vals alarm te voorkomen, de wegsleep- De start-stop-toets indrukken.
  • Pagina 86 Alarmsysteem Om vals alarm te voorkomen, de interieurbe- veiliging uitschakelen als de auto wordt ver- grendeld en: personen of dieren in de auto achterblijven het panoramaschuifdak geopend blijft de zijruiten geopend blijven. Alleen voor het Verenigd Koninkrijk: De auto is met een extra portiervergrende- ling uitgerust.
  • Pagina 88 Wetenswaardigheden ......86 Sleutel ..........86 Portieren ..........94 Bagageruimte ........97 Zijruiten ..........99 Panoramaschuifdak ......103...
  • Pagina 89 Sleutel Wetenswaardigheden WAARSCHUWING Wanneer zware of grote voorwerpen aan de Deze handleiding beschrijft alle modellen sleutel worden bevestigd, kan de sleutel tij- en standaard- en speciale uitrustingen van dens het rijden ongewild in het contactslot de auto die op het tijdstip van de redactie- draaien.
  • Pagina 90 Sleutel Als de auto van buitenaf is vergrendeld, is Centraal vergrendelen: Toets : indruk- standaard de functie extra portiervergrende- ken. ling geactiveerd. De portieren kunnen dan Met de sleutel worden centraal ver- en ont- niet van binnen uit worden geopend. De extra grendeld: portiervergrendeling kan worden gedeacti- de portieren...
  • Pagina 91 Sleutel Deactiveren en activeren sleutel tot de bediende portierhandgreep niet groter dan 1 m zijn. Als de auto gedurende langere tijd niet wordt Door een kortstondige radiografische verbin- gebruikt, kan de KEYLESS GO worden ding tussen auto en sleutel wordt gecontro- gedeactiveerd.
  • Pagina 92 Sleutel Nu werkt de sleutel als volgt: Alarm met KEYLESS GO beëindigen: De start-stop-toets in het contactslot indruk- Bestuurdersportier ontgrendelen: Toets ken. Daarbij moet de sleutel zich in de auto % eenmaal indrukken. bevinden. Centraal ontgrendelen: Toets % twee- maal indrukken. De auto met de KEYLESS GO ver- of ont- Centraal vergrendelen: De vergrende- grendelen.
  • Pagina 93 Lege batterijen bij een gekwalifi- ceerde werkplaats of bij de daarvoor bestemde plaatsen inleveren. Mercedes-Benz adviseert de batterij te laten vervangen bij een gekwalificeerde werk- plaats. Batterij controleren Noodsleutel ; in de richting van pijl in de opening van de sleutel drukken, tot dek- sel : van het batterijenvak opent.
  • Pagina 94 Sleutel De sleutel kloppen tegen de binnenzijde van de hand, tot batterij = uit de sleutel valt. De nieuwe batterij met de pluspool omhoog aanbrengen. Hiervoor een pluisvrije doek gebruiken. Het oppervlak van de batterij moet vrij van pluisjes, vet of andere verontreinigingen zijn.
  • Pagina 95 Sleutel Problemen met de sleutel Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De auto kan met de De batterij van de sleutel is zwak of leeg. sleutel niet meer wor- Auto's zonder KEYLESS GO of KEYLESS GO startfunctie: den ver- of ontgren- Opnieuw proberen de auto met de afstandsbedieningsfunctie deld.
  • Pagina 96 Sleutel Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De KEYLESS GO is defect. De auto met de afstandsbedieningsfunctie van de sleutel ver- of ontgrendelen. De auto en de sleutel bij een gekwalificeerde werkplaats laten controleren. Als de auto ook niet met de afstandsbedieningsfunctie kan worden ver- of ontgrendeld: De auto met de noodsleutel ontgrendelen ( pagina 97) of...
  • Pagina 97 Portieren Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen U heeft een sleutel ver- De sleutel bij een gekwalificeerde werkplaats laten blokkeren. loren. Het verlies direct aan uw verzekeringsmaatschappij melden. Zo nodig de mechanische sloten laten vervangen. U heeft de noodsleutel Het verlies direct aan uw verzekeringsmaatschappij melden.
  • Pagina 98 Portieren Als de auto van buitenaf is vergrendeld, is Portieren van binnen uit ontgrendelen standaard de functie extra portiervergrende- en openen ling geactiveerd. De portieren kunnen dan niet van binnen uit worden geopend. De extra portiervergrendeling kan worden gedeacti- veerd door de interieurbeveiliging te deacti- veren ( pagina 82).
  • Pagina 99 Portieren Ook een vergrendeld portier kan van binnen Wanneer een vergrendeld portier van binnen uit worden geopend. uit wordt geopend, wordt rekening gehouden met de vorige ontgrendeling, als: Als de auto van tevoren van buitenaf vergren- deld is, wordt bij het van binnen uit openen met de vergrendelingstoets voor de cen- van een portier het inbraak-diefstal-alarmsys- trale vergrendeling of...
  • Pagina 100 Bagageruimte De vergrendelingstoets in het bestuurders- Bestuurdersportier ontgrendelen portier indrukken ( pagina 95). (noodsleutel) De grendelknoppen in het passagierspor- Als de auto niet meer met de sleutel of met de tier en de achterportieren mogen niet meer KEYLESS GO kan worden ontgrendeld, de zichtbaar zijn.
  • Pagina 101 Bagageruimte Van buitenaf openen en sluiten achterklep als de motor draait geopend is, in het bijzonder tijdens het rijden, kunnen uit- Openen laatgassen het interieur binnendringen. Er bestaat vergiftigingsgevaar! Vóór het openen van de achterklep altijd de motor afzetten. Nooit met een geopende ach- terklep rijden.
  • Pagina 102 Zijruiten De openingsmaten van de achterklep Zijruiten vindt u in het hoofdstuk "Autogegevens" Belangrijke veiligheidsvoorschriften pagina 410). Als de achterklep niet meer kan worden ont- WAARSCHUWING grendeld, Bij het openen van een zijruit kunnen lichaamsdelen tussen de zijruit en het ruit- met de sleutel, of frame getrokken worden of bekneld raken.
  • Pagina 103 Zijruiten middel en is geen vervanging van uw oplet- Volledig openen: De betreffende toets tot tendheid tijdens het sluiten van een zijruit. voorbij het drukpunt indrukken en loslaten. De automatische beweging wordt gestart. WAARSCHUWING Handmatig sluiten: Aan de betreffende De anti-inklemfunctie reageert niet: toets trekken en vasthouden.
  • Pagina 104 Zijruiten en zonder KEYLESS GO startfunctie: Bij Aanwijzingen m.b.t. de automatische de volgende handelingsinstructies de punt anti-inklemfunctie: van de sleutel op de portierhandgreep van van de zijruiten ( pagina 99) het bestuurdersportier richten. De sleutel van het panoramaschuifdak moet zich dichtbij de portierhandgreep van pagina 104) het bestuurdersportier bevinden.
  • Pagina 105 Zijruiten Als een zijruit weer iets opent: Direct daarna opnieuw zo lang aan de betreffende toets in de portierbedienings- eenheid trekken, tot de zijruit gesloten is pagina 100). Nog één extra seconde aan de toets trek- ken. Als de betreffende zijruit na het loslaten van de toets gesloten blijft, is deze correct geïnitialiseerd.
  • Pagina 106 Panoramaschuifdak Problemen met de zijruiten WAARSCHUWING Bij het opnieuw sluiten van een zijruit direct na het blokkeren of initialiseren, sluit de zijruit met verhoogde of maximale kracht. De anti-inklemfunctie is daarbij niet actief. Daarbij kunnen lichaamsdelen in het sluitgebied bekneld raken. Er bestaat een verhoogd gevaar voor letsel of zelfs levensgevaar! Erop letten, dat zich geen lichaamsdelen in het sluitgebied bevinden.
  • Pagina 107 Panoramaschuifdak ! Het schuifdak alleen openen als er geen Wanneer iemand bekneld raakt: sneeuw of ijs op het dak ligt. Anders kun- direct de toets loslaten of nen storingen in de werking optreden. tijdens de automatische beweging de toets Geen scherpe voorwerpen vervoeren die kort in een willekeurige richting drukken.
  • Pagina 108 Bij contact met een door Mercedes-Benz de intensiteit van de regen. goedgekeurde dakdrager zakt het schuif- De automatische sluitprocedure kan hand- dak iets, maar blijft aan de achterzijde in de matig worden afgebroken.
  • Pagina 109 Panoramaschuifdak procedure hindert of belemmert, gaat het De sleutel in het contactslot in stand 1 of 2 zonnescherm automatisch weer open. De draaien ( pagina 161). automatische anti-inklemfunctie is echter De toets 3 in de betreffende richting slechts een hulpmiddel en is geen vervanging drukken of trekken.
  • Pagina 110 Panoramaschuifdak Problemen met het schuifdak WAARSCHUWING Als het schuifdak na een storing of spanningsonderbreking niet opnieuw wordt geïnitialiseerd, is de anti-inklemfunctie ontregeld of helemaal niet actief. Het schuifdak sluit met verhoogde of met maximale kracht. Daarbij kunnen lichaamsdelen in het sluitgebied bekneld raken. Er bestaat een verhoogd gevaar voor letsel of zelfs levensgevaar! In deze of vergelijkbare situaties altijd controleren, of zich geen lichaamsdelen in het sluitgebied bevinden.
  • Pagina 112 Wetenswaardigheden ....... 110 Correcte zithouding bestuurder ..110 Stoelen ..........111 Stuurwiel ........... 116 Spiegels ..........117 Geheugenfunctie ....... 120...
  • Pagina 113 Correcte zithouding bestuurder De veiligheidsvoorschriften van de stoelin- Wetenswaardigheden stelling in acht nemen ( pagina 111). Controleren of de stoel = correct inge- Deze handleiding beschrijft alle modellen steld is. en standaard- en speciale uitrustingen van de auto die op het tijdstip van de redactie- Mechanische stoelinstelling sluiting van deze handleiding verkrijgbaar pagina 112)
  • Pagina 114 Stoelen Daarbij moet de veiligheidsgordel: het rijden. Daardoor kunt u de controle over de auto verliezen. Er bestaat gevaar voor strak tegen het lichaam liggen ongevallen! over het midden van de schouder lopen De bestuurdersstoel moet altijd vergrendeld ter hoogte van het bekken zo dicht moge- zijn voordat de auto wordt gestart;...
  • Pagina 115 Stoelen Zittinghoogte Geen zware lasten op de stoelen vervoe- ren. Ook geen spitse voorwerpen op de Handgreep = zo vaak omhoogtrekken of zittingen leggen, zoals messen, spijkers omlaagdrukken, tot de stoel op de gewen- of gereedschappen. De stoelen indien ste hoogte staat. mogelijk alleen voor personen gebrui- ken.
  • Pagina 116 Stoelen Lengterichting van de hoofdsteunen De bestuurdersstoel, hoofdsteun, stuurkolom instellen of spiegels instellen en de veiligheidsgordel omgespen voordat u de motor start. WAARSCHUWING Wanneer er geen hoofdsteunen aanwezig zijn of als deze niet correct zijn ingesteld, kunnen ze niet zoals bedoeld beschermen. Er is dan een verhoogd risico op letsel van het hoofd of de nek, bijvoorbeeld bij een ongeval of rem- manoeuvre!
  • Pagina 117 Stoelen Hoger instellen: De hoofdsteun tot in de gewenste stand omhoogtrekken. Lager instellen: Ontgrendelingsknop : indrukken en de hoofdsteun omlaag in de gewenste stand drukken. Hoofdsteunen achterin verwijderen en aanbrengen Rugleuningwelving hoger instellen Rugleuningwelving zwakker instellen Rugleuningwelving dieper instellen Rugleuningwelving sterker instellen Stoelverwarming in- en uitschakelen In- en uitschakelen Voor het verwijderen van de hoofdsteun de...
  • Pagina 118 Stoelen Vanuit stand 3 wordt na circa acht minuten automatisch naar stand 2 teruggeschakeld. Vanuit stand 2 wordt na circa tien minuten automatisch naar stand 1 teruggeschakeld. Vanuit stand 1 wordt na circa 20 minuten automatisch uitgeschakeld. De sleutel in het contactslot in stand 1 of 2 draaien ( pagina 161).
  • Pagina 119 Stuurwiel Problemen met de stoelverwarming Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De stoelverwarming De boordnetspanning is te laag omdat er te veel elektrische ver- wordt voortijdig uitge- bruikers zijn ingeschakeld. schakeld of kan niet Niet noodzakelijke verbruikers, zoals achterruitverwarming, worden ingeschakeld.
  • Pagina 120 Spiegels Spiegels Binnenspiegel De sleutel in het contactslot in stand 1 of 2 draaien ( pagina 161). Toets : voor de linker buitenspiegel of toets ; voor de rechter buitenspiegel Dimmen: Dimhendel : naar voren of ach- indrukken. teren drukken. Het controlelampje in de betreffende toets gaat rood branden.
  • Pagina 121 Spiegels Buitenspiegels elektrisch in- en uitklap- klappen de buitenspiegels automatisch in zodra de auto van buitenaf wordt vergren- deld klappen de buitenspiegels automatisch weer uit zodra de auto wordt ontgrendeld en het bestuurders- of passagiersportier vervolgens wordt geopend. De buitenspiegels klappen niet uit als ze van tevoren handmatig ingeklapt zijn.
  • Pagina 122 Spiegels Als de elektrolyt is ingeslikt, direct de mond grondig uitspoelen. Geen braken opwek- ken. Als elektrolyt met de huid of ogen in contact is gekomen of is ingeslikt, zo snel mogelijk de hulp van een arts inroepen. Kleding die met elektrolyt is vervuild direct vervangen.
  • Pagina 123 Geheugenfunctie Toets ; voor de buitenspiegel aan passa- WAARSCHUWING gierszijde indrukken. Als de geheugenfunctie de stoel instelt, kun- Met insteltoets = de buitenspiegel instel- nen u en anderen – in het bijzonder kinderen len. In de buitenspiegel moeten het achter- –...
  • Pagina 124 Geheugenfunctie De stoel instellen ( pagina 112). De buitenspiegel aan bestuurderszijde instellen ( pagina 117). Geheugentoets M kort indrukken en bin- nen 3 seconden een van de geheugenposi- tietoetsen 1, 2 of 3 indrukken. De instellingen zijn op de geselecteerde geheugenpositie opgeslagen en er klinkt een bevestigingstoon.
  • Pagina 126 Wetenswaardigheden ....... 124 Buitenverlichting ......124 Interieurverlichting ......129 Lampjes vervangen ......130 Ruitenwissers ........135...
  • Pagina 127 Buitenverlichting Stadslicht, kentekenplaat- en dash- boardverlichting Algemene aanwijzingen Automatisch rijlicht, aangestuurd 4 Ã Mercedes-Benz adviseert om in verband met door de lichtsensor de veiligheid ook overdag met ingeschakelde Dim- en grootlicht verlichting te rijden. In enkele landen zijn door Mistachterlicht...
  • Pagina 128 Buitenverlichting Automatisch rijlicht Dimlicht inschakelen: De sleutel in het contactslot in stand 2 draaien of de motor à is de aanbevolen stand van de verlich- starten. tingsschakelaar. De verlichting wordt afhan- kelijk van het omgevingslicht automatisch in- De verlichtingsschakelaar in stand L en uitgeschakeld (uitzondering: weersafhan- draaien.
  • Pagina 129 Buitenverlichting Stadslicht Bestuurdersstoel, passagiersstoel en achterzitplaatsen bezet, bagageruimte ! Bij sterke ontlading van de accu wordt het beladen stads- of het parkeerlicht ten gunste van de volgende motorstart automatisch uitge- Voorstoelen bezet en maximumachteras- schakeld. De auto altijd overeenkomstig belasting bereikt, bijvoorbeeld bij het rij- wettelijke regelingen veilig en voldoende den met een aanhangwagen verlicht parkeren.
  • Pagina 130 Buitenverlichting Grootlicht Alarmknipperlichten inschakelen: Toets : indrukken. Grootlicht inschakelen: De sleutel in het Alle richtingaanwijzers knipperen. Als nu contactslot in stand 2 draaien of de motor een richtingaanwijzer via de combischake- starten. laar wordt ingeschakeld, knipperen alleen De verlichtingsschakelaar in stand L of de richtingaanwijzers aan de overeenkom- in stand Ã...
  • Pagina 131 Buitenverlichting Adaptieve grootlichtassistent in- of uit- Met deze functie kunt u het wisselen tussen schakelen het dimlicht en grootlicht automatisch laten uitvoeren. Het systeem herkent wanneer Inschakelen: De verlichtingsschakelaar in tegenliggers of voorliggers verlichting voeren de stand à draaien. en schakelt in dat geval om van grootlicht De combischakelaar in de richting van naar dimlicht.
  • Pagina 132 Interieurverlichting Interieurverlichting Interieurverlichtingsregeling Overzicht van de interieurverlichting Algemene aanwijzingen Behalve in stand 2 van de sleutel in het con- Dakbedieningseenheid voorin tactslot worden de interieurverlichtingsfunc- ties na enige tijd automatisch gedeactiveerd, om ontlading van de accu van de auto te voor- komen.
  • Pagina 133 Lampjes vervangen Interieurverlichting achterin in- en uit- is met alcohol of spiritus reinigen en met een schakelen: Toets u indrukken. niet-pluizende doek schoonwrijven. De lampjes tegen vochtigheid beschermen. Leeslampjes in- en uitschakelen: De De lampjes niet met vloeistof in aanraking toets p indrukken.
  • Pagina 134 Lampjes vervangen Lampjes aan voorzijde vervangen Afdekking in de voorste wielkuip ver- wijderen en aanbrengen Auto's met halogeenkoplampen Dimlicht: H7 55W Grootlicht: H7 55W Richtingaanwijzer: PY 21W Voordat de lampjes van de voorste richting- aanwijzers kunnen worden vervangen, moet de afdekking in de voorste wielkuip worden verwijderd.
  • Pagina 135 Lampjes vervangen Richtingaanwijzers (halogeenkoplam- Lamphouder ; linksom draaien en eruit pen) trekken. Het lampje uit lamphouder ; trekken. Het nieuwe lampje in lamphouder ; aan- brengen. Lamphouder ; aanbrengen en rechtsom draaien. Afdekking : aanbrengen en naar rechts draaien. De afdekking in de voorste wielkuip aan- brengen ( pagina 131).
  • Pagina 136 Lampjes vervangen Het nieuwe lampje aanbrengen en Lampjes aan achterzijde vervangen rechtsom draaien. Zijbekleding openen en sluiten Lamphouder : aanbrengen en rechtsom draaien, tot deze vergrendelt. De zijbekleding sluiten ( pagina 133). Achteruitrij- en mistachterlicht De lampjes van het achteruitrijlicht en het mistachterlicht in de achterklep vanwege de inbouwpositie laten vervangen bij een gekwa- lificeerde werkplaats.
  • Pagina 137 Lampjes vervangen trekken over de gehele lengte uit de klem- Lamphouder men losmaken. Achteruitrijlicht G: Het lampje uit de De stekkers C van de omgevingsverlich- lamphouder verwijderen E. ting aan de beide borgpallen ontgrendelen Het nieuwe lampje in de lamphouder ste- en naar buiten trekken.
  • Pagina 138 Ruitenwissers Kentekenplaatverlichting Combischakelaar $ Ruitenwissers uit De verlichting uitschakelen. Ä Intervalwissen laag (lage gevoelig- De achterklep openen. heid van de regensensor) Een schroevendraaier van buitenaf op Å Intervalwissen hoog (hoge gevoe- lampglas : plaatsen. ligheid van de regensensor) Lampglas : opwippen en verwijderen. °...
  • Pagina 139 0 Intervalwissen uitschakelen kracht van de botsing worden beschadigd. ô Wissen met ruitensproeiervloeistof Mercedes-Benz adviseert de ruitenwisser- De sleutel in het contactslot in stand 1 of 2 bladen te laten vervangen door een gekwa- draaien ( pagina 161).
  • Pagina 140 Ruitenwissers Ruitenwisserbladen aanbrengen Ruitenwisserblad aanbrengen Het nieuwe ruitenwisserblad ; op wisser- arm : zetten. Wisserarm : vasthouden en ruitenwisser- blad ; tegen de richting van de pijl druk- ken, tot het vergrendelt. De bevestiging van ruitenwisserblad ; controleren. Ruitenwisserblad ; parallel aan wisser- arm : zetten.
  • Pagina 141 Ruitenwissers Problemen met de ruitenwissers Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De ruitenwissers blok- De ruitenwissers worden geblokkeerd door bijvoorbeeld bladeren keren. of sneeuw. De ruitenwissermotor is uitgeschakeld. Om veiligheidsredenen de sleutel uit het contactslot verwijde- ren. De oorzaak van de blokkering verwijderen.
  • Pagina 142 Wetenswaardigheden ....... 140 Overzicht temperatuurregelsyste- men ............ 140 Temperatuurregelsysteem bedie- nen ............. 144 Luchtroosters ........157...
  • Pagina 143 Overzicht temperatuurregelsystemen De ventilatiekleppen achter de zijbekleding in Wetenswaardigheden de zijpaneel altijd vrijhouden ( pagina 133). Anders wordt de auto niet correct ontlucht. Deze handleiding beschrijft alle modellen en standaard- en speciale uitrustingen van Bij warm weer de auto gedurende korte de auto die op het tijdstip van de redactie- tijd ventileren, bijvoorbeeld met de functie sluiting van deze handleiding verkrijgbaar...
  • Pagina 144 Overzicht temperatuurregelsystemen Bedieningseenheid airconditioning Temperatuur instellen ( pagina 146) Voorruit ontwasemen ( pagina 148) Luchtverdeling instellen ( pagina 147) Luchtrecirculatie in- en uitschakelen ( pagina 150) Luchthoeveelheid instellen ( pagina 148) Koeling met luchtdroging in- en uitschakelen ( pagina 144) Achterruitverwarming in- en uitschakelen ( pagina 149) De luchtrecirculatie e uitschakelen...
  • Pagina 145 Overzicht temperatuurregelsystemen Aanbeveling voor de luchtverdeling in de zomer: De standen P of P en ¯ instellen ( pagina 147). De functie "Voorruit ontwasemen" slechts kortstondig gebruiken, tot de beslagen voorruit is ontwasemd. De functie "Luchtrecirculatie" slechts kort- stondig gebruiken, bijvoorbeeld bij onaan- gename geuren in de buitenlucht of in een tunnel.
  • Pagina 146 Overzicht temperatuurregelsystemen Bedieningseenheid automatische temperatuurregeling THERMOTRONIC (2 zones) Temperatuur instellen links ( pagina 146) Temperatuurregeling automatisch regelen ( pagina 146) Voorruit ontwasemen ( pagina 148) Luchthoeveelheid verhogen ( pagina 148) Luchtverdeling instellen ( pagina 147) Display Luchtrecirculatie in- en uitschakelen ( pagina 150) Temperatuurregeling in- en uitschakelen ( pagina 144)
  • Pagina 147 Temperatuurregelsysteem bedienen Airconditioning omdat in de stand luchtrecirculatie geen buitenlucht wordt toegevoerd. De sleutel in het contactslot in stand 2 De functie "ZONE" gebruiken, om de tem- draaien ( pagina 161). peratuurinstelling van de bestuurderszijde Inschakelen: De draaiknop A rechtsom in voor de passagierszijde over te nemen.
  • Pagina 148 Temperatuurregelsysteem bedienen lucht van de auto wordt overeenkomstig de gekozen temperatuur gekoeld en gedroogd. Aan de onderzijde van de auto kan tijdens het koelen condenswater naar buiten komen. Dat is normaal en geen aanduiding voor een defect. In- en uitschakelen Inschakelen: De toets ¿...
  • Pagina 149 Temperatuurregelsysteem bedienen Problemen met de functie "Koeling met luchtdroging" Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Het controlelampje in De koeling met luchtdroging is als gevolg van een storing uitge- de toets ¿ knippert schakeld. driemaal of blijft Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
  • Pagina 150 Temperatuurregelsysteem bedienen Automatische temperatuurregeling Luchtverdeling instellen THERMOTRONIC De sleutel in het contactslot in stand 2 draaien ( pagina 161). De temperatuur kan afzonderlijk voor de Een of meerdere van de toetsen P, bestuurders- en passagierszijde worden inge- O, ¯ indrukken. steld.
  • Pagina 151 Temperatuurregelsysteem bedienen Functie "Voorruit ontwasemen" in- en Luchthoeveelheid instellen uitschakelen Airconditioning De sleutel in het contactslot in stand 2 De sleutel in het contactslot in stand 2 draaien ( pagina 161). draaien ( pagina 161). Inschakelen: De toets ¬ indrukken. Verhogen of verlagen: Draaiknop A Het controlelampje in de toets ¬...
  • Pagina 152 Temperatuurregelsysteem bedienen In- en uitschakelen Automatische temperatuurregeling THER- MOTRONIC: De draaiknop voor het instel- De sleutel in het contactslot in stand 2 len van de temperatuur : of E links- of draaien ( pagina 161). rechtsom draaien ( pagina 143). De toets ¤...
  • Pagina 153 Temperatuurregelsysteem bedienen Problemen met de achterruitverwarming Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De achterruitverwar- De accu is niet voldoende opgeladen. ming wordt voortijdig Niet benodigde verbruikers, bijvoorbeeld leeslampjes, interieur- uitgeschakeld of kan verlichting of stoelverwarming, uitschakelen. niet worden ingescha- Zodra de accu voldoende opgeladen is, kan de achterruitver- keld.
  • Pagina 154 Temperatuurregelsysteem bedienen maschuifdak bewegen zich naar de oor- ruiten stoppen. Aan toets W trekken, om spronkelijke positie. de zijruit weer te sluiten. Het controlelampje in toets e dooft. De Comfortsluiten (auto's met panorama- luchtrecirculatie wordt uitgeschakeld. schuifdak): De toets e indrukken, tot Comfortopenen (auto's zonder panora- de zijruiten en het panoramaschuifdak wor- maschuifdak): De toets e indrukken,...
  • Pagina 155 Temperatuurregelsysteem bedienen In- en uitschakelen Brandbaar materiaal, bijvoorbeeld bladeren, gras of takken, kunnen ontsteken, als ze in De sleutel in het contactslot in stand 0 contact komen met: draaien of verwijderen ( pagina 161). hete delen van het uitlaatsysteem Inschakelen: De toets Ì indrukken. het uitlaatgas zelf.
  • Pagina 156 Temperatuurregelsysteem bedienen de sleutel in sleutelstand 2 wordt gedraaid De kleuren van het controlelampje op de toets : hebben de volgende betekenis: pagina 161). De interieurvoorverwarming wordt na blauw: Interieurvoorventilatie is ingescha- 30 minuten automatisch uitgeschakeld. keld Met de interieurvoorventilatie kan de lucht in rood: Interieurvoorverwarming is inge- het interieur niet tot onder de buitentempe- schakeld...
  • Pagina 157 Temperatuurregelsysteem bedienen een ongunstige stand van de afstandsbe- De volgende displaymeldingen zijn mogelijk: diening ten opzichte van de auto Melding Betekenis zenden vanuit een afgesloten ruimte De interieurvoorverwar- Als de batterij van de afstandsbediening zwak wordt, wordt het batterijsymbool links op het ming-ventilatie is uitge- display leeg afgebeeld.
  • Pagina 158 Temperatuurregelsysteem bedienen De toets u kort indrukken. Een vertrektijd is geacti- De toets , of . zo vaak indrukken, veerd. De interieurvoor- tot de tijd die moet worden gewijzigd op het ventilatie is momenteel display verschijnt. geactiveerd. Het cijfer op het display toont de res- De toetsen u en ^ tegelijkertijd indrukken.
  • Pagina 159 Temperatuurregelsysteem bedienen Accu-afdekking ; tegen de richting van de dit tot ernstige gezondheidsschade leiden. Er pijl op de afstandsbediening schuiven, tot dreigt levensgevaar! deze vergrendelt. Batterijen bewaren op een voor kinderen Met de afstandsbediening de functies van onbereikbare plaats. Wanneer batterijen de interieurvoorverwarming controleren.
  • Pagina 160 Luchtroosters Problemen met de interieurvoorverwarming-ventilatie Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen ¨ De signaaloverdracht tussen zender en auto vertoont een storing. FAIL De stand ten opzichte van de auto veranderen, zo nodig dichter bij de auto gaan staan. Opnieuw proberen om de interieurvoorverwarming-ventilatie met de afstandsbediening in of uit te schakelen.
  • Pagina 161 Luchtroosters en de draaikruizen in de middelste positie Luchtroosters achterin instellen plaatsen. Middelste luchtroosters instellen Luchtrooster achterin, links Luchtrooster achterin, rechts Draaiknop luchtroosters achterin Openen en sluiten: Draaiknop = Middelste luchtrooster openen: Het omhoog- of omlaagdraaien. draaikruis in een van de middelste lucht- Als de bedieningseenheid voorin uitge- roosters : linksom draaien.
  • Pagina 162 Wetenswaardigheden ....... 160 Inrij-aanwijzingen ......160 Rijden ..........160 Handgeschakelde versnellings- bak ............. 170 Automatische transmissie ....171 Tanken ..........180 Parkeren ..........184 Rijtips ..........187 Rijsystemen ........191 Rijden met een aanhangwagen ..229...
  • Pagina 163 Rijden Om af te remmen niet met de hand terug- Wetenswaardigheden schakelen. Auto's met automatische transmissie: Deze handleiding beschrijft alle modellen Het gaspedaal indien mogelijk niet tot voor- en standaard- en speciale uitrustingen van bij het drukpunt indrukken (kickdown). de auto die op het tijdstip van de redactie- sluiting van deze handleiding verkrijgbaar Vanaf 1.500 km kunnen de snelheid en het waren.
  • Pagina 164 Rijden Sleutelstanden WAARSCHUWING Als het contact tijdens het rijden wordt uitge- Sleutel schakeld, zijn de veiligheidsrelevante functies nog maar beperkt of helemaal niet meer beschikbaar. Dit betreft bijvoorbeeld de stuurbekrachtiging en de rembekrachtiging. Er is dan aanzienlijk meer kracht voor het stu- ren en remmen vereist.
  • Pagina 165 Rijden Als de start-stop-toets meerdere keren ach- motor nog steeds met de start-stop-toets ter elkaar wordt ingedrukt, komt dit overeen worden gestart. met de verschillende standen van de sleutel Tijdens het rijden kan de motor worden afge- in het contactslot. Voorwaarde hiervoor is zet door de start-stop-toets gedurende circa dat: drie seconden in te drukken.
  • Pagina 166 Rijden Contact inschakelen: De start-stop- Bovendien kunnen de kinderen de auto in toets : tweemaal indrukken. beweging zetten, door bijvoorbeeld: Het contact is ingeschakeld. de parkeerrem vrij te zetten Het contact wordt uitgeschakeld als: de automatische transmissie uit parkeer- het bestuurdersportier geopend is en stand P te schakelen of de handgescha- kelde versnellingsbak in de neutraalstand vanuit deze stand eenmaal de start-stop-...
  • Pagina 167 Rijden Handgeschakelde versnellingsbak de auto bevinden en de start-stop-toets moet in het contactslot aangebracht zijn. Het star- Alleen als het koppelingspedaal volledig ten van de motor met de sleutel staat los van wordt ingedrukt kan de motor worden het automatisch starten van de motor in de gestart.
  • Pagina 168 Rijden Automatische transmissie Wegrijden met een aanhangwagen WAARSCHUWING Als het motortoerental hoger is dan het stati- onair toerental en u de transmissiestand D of R inschakelt, kan de auto met een schok in beweging komen. Er bestaat gevaar voor ongevallen! Bij het inschakelen van transmissiestand D of R het rempedaal altijd stevig indrukken en niet tegelijkertijd gasgeven.
  • Pagina 169 Rijden Algemene aanwijzingen Daarom uw voet tijdig van het rem‑ naar het gaspedaal verplaatsen. De auto nooit verlaten als deze met de hellingassistent op zijn plaats wordt gehouden. De hellingassistent is niet actief, als: er op een vlakke weg of bergafwaarts wordt weggereden ECO start-stop-weergave (voorbeeld mul- de transmissie bij auto's met automatische...
  • Pagina 170 Rijden de interieurtemperatuur ingeregeld is De auto afremmen. de accu voldoende opgeladen is De neutraalstand N inschakelen pagina 171), eventueel de schakelaan- het systeem bij ingeschakelde airconditio- wijzing : voor het inschakelen van de neu- ning geen condens op de voorruit herkent traalstand N opvolgen.
  • Pagina 171 Rijden De motor wordt automatisch gestart, als: Inschakelen: De ECO-toets : indrukken. Controlelampje ; brandt. het koppelingspedaal wordt ingedrukt Als aan alle voorwaarden voor de automa- het gaspedaal wordt ingedrukt. tische motorstop wordt voldaan, wordt: Auto's met automatische transmissie bij auto's met multifunctioneel zwart-wit De motor wordt automatisch gestart, als: display het ECO-symbool è...
  • Pagina 172 De startmotor is blootgesteld aan een te hoge thermische belas- ting. De startmotor circa twee minuten laten afkoelen. De motor opnieuw starten. Als de motor desondanks niet aanslaat: Zo snel mogelijk contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats, bijvoorbeeld een Mercedes-Benz-servicewerk- plaats.
  • Pagina 173 Handgeschakelde versnellingsbak Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Auto's met benzinemo- De motorelektronica of een mechanisch onderdeel van de motor- tor: regeling vertoont een storing. De motor draait onre- Maar weinig gas geven. gelmatig en slaat over. Anders kan onverbrande brandstof in de katalysator terechtko- men en deze beschadigen.
  • Pagina 174 Automatische transmissie Schakeladvies Het schakeladvies geeft aanwijzingen voor een brandstofbesparende rijstijl. Op het mul- Achteruitversnelling tifunctioneel display wordt de geadviseerde versnelling weergegeven. Vooruitversnellingen 1 - 6 Wanneer op het multifunctioneel display van het instrumentenpaneel het betref- Neutraalstand N inschakelen fende schakeladvies : verschijnt, de geadviseerde versnelling inschakelen.
  • Pagina 175 Automatische transmissie Om wegrollen van de auto te voorkomen: bij afgezette motor en stilstaande auto de automatische transmissie in parkeerstand P zetten en de elektrische parkeerrem inschakelen. Transmissiestandaanduiding DIRECT SELECT-keuzehendel Schakelprogramma-aanduiding Overzicht transmissieschakeling De actuele transmissiestand en het schakel- programma staan op het op het multifunctio- neel display.
  • Pagina 176 Automatische transmissie Als de parkeerstand P wordt ingeschakeld, SELECT-keuzehendel tot voorbij de eerste weerstand omhoogdrukken. controleren dat de transmissiestandaandui- ding op het multifunctioneel display P toont. Als de achteruitversnelling is ingeschakeld is Alleen als de auto stilstaat, kan de parkeer- de ECO start-stop-functie niet beschikbaar.
  • Pagina 177 Automatische transmissie sleutel wordt verwijderd, schakelt de auto- Transmissiestanden matische transmissie automatisch in stand P. Parkeerstand Met start-stop-toets: Als vervolgens het Beveiligt de geparkeerde auto bestuurders- of passagiersportier wordt tegen wegrollen. geopend, schakelt de automatische trans- missie automatisch in stand P. De transmissie alleen in stand P zetten als de auto stilstaat Als de automatische transmissie in neutraal-...
  • Pagina 178 Automatische transmissie Gaspedaalstand Neutraal – neutraalstand Uw rijstijl heeft invloed op het schakelen van Tijdens het rijden de transmissie de automatische transmissie: niet in stand N zetten. Anders kan de automatische transmissie wor- Weinig gas: Vroeg opschakelen den beschadigd. Veel gas: Laat opschakelen Er vindt geen krachtoverbrenging van de motor naar de aangedreven De auto op een helling stoppen...
  • Pagina 179 Automatische transmissie Kickdown Programmakeuzetoets : indrukken. Op het multifunctioneel display verschijnt Als u maximaal wilt accelereren, de kickdown de letter van het geselecteerde schakel- gebruiken: programma. Het gaspedaal tot voorbij het drukpunt Bij iedere motorstart wisselt de automatische indrukken. transmissie in het automatisch schakelpro- De automatische transmissie schakelt gramma E.
  • Pagina 180 Automatische transmissie paddel is getrokken, naar de volgende hogere Het handmatig schakelprogramma M ver- of lagere versnelling. schilt van de schakelprogramma's E en S voor wat betreft spontaniteit, reactiegedrag en Alleen als de transmissie zich in stand D zachtheid van de schakelovergangen. bevindt, kunt u met de stuurwielschakelpad- dels schakelen.
  • Pagina 181 Automatische transmissie gramma M na een begrensde tijd automa- Als langzamer wordt gereden of wordt gestopt, zonder terug te schakelen, schakelt tisch uitgeschakeld. Hierbij schakelt de auto- de automatische transmissie automatisch matische transmissie in het laatst actieve terug. automatisch schakelprogramma E of S. Alleen wanneer het gaspedaal bij rollende Als u maximaal wilt accelereren, de keuze- auto wordt ingedrukt, wordt bij bergafwaarts...
  • Pagina 182 Automatische transmissie actieve automatisch schakelprogramma E of S schakelt. Als het handmatig schakelprogramma M wordt uitgeschakeld, kan de automatische transmissie in het automatisch schakelpro- gramma E of S in een lagere of hogere ver- snelling schakelen. Dit is afhankelijk van de stand van het gaspedaal, de snelheid en de belasting.
  • Pagina 183 Tanken Problemen met de transmissie Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De transmissie heeft De transmissie verliest vloeistof. schakelproblemen. De transmissie zo snel mogelijk bij een gekwalificeerde werk- plaats laten controleren. De acceleratie neemt De transmissie werkt in een noodprogramma. Stoppen.
  • Pagina 184 Tanken Tijdens het tanken niet weer in de auto stap- WAARSCHUWING pen. Anders kunt u zich weer elektrostatisch Voertuigen met dieselmotor: opladen. Als dieselbrandstof met benzine wordt Als de brandstoftank te ver wordt gevuld, kan gemengd, is het vlampunt van het brandstof- bij het verwijderen van het vulpistool brand- mengsel lager dan dat van zuivere diesel- stof wegspuiten.
  • Pagina 185 Tanken Auto's zonder KEYLESS GO: De sleutel uit het contactslot verwijderen. Auto's met KEYLESS GO startfunctie of KEYLESS GO: Het bestuurdersportier ope- nen. De boordelektronica bevindt zich nu in stand 0. Dat betekent "verwijderde sleu- tel". In de richting van de pijl : op de tankdop- klep drukken.
  • Pagina 186 Tanken Problemen met brandstof en brandstoftank Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De auto lekt brandstof. Een brandstofleiding of de brandstoftank is defect. WAARSCHUWING Er is brand- of explosiegevaar. Direct de sleutel in het contactslot in stand 0 draaien en ver- wijderen ( pagina 161).
  • Pagina 187 Parkeren de transmissiestandaanduiding op het mul- Parkeren tifunctioneel display P tonen Belangrijke veiligheidsvoorschriften moet de sleutel verwijderd zijn WAARSCHUWING moeten op steile hellingen de voorwielen in de richting van de stoeprand worden Als brandbaar materiaal, bijvoorbeeld blade- gedraaid. ren, gras of takken, met hete delen van het uitlaatsysteem of de uitlaatgasstroom in aan- raking komen, kunnen deze materialen vlam Motor afzetten...
  • Pagina 188 Parkeren Met de sleutel: De sleutel in het contact- Het rempedaal indrukken en ingedrukt houden. slot in stand 0 draaien en verwijderen. De wegrijblokkering is ingeschakeld. De neutraalstand N inschakelen. Met de start-stop-toets: De start-stop- Het rempedaal loslaten. toets indrukken ( pagina 161).
  • Pagina 189 Parkeren Automatisch bedienen (auto's met Een ingeschakelde parkeerrem kan bij een automatische transmissie) lage boordnetspanning of bij een storing in het systeem eventueel niet worden vrijgezet. De elektrische parkeerrem wordt automa- Contact opnemen met een gekwalificeerde tisch bediend, als de transmissie in stand P werkplaats.
  • Pagina 190 Rijtips De spanningsvoorziening is niet voldoende. sterker afgeremd, hoe langer hand- greep : van de elektrische parkeerrem De auto staat langere tijd stil. ingedrukt wordt gehouden. Het rode controlelampje ! in het instru- mentenpaneel gaat branden. Tijdens het remmen: De elektrische parkeerrem wordt niet auto- klinkt een waarschuwingssignaal matisch bediend, als de motor door de ECO verschijnt de displaymelding...
  • Pagina 191 Rijtips Verstandig rijden – brandstof besparen De ECO-weergave zegt niets over het daad- werkelijke verbruik. Een vaste procentuele Om brandstof te besparen de volgende aan- waarde van de ECO-weergave komt niet over- wijzingen in acht nemen: een met een vaste verbruikswaarde. De banden moeten altijd de geadviseerde Naast de rijstijl wordt het verbruik beïnvloed spanning hebben.
  • Pagina 192 Rijtips De ECO-weergave berekent het rijgedrag van transmissie kan in een hogere versnelling aanvang tot einde van de rit. Daarom wijzigen schakelen. Daardoor kan de remwerking van de balken bij aanvang van de rit dynamisch. de motor minder worden. Bij een langere reistijd treden er minder wij- zigingen op.
  • Pagina 193 Rijden in de winter Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsrede- WAARSCHUWING nen, alleen de door Mercedes-Benz goedge- Als op een glad wegdek wordt teruggescha- keurde remblokken of remblokken van keld om de remwerking van de motor te ver-...
  • Pagina 194 Rijsystemen Voor het begin van de winter bij een gekwa- heid niet te overschrijden. Bij lange en steile lificeerde werkplaats een winterinspectie afdalingen, in het bijzonder bij een zwaar laten uitvoeren. beladen auto en bij het rijden met een aan- hangwagen, moet vroegtijdig in een lagere Bij gladheid zeer voorzichtig rijden.
  • Pagina 195 Rijsystemen TEMPOMAAT-hendel Zo ja, dan is de TEMPOMAAT al geselec- teerd. Zo nee, de TEMPOMAAT-hendel in de rich- ting van pijl A drukken. LIM-controlelampje ; in de TEMPOMAAT- hendel is gedoofd. De TEMPOMAAT is geselecteerd. Inschakelvoorwaarden Om de TEMPOMAAT te kunnen inschakelen moet aan alle volgende inschakelvoorwaar- den zijn voldaan: Inschakelen of snelheid verhogen...
  • Pagina 196 Rijsystemen de snelheid aan door automatisch te rem- Instelling in stappen van 1 km/h: De men. TEMPOMAAT-hendel tot het drukpunt kort omhoog : of omlaag ? aantippen. Auto's met handgeschakelde versnel- De laatst opgeslagen snelheid wordt in lingsbak: stappen van 1 km/h verhoogd of verlaagd. Altijd met een voldoende, maar niet met Instelling in stappen van 10 km/h: De een te hoog motortoerental rijden.
  • Pagina 197 Rijsystemen Belangrijke veiligheidsvoorschriften bij auto's met handgeschakelde versnel- lingsbak een te hoge versnelling wordt De SPEEDTRONIC kan het gevaar voor onge- ingeschakeld waardoor het motortoerental vallen van een niet aangepaste rijstijl niet ver- te ver daalt minderen en de natuurkundige grenzen niet bij auto's met automatische transmissie de verleggen.
  • Pagina 198 Rijsystemen Het LIM-controlelampje in de TEMPOMAAT- de opgeslagen snelheid niet bekend is, de hendel geeft aan welk systeem is geselec- gewenste snelheid nieuw invoeren. teerd: De TEMPOMAAT-hendel kort naar u toe LIM-controlelampje gedoofd: De TEMPO- trekken =. MAAT of de DISTRONIC PLUS is geselec- teerd.
  • Pagina 199 Rijsystemen Op het multifunctioneel display dooft de mel- DISTRONIC PLUS ding SPEEDTRONIC passief SPEEDTRONIC passief. Algemene aanwijzingen Variabele SPEEDTRONIC uitschakelen De DISTRONIC PLUS regelt de snelheid en De variabele SPEEDTRONIC kan niet door ondersteunt de bestuurder bij het constant remmen worden uitgeschakeld. houden van de afstand tot een voorligger.
  • Pagina 200 Rijsystemen heid, het tijdig remmen en het aanhouden van De verkeerssituatie altijd opmerkzaam in acht de rijstrook. nemen en gereed zijn om te remmen. De DISTRONIC PLUS niet gebruiken: WAARSCHUWING in verkeerssituaties die het rijden met con- De DISTRONIC PLUS kan andere verkeers- stante snelheid niet toestaan, bijvoorbeeld deelnemers en complexe verkeerssituaties druk verkeer, wegen met veel bochten...
  • Pagina 201 Rijsystemen TEMPOMAAT-hendel DISTRONIC PLUS inschakelen Inschakelvoorwaarden Om de DISTRONIC PLUS te kunnen inscha- kelen moet aan alle volgende inschakelvoor- waarden zijn voldaan: De motor moet gestart zijn. Eventueel kan het tot twee minuten na het wegrijden duren, voor de DISTRONIC PLUS bedrijfs- klaar is.
  • Pagina 202 Rijsystemen De DISTRONIC PLUS kan ook worden inge- auto rustiger. Deze instelling wordt geadvi- schakeld als de auto stilstaat. De laagst seerd voor stop-and-go-verkeer. instelbare snelheid bedraagt 30 km/h. Veranderen van rijstrook Wanneer u naar de inhaalstrook wilt wisselen, Met DISTRONIC PLUS rijden ondersteunt de DISTRONIC PLUS u daarbij Wegrijden en rijden wanneer:...
  • Pagina 203 Rijsystemen Als de DISTRONIC PLUS herkent dat de voor- Het kan eventjes duren tot de auto tot de ligger stopt, remt de eigen auto af tot stil- ingestelde snelheid accelereert of afremt. stand. De TEMPOMAAT-hendel omhoog : druk- Als de auto stilstaat, blijft deze stilstaan zon- ken voor een hogere snelheid of omlaag ;...
  • Pagina 204 Rijsystemen Als de DISTRONIC PLUS wordt uitgeschakeld, verschijnt gedurende circa vijf seconden de melding DISTRONIC PLUS Uit DISTRONIC PLUS Uit. De laatst opgeslagen snelheid blijft opge- slagen tot de motor wordt afgezet. Door gas geven wordt de DISTRONIC PLUS niet uitgeschakeld.
  • Pagina 205 Rijsystemen Als de DISTRONIC PLUS wordt ingeschakeld zonder dat een voorligger herkend is, branden één of twee segmenten ; in de buurt van de opgeslagen snelheid. Als de DISTRONIC PLUS een voorligger her- kent, gaan de segmenten ; van de snelheid van de voorligger = tot aan de opgeslagen snelheid : branden.
  • Pagina 206 Rijsystemen Bochten, in- en uitrijden van bochten Eigen auto DISTRONIC PLUS actief (tekst wordt alleen weergegeven bij bediening van de TEMPOMAAT-hendel) Auto's met multifunctioneel kleurendis- play: Met de boordcomputer de functie Assistentieweergave Assistentieweergave selecteren pagina 248). De DISTRONIC PLUS kan bij bochten andere voertuigen beperkt herkennen.
  • Pagina 207 Rijsystemen Kruisende voertuigen De DISTRONIC PLUS herkent het invoegende voertuig nog niet. De afstand ten opzichte van het invoegende voertuig wordt te gering. Smalle voertuigen De DISTRONIC PLUS kan kruisende voertui- gen abusievelijk herkennen. Als de DISTRONIC PLUS, bijvoorbeeld bij een ver- keerslicht met kruisend verkeer wordt inge- De DISTRONIC herkent de voorligger aan de schakeld, kan de auto onbedoeld wegrijden.
  • Pagina 208 Rijsystemen Aan de inschakelvoorwaarden moet vol- schakeld, bijvoorbeeld door een van de daan zijn; dit controleren. inzittenden Het rempedaal indrukken. er werkzaamheden aan de elektrische installatie in de motorruimte, aan de accu of Het rempedaal snel verder indrukken, tot de melding : op het multifunctioneel dis- aan de zekeringen worden uitgevoerd play verschijnt.
  • Pagina 209 Rijsystemen De elektrische parkeerrem wordt automa- Dergelijke schade wordt niet door de tisch ingeschakeld bij stilstand met ingescha- Mercedes-Benz aansprakelijkheid voor kelde HOLD-functie gebreken gedekt. Alle wielen moeten op de weg staan of volledig opgetakeld zijn. De een systeemstoring optreedt aanwijzingen bij het slepen van de auto met de spanningsvoorziening niet voldoende is.
  • Pagina 210 Rijsystemen Bereik van de sensoren manoeuvreren en parkeren. Bij het manoeu- vreren, in- en uitparkeren mogen zich geen Algemene aanwijzingen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden; dit controle- De PARKTRONIC houdt geen rekening met ren. obstakels, die zich: onder het herkenningsgebied bevinden, bij- ! Bij het inparkeren in het bijzonder op voorbeeld personen, dieren of voorwerpen...
  • Pagina 211 Rijsystemen Waarschuwingsmeldingen Actieradius Waarschuwingsdisplay voorzijde Segmenten linkerzijde van de auto Segmenten rechterzijde van de auto Segmenten meetgereedheid De afstand tussen sensor en obstakel wordt door waarschuwingsdisplays aangegeven. Het waarschuwingsdisplay voor de voorzijde Sensoren aan voorzijde bevindt zich in het dashboard, boven de mid- delste ventilatieroosters.
  • Pagina 212 Rijsystemen Automatische transmissie: Transmissiestand Waarschuwings- display Voorzijde actief R, N of de auto rolt Achter- en voorzijde actief achteruit Geen van beide zij- den actief Als de auto een obstakel nadert, worden afhankelijk van de afstand ten opzichte van het obstakel één of meerdere segmenten ver- licht.
  • Pagina 213 Rijsystemen Problemen met PARKTRONIC Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Alleen de rode segmen- De PARKTRONIC vertoont een storing en is uitgeschakeld. ten van de waarschu- Bij voortdurende problemen de PARKTRONIC bij een gekwalifi- wingsdisplays van de ceerde werkplaats laten controleren.
  • Pagina 214 Rijsystemen De actieve parkeerassistent gebruiken voor Op de andere verkeersdeelnemers letten. parkeerplaatsen die: Eventueel stoppen of de parkeerprocedure met de actieve parkeerassistent afbreken. parallel aan of dwars op de rijrichting liggen zich in rechte straten bevinden, dus niet in ! Indien niet vermijdbaar onder een rechte bochten hoek en langzaam over obstakels zoals op dezelfde hoogte liggen als de straat, dus...
  • Pagina 215 Rijsystemen De actieve parkeerassistent biedt bij parkeer- als deze parallel aan de rijrichting ligt ten plaatsen dwars op de rijrichting geen onder- minste 1,0 m langer zijn dan de auto steuning, als: als deze dwars op de rijrichting ligt ten min- ste 1,0 m breder zijn dan de auto.
  • Pagina 216 Rijsystemen In kleine parkeerplaatsen kan het nu nodig De auto altijd beveiligen tegen wegrollen, zijn te manoeuvreren. voordat deze wordt verlaten. Auto's met handgeschakelde versnel- Auto's met automatische transmissie: lingsbak: Stoppen, uiterlijk zodra het ononderbroken waarschuwingssignaal van Als de PARKTRONIC obstakels herkent, de PARKTRONIC klinkt.
  • Pagina 217 Rijsystemen Uitparkeren Auto's met automatische transmissie: Op het multifunctioneel display verschijnt de Om ervoor te zorgen dat de actieve parkeer- melding Parkeerassistent actief Parkeerassistent actief assistent u bij het uitparkeren ondersteunt: Selecteer schakelstand R Selecteer schakelstand R Letten op Letten op moet met de actieve parkeerassistent inge- omgeving omgeving.
  • Pagina 218 Rijsystemen a in het multifunctioneel stuurwiel assistent assistent beëindigd beëindigd en er klinkt een waar- indrukken. schuwingssignaal. U moet dan direct zelf stu- Op het multifunctioneel display verschijnt ren en in het stromende verkeer invoegen. De de melding Parkeerassist. actief Parkeerassist.
  • Pagina 219 Rijsystemen der te rijden opnieuw het gaspedaal indruk- De achteruitrijcamera functioneert niet of ken. slechts beperkt als: de achterklep geopend is het hevig regent, sneeuwt of mistig is Achteruitrijcamera het nacht is of er met de auto op een zeer Algemene aanwijzingen donkere plaats wordt gereden de camera wordt blootgesteld aan fel licht...
  • Pagina 220 Rijsystemen kelstand R kelstand R geselecteerd zijn, zie de digi- tale handleiding. De achteruitversnelling inschakelen. Op het display van de Audio 20 resp. het COMAND Online wordt de omgeving achter de auto weergegeven met hulplijnen. Het beeld van de achteruitrijcamera is tij- dens het manoeuvreren de hele tijd beschikbaar.
  • Pagina 221 Rijsystemen Functie "Achteruit inparkeren" Zonder stuurwielverdraaiing recht achter- uit parkeren Waarschuwingsmeldingen voor Extra PARKTRONIC weergave meetge- reedheid Waarschuwingsmeldingen achter Witte hulplijn zonder stuurwielverdraai- Auto's met PARKTRONIC-systeem: Als het ing, breedte over de buitenspiegels (sta- PARKTRONIC-systeem gereed is voor de tisch) meting ( pagina 208), verschijnt op het dis- Gele hulplijn voor de breedte over de bui-...
  • Pagina 222 Rijsystemen Met stuurwielverdraaiing achteruit inpar- Als de auto ongeveer recht voor de par- keren keerplaats staat, stoppen. Het witte rijspoor moet zo parallel mogelijk aan de parkeerplaatsmarkering liggen. Parkeerplaatsmarkering Gele hulplijn voor de breedte over de bui- tenspiegels, bij actuele stuurwielverdraai- Witte hulplijn bij actuele stuurwielver- ing (dynamisch) draaiing...
  • Pagina 223 Rijsystemen Functie "Aanhangwagen aankoppelen" objecten die zich op hoogte van de kogel- kop bevinden. Voorzichtig achteruitrijden, daarbij moet aanhangwagendissel-richthulp ; onge- veer op aanhangwagendissel = wijzen. Zo lang voorzichtig achteruitrijden, tot aan- hangwagendissel = de rode hulplijn bereikt. De afstand tussen de aanhangwagendissel en de rode hulplijn bedraagt nu circa 0,30 m.
  • Pagina 224 Rijsystemen Attention Level weergeven met multi- ATTENTION ASSIST functioneel zwart-wit display Algemene aanwijzingen De ATTENTION ASSIST ondersteunt u bij lange, monotone ritten op bijvoorbeeld auto- snelwegen. De ATTENTION ASSIST werkt in het snelheidsbereik tussen 60 km/h en 200 km/h. Indien de ATTENTION ASSIST typi- sche tekenen voor vermoeidheid of toene- mende onoplettendheid bij de bestuurder heeft herkend, wordt een pauze voorgesteld.
  • Pagina 225 Rijsystemen In het menu Assistentie ( pagina 248) van Als de ATTENTION ASSIST is uitgeschakeld, de boordcomputer kan de actuele statusin- wordt hij na het opnieuw starten van de motor formatie worden opgeroepen. automatisch weer ingeschakeld. De geselec- teerde gevoeligheid komt daarbij overeen Met de boordcomputer de assistentieweer- met de laatst geactiveerde selectie (Stan- gave voor de ATTENTION ASSIST selecte-...
  • Pagina 226 Rijsystemen Verkeersborden met een beperking op een Verkeerstekenassistent onderbord (bijvoorbeeld bij regen) worden Algemene aanwijzingen door de camera eveneens herkend. De verkeersborden worden alleen maar weer- gegeven met de beperking, als: het voorschrift waarop de beperking betrekking heeft, moet worden aangehou- den of de verkeerstekenassistent niet met zeker- heid kan vaststellen, of de beperking van...
  • Pagina 227 Rijsystemen bij vervuiling, ijsvorming of condensatie op moet worden nageleefd bij het aanhouden de voorruit in het gebied van de camera van de toegestane maximumsnelheid. bij slecht herkenbare verkeersborden (ver- vuiling, afdekking, sneeuw) bij onvoldoende verlichting van verkeers- borden 's nachts bij meerdere wegmarkeringen (bijvoor- beeld verkeersborden bij wegwerkzaamhe- den of naastgelegen rijstroken)
  • Pagina 228 Rijsystemen Einde snelheidsbeperking Hier geldt geen snelheidsbegrenzing :. Toegestane maximumsnelheid Onderbord bij regen Snelheidsbegrenzing bij regen Inrijverbod (waarschuwing voor verkeerd Er geldt een toegestane maximumsnelheid rijden) van 80 km/h (80 mph) bij regen en de ver- Als de verkeerstekenassistent bij het passe- keerstekenassistent heeft bepaald, dat de ren van inrijverbodsborden bemerkt dat beperking van kracht is.
  • Pagina 229 Rijsystemen De dodehoekassistent ondersteunt vanaf een vooruitrijdende smalle voertuigen, bijvoor- snelheid van circa 30 km/h. beeld motorfietsen of fietsen zeer brede rijstroken Belangrijke veiligheidsvoorschriften smalle rijstroken WAARSCHUWING sterk zijdelings versprongen rijdende voer- De dodehoekassistent reageert niet op voer- tuigen tuigen: vangrails of overeenkomstige wegbegren- wanneer u deze met weinig zijdelingse zingen.
  • Pagina 230 Rijsystemen Waarschuwingsdisplay lampje : knippert. Als de richtingaanwijzer ingeschakeld blijft, worden herkende voertui- gen weergegeven door het knipperen van het rode waarschuwingslampje :. Er vindt geen verdere akoestische melding plaats. Dodehoekassistent inschakelen In de boordcomputer moet de dodehoe- kassistent ingeschakeld zijn pagina 251).
  • Pagina 231 Rijsystemen Spoorassistent Stuur, remt of accelereert u altijd zelfstandig, in het bijzonder als de spoorassistent u waar- Algemene aanwijzingen schuwt. De spoorassistent kan het gevaar voor onge- vallen van een niet aangepaste rijstijl niet ver- minderen en de natuurkundige grenzen niet verleggen.
  • Pagina 232 Rijden met een aanhangwagen Spoorassistent inschakelen De trillingswaarschuwing volgt daarentegen later, wanneer u: De spoorassistent met de boordcomputer inschakelen, daartoe Standaard Standaard Adap‐ Adap‐ op smalle rijstroken rijdt tief tief selecteren ( pagina 251). een bocht afsnijdt. Als sneller dan 60 km/h wordt gereden en rijstrookmarkeringen worden herkend, worden de rijstrookmarkeringen in de Rijden met een aanhangwagen...
  • Pagina 233 Rijden met een aanhangwagen Om risico's te vermijden: Als met een aanhangwagen wordt gereden gedraagt de auto zich anders dan bij het rij- Voor elke rit beslist de kogeldruk controle- den zonder aanhangwagen. De combinatie: De maximumkogeldruk zoveel mogelijk benaderen is zwaarder De maximumkogeldruk niet overschrijden is begrensd in acceleratie en klimvermogen...
  • Pagina 234 In geen geval gas geven. het betreffende land in acht nemen. Niet tegensturen. Voor bepaalde auto's van Mercedes-Benz is Zo nodig remmen. bij het rijden met een aanhangwagen een ver- Een grotere afstand aanhouden dan wan- hoogde achterasbelasting toegestaan.
  • Pagina 235 Rijden met een aanhangwagen De kogelkop alleen ontgrendelen als het zwenkbereik vrij is. De kogelkop moet bij het inklappen altijd vergrendelen; dit controleren. De kogelkop moet worden uitgeklapt voordat een aanhangwagen met de auto kan worden getrokken. Het ontgrendelingswiel bevindt zich links ach- ter de zijbekleding in de bagageruimte.
  • Pagina 236 Rijden met een aanhangwagen Aanhangwagen afkoppelen WAARSCHUWING Als u een aanhangwagen met oplooprem in geremde staat afkoppelt, kan uw hand tussen de auto en de aanhangwagendissel worden ingeklemd. Er bestaat gevaar voor letsel! Een aanhangwagen niet in geremde staat afkoppelen. ! Een aanhangwagen met oplooprem niet Openen van de afdekking: Draaihand- afkoppelen als deze geremd is, anders kan...
  • Pagina 237 Rijden met een aanhangwagen De kogelkop met de hand in de richting van LED's correct functioneren. De reden voor de pijl drukken tot deze achter de bumper deze storingsmelding kan een onderschrijden vergrendelt. van de minimale stroom van 50 mA zijn. Het controlelampje in het ontgrendelings- Voor een betrouwbare uitvaldetectie moet wiel dooft en de weergave op het multi-...
  • Pagina 238 Rijden met een aanhangwagen Het deksel laten vergrendelen. Als gebruik wordt gemaakt van een adap- terkabel, deze met kabelbinders vastzetten aan de aanhangwagen.
  • Pagina 240 Wetenswaardigheden ....... 238 Belangrijke veiligheidsvoorschrif- ten ............238 Meldingen en bediening ....238 Menu's en submenu's ....... 242 Displaymeldingen ......257 Waarschuwings- en controlelamp- jes in het instrumentenpaneel ..292...
  • Pagina 241 Meldingen en bediening schuwingen van bepaalde systemen. Daarom Wetenswaardigheden erop letten dat de auto altijd bedrijfszeker is. Als de bedrijfsveiligheid van de auto nadelig Deze handleiding beschrijft alle modellen beïnvloedt is, deze direct op een veilige plaats en standaard- en speciale uitrustingen van stoppen.
  • Pagina 242 Meldingen en bediening De koelvloeistoftemperatuurmeter bevindt De segmenten in de snelheidsmeter geven zich rechts in het instrumentenpaneel aan welk snelheidsbereik ter beschikking pagina 31). staat. Tijdens normale rijomstandigheden en bij de Variabele SPEEDTRONIC ingeschakeld voorgeschreven hoeveelheid koelvloeistof pagina 194): mag de weergave oplopen tot 120 †. De segmenten gaan van nul tot de inge- Bij hoge buitentemperaturen en rijden in de stelde snelheidsbegrenzing branden.
  • Pagina 243 Meldingen en bediening Linker bedieningspaneel Selectie/displaymelding beves- tigen Menuregel oproepen en menu In het menu (telefoon) naar selecteren het telefoonboek omschakelen Kort indrukken: en beginnen het geselecteerde nummer te kiezen In lijsten bladeren Submenu of functie selecteren Kort indrukken: Auto's met Audio 20: In het Terug menu Audio...
  • Pagina 244 Meldingen en bediening Overzicht Multifunctioneel display Menuregel ? weergeven: Toets = Multifunctioneel zwart-wit display of ; in het stuurwiel indrukken. Menuregel ? wordt na enkele seconden uitgeschakeld. Tekstveld = toont het geselecteerde menu of submenu en displaymeldingen. Auto's met handgeschakelde versnel- lingsbak: De meldingen in het onderste gedeelte van het multifunctioneel display wij- ken af van de hier afgebeelde weergaven.
  • Pagina 245 Menu's en submenu's Boordcomputer "na vertrek" of "na Menu's en submenu's terugzetten" Menu-overzicht Met = of ; in het stuurwiel kan de menuregel worden opgeroepen en een menu worden geselecteerd. Bediening van de boordcomputer pagina 239). Afhankelijk van de uitrusting van de auto kun- Afstand nen de volgende menu's worden opgeroepen: Reistijd...
  • Pagina 246 Menu's en submenu's Als het contact langer dan vier uur uitgescha- Met = of ; in het stuurwiel het menu keld is, wordt de ECO-weergave automatisch Reis Reis selecteren. teruggezet. Met 9 of : de digitale snelheidsme- Meer informatie over de ECO-weergave ter ;...
  • Pagina 247 Menu's en submenu's Routewijziging zonder rijstrookadvies Menu Navigatie Navigatie-aanwijzingen tonen In het menu Navi Navi toont het multifunctioneel display de navigatie-aanwijzingen. Meer informatie over de navigatie vindt u in de afzonderlijke Audio 20 of COMAND Online handleiding. Straat waarin de routewijziging u stuurt De Audio 20 of het COMAND Online inscha- Afstand tot de routewijziging en grafische kelen (zie de afzonderlijke handleiding).
  • Pagina 248 Menu's en submenu's Geadviseerde rijstrook en tijdens de route- Zender ; wordt met zenderfrequentie of wijziging erbij gekomen rijstrook ?: Op deze zendernaam weergegeven. Alleen als de zen- rijstrook is het mogelijk om de volgende en de der ; is opgeslagen, wordt bovendien de daarop volgende routewijziging zonder ver- geheugenpositie weergegeven.
  • Pagina 249 Menu's en submenu's inschakelen (zie de afzonderlijke handlei- Menu Telefoon ding). Inleiding Met = of ; in het stuurwiel het menu Audio Audio selecteren. WAARSCHUWING Volgende of vorige titel selecteren: Wanneer in het voertuig geïntegreerde infor- 9 of : kort indrukken. matiesystemen en communicatieapparatuur Een titel uit de titellijst selecteren (snel- tijdens het rijden bediend worden, wordt u...
  • Pagina 250 Bluetooth is verkrijg- baar: Snel bladeren starten: De toets 9 of : langer dan 1 seconde ingedrukt bij een Mercedes-Benz-servicewerk- houden. plaats Het snelzoeken stopt als de toets wordt op internet: http://www.mercedes- losgelaten of als het einde van de lijst is benz.com/connect...
  • Pagina 251 Menu's en submenu's Statusoverzicht weergeven Menu Assistentie Statusoverzicht Statusoverzicht is alleen beschikbaar Inleiding bij auto's met multifunctioneel zwart-wit dis- play. Met = of ; in het stuurwiel het menu Assist. Assist. selecteren. Met 9 of : Statusoverzicht Statusoverzicht selecteren. a indrukken. Statusoverzicht Statusoverzicht toont van de vol-...
  • Pagina 252 Menu's en submenu's Aanwijzingsfunctie van de verkeersteke- De Assistentieweergave is alleen beschik- nassistent in- of uitschakelen baar bij auto's met multifunctioneel kleuren- display. Alleen bij auto's met multifunctioneel zwart- wit display. Met = of ; in het stuurwiel het menu Assist.
  • Pagina 253 Menu's en submenu's a indrukken. WAARSCHUWING De actuele selectie wordt weergegeven. ® Als het ESP wordt uitgeschakeld, wordt de In- of uitschakelen: a opnieuw indruk- auto niet door het ESP ® gestabiliseerd. Er ken. bestaat verhoogd slipgevaar en gevaar voor Auto's met multifunctioneel zwart-wit dis- ongevallen! play: Als de COLLISION PREVENTION...
  • Pagina 254 Menu's en submenu's Dodehoekassistent in- of uitschakelen In het menu Service Service zijn er afhankelijk van de uitvoering van de auto de volgende moge- Met = of ; in het stuurwiel het menu lijkheden: Assist. Assist. selecteren. Displaymeldingen in meldingengeheugen Met 9 of : Dodehoekassistent Dodehoekassistent...
  • Pagina 255 Menu's en submenu's Permanente weergave selecteren Met a bevestigen. Met : of 9 de functie Weergave- Weergave- Groot-Brittannië: Deze functie is niet beschik- eenh. Snelheid/afstand: eenh. Snelheid/afstand: selecteren. baar. De geselecteerde instelling km km mijlen mijlen Er kan worden ingesteld of het multifunctio- wordt getoond.
  • Pagina 256 Menu's en submenu's Auto Als de functie Automatische portierver‐ Automatische portierver‐ grendeling: grendeling: (auto's met multifunctioneel Permanente SPEEDTRONIC instellen zwart-wit display) of Autom. Autom. portiervergr. portiervergr. Met de functie Begrenzing (winterban‐ Begrenzing (winterban‐ (auto's met multifunctioneel kleurendisplay) den): den): kan de permanente SPEEDTRONIC is ingeschakeld, wordt de auto vanaf een snel- worden ingesteld.
  • Pagina 257 Menu's en submenu's auto op de vertrektijd voorverwarmd is. Als de in de sneeuw blijft steken. Er bestaat levens- vertrektijd is bereikt, verwarmt de interieur- gevaar! voorverwarming nog vijf minuten langer, In gesloten ruimtes zonder afzuiging de inte- daarna schakelt de interieurvoorverwarming rieurvoorverwarming uitschakelen, bijvoor- uit.
  • Pagina 258 Menu's en submenu's Met a bevestigen. Als de functie Spiegel inklappen bij Spiegel inklappen bij De vertrektijd kan worden gewijzigd. vergrendelen: vergrendelen: (auto's met multifunctioneel zwart-wit display) of Automatisch inklap‐ Automatisch inklap‐ Met = of ; de weergave selecteren (auto's met multifunctioneel kleurendis- die moet worden gewijzigd: Uren, minuten.
  • Pagina 259 Menu's en submenu's (winterbanden): (winterbanden): van de permanente SPEEDTRONIC kan uitsluitend in het sub- menu Voertuig Voertuig worden ingesteld.
  • Pagina 260 Displaymeldingen Displaymeldingen Inleiding Algemene aanwijzingen Er verschijnen displaymeldingen op het multifunctioneel display. Displaymeldingen met grafische weergaven kunnen in de handleiding vereenvoudigd zijn afgebeeld en afwijken van de weergave op het multifunctioneel display. De betreffende displaymeldingen opvolgen en de extra aanwijzingen in deze handleiding in acht nemen.
  • Pagina 261 Displaymeldingen Veiligheidssystemen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen !÷ Het ABS (antiblokkeersysteem), de BAS (remassistentsysteem), ® ® het ESP (elektronisch stabiliteitsprogramma), de ESP -aanhang- nu niet beschik‐ nu niet beschik‐ wagenstabilisatie, de HOLD-functie, de hellingassistent en de baar zie handlei‐...
  • Pagina 262 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Het remsysteem blijft normaal functioneren, echter zonder de bovengenoemde functies. De wielen kunnen daardoor bijvoor- beeld bij een noodstop blokkeren. Daardoor zijn de bestuurbaarheid en het remgedrag sterk nadelig beïnvloed. De remweg kan bij een noodstop langer worden. ®...
  • Pagina 263 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen ÷ ® ® Het ESP , de BAS, de PRE‑SAFE , de HOLD-functie, de hellingas- ® sistent en de ESP -aanhangwagenstabilisatie zijn vanwege een functioneren niet functioneren niet storing niet beschikbaar. zie handleiding zie handleiding Ook het adaptieve remlicht en de COLLISION PREVENTION...
  • Pagina 264 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Het rode controlelampje ! brandt. Het contact is uitgeschakeld en u heeft geprobeerd de elektrische Parkeerrem Om te Parkeerrem Om te parkeerrem vrij te zetten. ontgrendelen con‐ ontgrendelen con‐ Sleutel: De sleutel in het contactslot in stand 1 draaien. tact AAN tact AAN KEYLESS GO: Het contact inschakelen.
  • Pagina 265 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Het gele waarschuwingslampje ! en het rode controle- lampje ! branden. De elektrische parkeerrem vertoont een storing. Om vrij te zetten: Het contact uit- en weer inschakelen. De elektrische parkeerrem handmatig vrijzetten. Auto's met handgeschakelde versnellingsbak (automati- sche noodontgrendelfunctie): De veiligheidsgordel in het gor- delslot steken en bij het wegrijden iets meer gas geven.
  • Pagina 266 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Het gele waarschuwingslampje ! brandt. Het rode controle- lampje ! knippert gedurende circa 10 seconden na het inscha- kelen of vrijzetten van de elektrische parkeerrem. Daarna dooft het of blijft het branden. De elektrische parkeerrem vertoont een storing.
  • Pagina 267 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Het gele waarschuwingslampje ! brandt. Wanneer de elektri- sche parkeerrem handmatig wordt ingeschakeld of vrijgezet, knip- pert het rode controlelampje !. De elektrische parkeerrem vertoont een storing. De elektrische parkeerrem kan niet handmatig worden ingeschakeld. Auto's met handgeschakelde versnellingsbak: Het contact uitschakelen.
  • Pagina 268 Geen remvloeistof bijvullen. Daardoor wordt de storing niet ver- holpen. De remblokken hebben de slijtagegrens bereikt. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Remblok-slijtage Remblok-slijtage Een of meerdere hoofdfuncties van het systeem Mercedes-Benz Contact vertonen een storing. functioneert niet functioneert niet Het systeem laten controleren bij een gekwalificeerde werk- plaats.
  • Pagina 269 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Collision Preven‐ Collision Preven‐ De COLLISION PREVENTION ASSIST PLUS is tijdelijk niet beschik- tion Assist Plus tion Assist Plus baar. nu niet beschik‐ nu niet beschik‐ Mogelijke oorzaken: baar zie handlei‐ baar zie handlei‐...
  • Pagina 270 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Radarsensoren ver‐ Radarsensoren ver‐ Ten minste een van de volgende rijsystemen of rijveiligheidssys- vuild zie handlei‐ vuild zie handlei‐ temen is tijdelijk niet of beperkt beschikbaar: ding ding COLLISION PREVENTION ASSIST PLUS DISTRONIC PLUS Mogelijke oorzaken: De sensoren in de radiateurgrille en/of in de bumpers zijn ver-...
  • Pagina 271 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen ý Als het symbool op het multifunctioneel display verschijnt, is op een achterzitplaats de gordelslottong niet in het gordelslot ver- grendeld. WAARSCHUWING Een veiligheidsgordel die niet correct wordt gedragen of niet goed in het gordelslot vergrendeld is, kan zijn beschermende werking niet meer naar behoren vervullen.
  • Pagina 272 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Het veiligheidssysteem middenachter vertoont een storing. Tevens gaat waarschuwingslampje 6 in het instrumentenpa- Midden achter Sto‐ Midden achter Sto‐ neel branden. ring Werkplaats ring Werkplaats WAARSCHUWING opzoeken opzoeken De airbags of gordelspanners kunnen onbedoeld worden geacti- veerd of bij een ongeval niet worden geactiveerd.
  • Pagina 273 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Voorpass.-airbag Voorpass.-airbag De passagiersairbag is tijdens het rijden gedeactiveerd, hoewel: uitgeschakeld zie uitgeschakeld zie zich een volwassen persoon handleiding handleiding zich een persoon met overeenkomstig postuur op de passa- giersstoel bevindt. Wanneer extra krachten op de stoel worden uitgeoefend, kan het systeem een te gering gewicht meten.
  • Pagina 274 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Meer informatie over de automatische passagiersairbaguitscha- keling ( pagina 50). Voorpass.-airbag Voorpass.-airbag De passagiersairbag is tijdens het rijden ingeschakeld, hoewel: ingeschakeld zie ingeschakeld zie zich een kind, een klein persoon of een voorwerp met een handleiding handleiding...
  • Pagina 275 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen schakeld zie handleiding schakeld zie handleiding niet op het multifunctioneel display verschijnen. Ten minste 60 seconden wachten, tot de benodigde testproce- dures zijn doorlopen. Geen van de displaymeldingen mag op het multifunctioneel dis- play verschijnen;...
  • Pagina 276 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De linker resp. rechter richtingaanwijzer, achter, is defect. Achterlicht (auto's met halogeenkoplampen): Lampjes ver- Richtingaanwijzer Richtingaanwijzer vangen ( pagina 130). linksachter linksachter Achterlicht (auto's met LED-koplampen): Naar een gekwali- Richtingaanwijzer Richtingaanwijzer ficeerde werkplaats gaan.
  • Pagina 277 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Het mistachterlicht is defect. Achterlicht (auto's met halogeenkoplampen): Lampjes ver- Mistachterlicht Mistachterlicht vangen ( pagina 130). Achterlicht (auto's met LED-koplampen): Naar een gekwali- ficeerde werkplaats gaan. Het linker resp. rechter parkeer- of stadslicht, voor, is defect. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
  • Pagina 278 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De lichtsensor is defect. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. AUTO-verlichting AUTO-verlichting functioneert niet functioneert niet Bij het verlaten van de auto is de verlichting nog ingeschakeld. Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal. Licht uitschakelen Licht uitschakelen De verlichtingsschakelaar in stand Ã...
  • Pagina 279 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De koelvloeistof is te warm. Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal. Koelmiddel Koelmiddel Stoppen Stoppen WAARSCHUWING Motor uit Motor uit Niet met een oververhitte motor rijden. Dit kan ertoe leiden dat vloeistoffen, die door een lekkage of morsen in de motorruimte terecht zijn gekomen, ontsteken.
  • Pagina 280 Informatie over goedgekeurde motoroliën is verkrijgbaar bij elke gekwalificeerde werkplaats of op internet onder http:// bevo.mercedes-benz.com. Het motoroliepeil is tot het minimum gedaald. ! Lange ritten met te weinig koelvloeistof in het motorkoelsys- Bij tankstop 1 l Bij tankstop 1 l teem vermijden.
  • Pagina 281 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen æ De tankinhoud heeft het reservegebied bereikt. Het gebruik van de interieurvoorverwarming wordt in het reserve- Brandstofreserve Brandstofreserve gebied gedeactiveerd. Bij het eerstvolgende tankstation tanken. ç Er bevindt nog maar zeer weinig brandstof in de tank. Het gebruik van de interieurvoorverwarming is gedeactiveerd.
  • Pagina 282 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Spoor-assistent Spoor-assistent nu nu De spoorassistent is uitgeschakeld en tijdelijk niet beschikbaar. niet beschikbaar niet beschikbaar Mogelijke oorzaken: zie handleiding zie handleiding De voorruit in het blikveld van de camera is vervuild. Het zicht wordt gehinderd door hevige neerslag of mist.
  • Pagina 283 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Dodehoekassistent Dodehoekassistent De dodehoekassistent is bij het rijden met een aanhangwagen met aanhangwagen met aanhangwagen uitgeschakeld. niet beschikbaar niet beschikbaar De elektrische verbinding tussen de auto en de aanhangwagen is zie handleiding zie handleiding aangesloten.
  • Pagina 284 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Verkeersteken- Verkeersteken- De verkeerstekenassistent is tijdelijk niet beschikbaar. assistent nu niet assistent nu niet Mogelijke oorzaken: beschikbaar zie beschikbaar zie De voorruit in het blikveld van de camera is vervuild. handleiding handleiding Het zicht wordt gehinderd door hevige neerslag of mist.
  • Pagina 285 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen DISTRONIC PLUS DISTRONIC PLUS De DISTRONIC PLUS is defect. Ook de adaptieve remassistent kan functioneert niet functioneert niet uitgevallen zijn. Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. DISTRONIC DISTRONIC PLUS PLUS pas‐...
  • Pagina 286 Displaymeldingen Banden Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Bandenspanning Bandenspanning De bandenspanningswaarschuwing heeft een aanzienlijk span- Banden controleren Banden controleren ningsverlies herkend. Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal. Mogelijke oorzaak: U heeft de banden en velgen gewisseld of nieuwe banden en velgen gemonteerd.
  • Pagina 287 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Bandenspanning Bandenspanning Ten minste één band heeft een te lage bandenspanning, of de corrigeren corrigeren bandenspanningen van de afzonderlijke banden wijken te sterk van elkaar af. Bij de volgende gelegenheid de bandenspanning controleren pagina 373).
  • Pagina 288 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Let op: op: band band defect defect Van één of meerdere banden daalt de bandenspanning plotseling. Op het multifunctioneel display wordt de wielpositie weergegeven. WAARSCHUWING Rijden met een drukloze band levert de volgende gevaren op: Een drukloze band beïnvloedt het stuur- en het remvermogen van de auto nadelig.
  • Pagina 289 Displaymeldingen Auto Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Voor Voor motor motor starten starten U hebt geprobeerd om de motor in transmissiestand N te starten rem bedienen rem bedienen zonder het rempedaal in te drukken. Het rempedaal indrukken. Voor verlaten van Voor verlaten van U hebt geprobeerd om de keuzehendel in stand R of D te schake-...
  • Pagina 290 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Zonder schakelen Zonder schakelen De stand van de transmissie kan vanwege een storing niet meer Werkplaats opzoe‐ Werkplaats opzoe‐ worden gewijzigd. Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal. Als transmissiestand D is geselecteerd: Zonder de transmissiestand D te wijzigen naar een gekwalifi- ceerde werkplaats gaan.
  • Pagina 291 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Backup Backup accu accu Storing Storing De noodaccu voor de automatische transmissie wordt niet meer opgeladen. Bij de eerstvolgende gelegenheid naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Tot dan altijd voor het afzetten van de motor de keuzehendel in stand P zetten.
  • Pagina 292 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De motorkap is geopend. Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal. WAARSCHUWING De geopende motorkap kan tijdens het rijden het zicht belemme- ren. Er bestaat gevaar voor ongevallen! Direct op een veilige plaats stoppen. De auto tegen wegrollen beveiligen ( pagina 184).
  • Pagina 293 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen & De interieurvoorverwarming vertoont tijdelijk een storing of is defect. functioneren niet functioneren niet Als de auto horizontaal staat en de motor is afgekoeld: Viermaal zie handleiding zie handleiding gedurende meerdere minuten proberen de interieurvoorverwar- ming in te schakelen ( pagina 152).
  • Pagina 294 Displaymeldingen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen ¥ Het peil in het ruitensproeiervloeistofreservoir is tot onder het minimum gedaald. Ruitensproeier‐ Ruitensproeier‐ Ruitensproeiervloeistof bijvullen ( pagina 332). vloeistof bijvul‐ vloeistof bijvul‐ Ruitenwissers Sto‐ Ruitenwissers Sto‐ De ruitenwisser zijn defect. ring ring Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
  • Pagina 295 Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen  De sleutel wordt momenteel niet herkend. De plaats van de sleutel in de auto veranderen. Sleutel niet her‐ Sleutel niet her‐ Wanneer de sleutel nog steeds niet herkend wordt: kend kend (witte display-...
  • Pagina 296 Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel Veiligheid Veiligheidsgordel Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen ü Het waarschuwingslampje veiligheidsgordels herinnert bestuur- der en passagier eraan de gordel om te gespen. Alleen voor bepaalde landen: Het rode waar- De veiligheidsgordel omgespen ( pagina 44).
  • Pagina 297 Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen ü De bestuurder of de passagier hebben hun gordel niet omgegespt. Daarbij wordt sneller dan 25 km/h gereden of er is kortstondig Het rode waarschu- sneller dan 25 km/h gereden.
  • Pagina 298 Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Het ABS (antiblokkeersysteem) is vanwege een storing uitgescha- keld. Daarmee zijn bijvoorbeeld ook de BAS (remassistentsys- Het gele ABS-waar- ® teem), de COLLISION PREVENTION ASSIST PLUS, het ESP (elek- schuwingslampje ®...
  • Pagina 299 Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Het ABS is tijdelijk niet beschikbaar. Daarmee zijn bijvoorbeeld ® ook de BAS, de COLLISION PREVENTION ASSIST PLUS, het ESP Het gele ABS-waar- ® schuwingslampje de EBD (elektronische remkrachtverdeling), de PRE-SAFE , de brandt als de motor...
  • Pagina 300 Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De EBD is defect. Daarmee zijn bijvoorbeeld ook het ABS, de BAS, ® de COLLISION PREVENTION ASSIST PLUS, het ESP , de PRE- Het gele ABS-waar- ®...
  • Pagina 301 Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen ÷ ® Het ESP of de tractieregeling regelt, omdat er slipgevaar is of ten minste één wiel doordraait. ® Het gele ESP -waar- schuwingslampje knip- De TEMPOMAAT of de DISTRONIC PLUS is uitgeschakeld.
  • Pagina 302 Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen ÷ å ® Het ESP , de BAS, de COLLISION PREVENTION ASSIST PLUS, de ® PRE-SAFE , de HOLD-functie, de hellingassistent, het adaptieve ® ® De gele ESP - en ESP ®...
  • Pagina 303 Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen ÷ å ® ® Het ESP , de BAS, de PRE‑SAFE , de HOLD-functie, de hellingas- ® sistent en de ESP -aanhangwagenstabilisatie zijn tijdelijk niet ®...
  • Pagina 304 Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De extra meldingen op het multifunctioneel display in acht nemen. Het rode controle- lampje van de elektri- sche parkeerrem knip- pert of brandt en/of het gele waarschu- wingslampje van de elektrische parkeerrem brandt.
  • Pagina 305 Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel Motor Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Er kan een storing aanwezig zijn, bijvoorbeeld: Het gele waarschu- in het motormanagementsysteem wingslampje motordia- in de inspuiting gnose brandt als de in het uitlaatsysteem motor draait.
  • Pagina 306 Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen Het koelvloeistofpeil is te laag. Het rode waarschu- Als het koelvloeistofpeil in orde is, kan de luchttoevoer naar de wingslampje koelvloei- radiateur belemmerd zijn of kan de elektrische ventilator van het stof brandt als de koelsysteem uitgevallen zijn.
  • Pagina 307 Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De auto tegen wegrollen beveiligen ( pagina 184). De auto verlaten en uit in de omgeving van de auto blijven, tot de motor is afgekoeld. Het koelvloeistofpeil controleren en koelvloeistof bijvullen, daarbij de waarschuwingsaanwijzingen in acht nemen pagina 332).
  • Pagina 308 Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel Banden Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen De bandenspanningscontrole heeft een spanningsdaling bij ten minste één wiel geconstateerd. Het gele waarschu- wingslampje banden- WAARSCHUWING spanningscontrole Banden met een te lage bandenspanning leveren de volgende (drukverlies/storing) gevaren op: brandt.
  • Pagina 310 Wetenswaardigheden ....... 308 Richtlijnen m.b.t. belading ....308 Opbergmogelijkheden ...... 309 Nuttige informatie ......320...
  • Pagina 311 Richtlijnen m.b.t. belading Wetenswaardigheden In de omgeving van de uitlaatsierstukken en de uitlaateindpijpen altijd bijzonder voorzich- Deze handleiding beschrijft alle modellen tig zijn. Deze onderdelen laten afkoelen alvo- en standaard- en speciale uitrustingen van rens ze aan te raken. de auto die op het tijdstip van de redactie- Het rijgedrag van een beladen auto is afhan- sluiting van deze handleiding verkrijgbaar kelijk van de verdeling van de bagage.
  • Pagina 312 Opbergmogelijkheden de belasting op de bagageruimtebodem Openen: Aan handgreep : trekken en de wordt verhoogd. klep van het dashboardkastje ; openklap- pen. Sluiten: De klep van het dashboard- Opbergmogelijkheden kastje ; omhoogklappen, tot deze ver- grendelt. Opbergvakken Bovenin de klep van het dashboardkastje Belangrijke veiligheidsvoorschriften bevindt zich een pennenhouder.
  • Pagina 313 Opbergmogelijkheden Opbergvak voor de armsteun (auto's met Afhankelijk van de uitrusting van de auto automatische transmissie) bevindt zich in het opbergvak: een multimedia-aansluiteenheid met een sd-kaartsleuf en 2 usb-aansluitingen, bij- ® ® voorbeeld voor iPod , iPhone of mp3-spe- ler (zie de afzonderlijke handleiding) een mobiele-telefoonhouder pagina 324).
  • Pagina 314 Opbergmogelijkheden Opbergvakken achterin Opklappen: Klaptafel : in de richting van de pijl tot de gewenste stand omhoogtrek- Opbergvak in middenconsole achterin ken. Dichtklappen: Klaptafel : omlaagdruk- ken, tot deze tegen de rugleuning aan ligt. Bagagenetten Bagagenetten bevinden zich: in de beenruimte van de passagier op de achterzijde van de bestuurders- en passagiersstoel De richtlijnen m.b.t.
  • Pagina 315 Opbergmogelijkheden Naar voren klappen: De rugleuning iets Vergrendeling = in de richting van de pijl schuiven. naar achteren drukken. Klep ; geheel opzijzwenken. Aan ontgrendelingshendel : trekken en de rugleuning geheel op de zitting kantelen, Klep ; wordt door een magneet in de geo- tot deze vergrendelt.
  • Pagina 316 Opbergmogelijkheden ! Voordat de leuning van de achterzitplaats Rugleuning : naar voren klappen. naar voren wordt geklapt de zijhoofdsteun Eventueel de bestuurders- of de passa- voor het geïntegreerd kinderzitje uitbou- giersstoel terugzetten. wen, zie "Zijhoofdsteunen voor geïnte- Rugleuning achterin terugklappen greerd kinderzitje".
  • Pagina 317 Opbergmogelijkheden Aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de De hoofdsteunen van de rugleuning volle- bagageruimte dig omlaagschuiven ( pagina 113). De achterzitplaatsen in de achterste stand zetten ( pagina 315). Eventueel de bestuurders- of de passa- giersstoel naar voren verstellen. De linker of de rechter lus ; van de rug- leuning in de richting van de pijl trekken.
  • Pagina 318 Opbergmogelijkheden De hoek van de rugleuningen kan in 13 ver- De linker of rechter ontgrendelingshendel grendelingsstanden worden ingesteld. optillen en de betreffende stoel naar voren of naar achteren schuiven. De rechter of linker ontgrendelingslus ; in De ontgrendelingshendel weer loslaten. de richting van de pijl naar voren trekken.
  • Pagina 319 Opbergmogelijkheden het bagagescherm de lichtgekleurde aan- inzittenden raken. Er bestaat gevaar voor let- bouwdelen niet raken. sel! Alleen lichte voorwerpen aan de tassenhaak Het bagagescherm bevindt zich achter de hangen. Nooit harde, scherpe of breekbare rugleuning van de achterbank. voorwerpen aan de tassenhaak hangen. Bagagescherm uit- en inrollen ! De tassenhaak met maximaal 3 kg belas- ten en er geen bagage aan vastbinden.
  • Pagina 320 Opbergmogelijkheden Bagagescherm : naar boven toe verwij- den zich aan de zijkant in de beenruimte, deren. achterin Inbouwen: Bagagescherm : aan de rech- zonder bagageruimtevergroting. De hou- ders bevinden zich achter de C-stijl en de ter- of linkerzijde in verankering ; plaat- sjorogen voor het spannen van het net sen.
  • Pagina 321 Opbergmogelijkheden Opbergen: De rode knop op de bovenste Openen: De achterklep openen. en onderste geleidingsstang indrukken. Handgreep : aan het geribbelde Het veiligheidsnet opvouwen en oprollen. gedeelte ; omlaagdrukken. Handgreep : klapt omhoog. De beide klittenbanden van de veiligheids- nettas sluiten. De bagageruimtebodem aan handgreep : omhoogzwenken, tot deze tegen het baga- gescherm aan ligt.
  • Pagina 322 Er bestaat gevaar voor ongevallen! Beslist de maximumdakbelasting aanhouden en uw rijstijl aanpassen. ! Mercedes-Benz adviseert om alleen door Mercedes-Benz geteste en goedgekeurde dakdragers te gebruiken. Deze helpen om schade aan de auto te voorkomen. De bagage zodanig op de dakdrager aan-...
  • Pagina 323 Nuttige informatie Dakdragers bevestigen Waarschuwing Als voorwerpen op ongeschikte wijze in het interieur worden opgeborgen, kunnen ze ver- schuiven of rondslingeren en inzittenden raken. Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of abrupte ver- anderingen van richting! Voorwerpen altijd zodanig opbergen, dat ze in deze of vergelijkbare situaties niet kun- nen rondslingeren.
  • Pagina 324 Nuttige informatie gen. Beide alleen reinigen met schoon lauw water. Verwijderen: De bovenzijden van de bekerhouder : aan de bestuurders- en passagierszijde voorzichtig naar binnen trekken, tot deze uit de vergrendeling los- komen. De bekerhouder omhoogtrekken ;, tot deze kan worden verwijderd. De armsteun achterin omklappen.
  • Pagina 325 Nuttige informatie Verblinding van opzij Asbak achterin De zonneklep omlaagklappen. De zonneklep uit houder ; trekken. De zonneklep opzijzwenken. Asbak Asbak vóór ! Het opbergvak onder de asbak is niet hit- tebestendig. Voordat brandende sigaretten in de asbak worden gelegd, controleren of Openen: Afdekking = boven aan de de asbak volledig vergrendeld is.
  • Pagina 326 Nuttige informatie Contactdoos in de middenconsole voorin De sleutel in het contactslot in stand 2 draaien ( pagina 161). Auto's met afdekking boven het opberg- Auto's met afdekking boven het opberg- vak: Op het onderste gedeelte van afdek- vak: Op het onderste gedeelte van afdek- king : drukken.
  • Pagina 327 Nuttige informatie Contactdoos in bagageruimte Er verschijnt een melding, als: de verbinding met de Mercedes-Benz alarmcentrale niet tot stand kan worden gebracht er geen automatische doorschakeling naar de algemene alarmcentrale plaats- vindt. In dit geval het alarmnummer 112 op uw mobiele telefoon invoeren.
  • Pagina 328 Nuttige informatie Mercedes-Benz adviseert het gebruik van een afzonderlijke montagehandleiding voor goedgekeurde buitenantenne. Daardoor mobiele-telefoonhouders). wordt: De telefoon in de mobiele-telefoonhouder aanbrengen (zie de afzonderlijke montage- een optimale ontvangstkwaliteit van handleiding voor mobiele-telefoonhou- mobiele telefoons in de auto gewaarborgd ders).
  • Pagina 329 Nuttige informatie Mobiele-telefoonhouder in opbergvak De stoel naar achteren schuiven. Inbouwen: De vloermat in de beenruimte Om het opbergvak beter te bereiken, kan de leggen. voorgeïnstalleerde houder omhoog worden De borgknoppen : op de nokken ; druk- geklapt. ken. Meer informatie over het opbergvak Verwijderen: De vloermat van nokken ;...
  • Pagina 330 Wetenswaardigheden ....... 328 Motorruimte ........328 ASSYST PLUS ........333 Verzorging ......... 334...
  • Pagina 331 Motorruimte Wetenswaardigheden ten laten en de hulp inroepen van de brand- weer. Deze handleiding beschrijft alle modellen WAARSCHUWING en standaard- en speciale uitrustingen van de auto die op het tijdstip van de redactie- In de motorruimte bevinden zich bewegende sluiting van deze handleiding verkrijgbaar onderdelen.
  • Pagina 332 Motorruimte raken in het mechanisme. Er bestaat gevaar voor letsel! Altijd de ruitenwissers en het contact uitscha- kelen, voordat de motorkap wordt geopend. ! De ruitenwissers moeten niet omhoogge- zet zijn. Anders kunnen de ruitenwissers of de motorkap beschadigen. Motorkapsteun ? uit houder A trekken. Motorkapsteun ? omhoogzwenken en in de gele bevestigingsclip = steken.
  • Pagina 333 Motorruimte Bij het controleren van het oliepeil: de auto horizontaal parkeren bij een motor die op bedrijfstemperatuur is, de auto circa vijf minuten met afgezette motor laten stilstaan als de motor niet op bedrijfstemperatuur is, bijvoorbeeld als de motor slechts kort heeft gedraaid, circa 30 minuten wachten alvo- rens de meting uit te voeren.
  • Pagina 334 Het oliepeil nog een keer met de oliepeil- auto's met onderhoudssysteem. Een lijst staaf controleren ( pagina 330). met motorolie en oliefilters, die volgens de Meer informatie over motorolie Mercedes-Benz-bedrijfsstoffenvoorschrif- pagina 406). ten getest en goedgekeurd zijn, is verkrijg- baar bij elke Mercedes-Benz-servicewerk- plaats.
  • Pagina 335 ; aanwezig. laten ontsnappen. Eventueel door Mercedes-Benz gecontro- ! Het koelvloeistofpeil mag alleen bij een leerde en goedgekeurde koelvloeistof bij- afgekoelde motor (koelvloeistoftempera- vullen.
  • Pagina 336 Meer informatie is verkrijgbaar bij een Onderhoudsmelding uitschakelen Mercedes-Benz-servicewerkplaats. a of % in het stuurwiel indrukken. De weergave onderhoudsinterval ASSYST PLUS toont geen informatie over het olie- peil van de motor. De aanwijzingen m.b.t.
  • Pagina 337 Bij Het multifunctioneel display toont de een zwaardere belasting moeten de banden onderhoudstermijn. worden gecontroleerd. Meer informatie is verkrijgbaar bij een gekwalificeerde werk- plaats, bijvoorbeeld een Mercedes-Benz-ser- Informatie over het onderhoud vicewerkplaats. Weergave onderhoudsinterval ASSYST Buitenlandse reizen PLUS terugzetten...
  • Pagina 338 0 staat. behouden. Anders kan schade aan de auto ontstaan. Voor de verzorging de door Mercedes-Benz De auto kan vanaf het begin in een automa- geadviseerde en goedgekeurde verzorgings- tische wasstraat worden gewassen.
  • Pagina 339 Verzorging Lak reinigen Bij het rijden in de winter zo zorgvuldig en zo snel mogelijk alle aanslag van pekel verwij- ! Op gespoten oppervlakken geen: deren. stickers Hogedrukreiniger folie magneetplaatjes of iets dergelijks beves- WAARSCHUWING tigen. De waterstraal van een roterende sproeier Anders kan de lak worden beschadigd.
  • Pagina 340 Als verzorgingsmiddelen uitsluitend insecten- serbladen reinigt. verwijderaar en autoshampoo gebruiken, die ! De wisserarmen alleen van de ruit weg- door Mercedes-Benz zijn goedgekeurd. klappen als ze verticaal staan, anders wordt de motorkap beschadigd. Onderdelen van de auto reinigen ! Gebruik bij het reinigen van de binnen-...
  • Pagina 341 ! Niet aan het ruitenwisserblad trekken. Mercedes-Benz autoshampoo, of met rei- Anders kan het ruitenwisserblad worden nigingsdoekjes reinigen. beschadigd. ! De ruitenwisserbladen niet te vaak reini- Sensoren reinigen gen en sterk schuren vermijden.
  • Pagina 342 Verzorging Sensoren : van de rijsystemen met water, Het uitlaatsierstuk met een door shampoo en een zachte doek reinigen. Mercedes-Benz getest en goedgekeurd verzorgingsmiddel reinigen. Achteruitrijcamera reinigen Trekhaak reinigen ! De cameralens en het gebied rondom de achteruitrijcamera niet met een hogedruk- Milieu-aanwijzing reiniger reinigen.
  • Pagina 343 Dit del reinigen kan tot onherstelbare schade aan het dis- Met een vochtige doek grondig afvegen of play leiden. door Mercedes-Benz geadviseerd en vrij- Bij het reinigen erop letten, dat het display gegeven lederverzorgingsmiddel gebrui- uitgeschakeld en afgekoeld is. ken.
  • Pagina 344 ! De veiligheidsgordels niet met chemische Voor de verzorging van leder het door reinigingsmiddelen reinigen. De veilig- Mercedes-Benz geadviseerde lederver- zorgingsmiddel gebruiken. Dit is verkrijg- heidsgordel niet drogen door verwarming baar bij een gekwalificeerde werkplaats. boven 80 † of in direct zonlicht.
  • Pagina 346 Wetenswaardigheden ....... 344 Waar vind ik wat? ......344 Bandenpech ........346 Accu (auto) ........351 Starthulp ..........355 Slepen en aanslepen ......357 Elektrische zekeringen ..... 362...
  • Pagina 347 Waar vind ik wat? Gevarendriehoek opklappen Wetenswaardigheden Deze handleiding beschrijft alle modellen en standaard- en speciale uitrustingen van de auto die op het tijdstip van de redactie- sluiting van deze handleiding verkrijgbaar waren. Landspecifieke afwijkingen zijn ook mogelijk. In acht nemen dat de auto niet met alle beschreven functies kan zijn uit- gerust.
  • Pagina 348 Waar vind ik wat? De EHBO-set = verwijderen. Afgezien van enkele landspecifieke vari- anten zijn de auto's niet uitgerust met een Ten minste eenmaal per jaar de houd- gereedschapset voor het verwisselen van baarheidsdatum van de inhoud van EHBO- een wiel. Enkele gereedschappen voor het set = controleren.
  • Pagina 349 Bandenpech De gereedschapset voor het verwisselen van De passagiers moeten zich tijdens de ban- een wiel bestaat uit: denpech buiten de gevarenzone ophouden, bijvoorbeeld achter de vangrail. Krik De auto verlaten. Daarbij de verkeerssitua- Wielsleutel tie in acht nemen. Een paar handschoenen Het bestuurdersportier sluiten.
  • Pagina 350 Bandenpech Belangrijke veiligheidsvoorschriften Wanneer een waarschuwingsmelding voor drukverlies op het multifunctioneel WAARSCHUWING display verschijnt: Bij rijden met het noodsysteem verslechtert De aanwijzingen bij de displaymeldingen in het rijgedrag, bijvoorbeeld bij het rijden door acht nemen ( pagina 283). bochten, sterk accelereren en bij het rem- De band op beschadiging controleren.
  • Pagina 351 Bandenpech De veiligheidsvoorschriften van de fabrikant WAARSCHUWING op de sticker van de bandencompressor in In de volgende gevallen kan het bandenaf- acht nemen. dichtmiddel niet voor voldoende pechhulp zorgen, omdat de band niet kan worden afge- TIREFIT-set gebruiken dicht, bij: insnijdingen of perforaties in de band die groter zijn dan hiervoor genoemd schade aan het velgbed...
  • Pagina 352 Bandenpech denafdichtmiddel : schuiven tot de stek- niet wordt bereikt, zie "Bandenspanning ker vergrendelt. wordt bereikt" ( pagina 349). Het gele afsluitkapje A van fles bandenaf- Weggelekt bandenafdichtmiddel laten opdro- dichtmiddel : met de afdichtringen naar gen. Daarna kan het als een folie worden los- voren in de bevestiging van bandencom- getrokken.
  • Pagina 353 Bandenpech denafdichtmiddel afgedichte band aangege- Niet verder rijden. Contact opnemen met een ven maximumsnelheid overschrijden. gekwalificeerde werkplaats. De maximumsnelheid voor een met bande- In de auto bevindt zich ook een sticker nafdichtmiddel afgedichte band is 80 km/h. met het telefoonnummer van Mercedes- Het bovenste deel van de TIREFIT-sticker Benz Service24h, bijvoorbeeld op de B-stijl moet op het instrumentenpaneel in het...
  • Pagina 354 Accu (auto) grendeling van het gele afsluitkapje samen- zaamheden aan de accu altijd bij een gekwa- drukken. lificeerde werkplaats laten uitvoeren. De fles bandenafdichtmiddel uit de ban- Meer informatie over het ABS ( pagina 73) dencompressor trekken. ® en het ESP pagina 77).
  • Pagina 355 Accu (auto) auto's met KEYLESS GO moet het con- Bij starthulp beslist de beschreven volg- tact uitgeschakeld zijn; dit controleren. orde voor het vast- en losmaken van de Alle controlelampjes in het instrumen- startkabels aanhouden. tenpaneel moeten gedoofd zijn. Anders Als de motor draait de accuklemmen niet kunnen elektrische onderdelen, bijvoor- losdraaien of verwijderen.
  • Pagina 356 Deze handleiding lezen. de klok via de Audio 20 of het COMAND Online instellen (zie de afzonderlijke handleiding) Mercedes-Benz adviseert in verband met de de functie "Buitenspiegels automatisch veiligheid alleen accu's te gebruiken die door in- en uitklappen" door eenmalig uitklap-...
  • Pagina 357 In geen geval de ingebouwde accu opladen, tenzij er gebruik wordt gemaakt van een door Mercedes-Benz getest en goedgekeurd laad- apparaat. Een speciaal aan auto's van Mercedes-Benz aangepaste, door Mercedes- Benz geteste en vrijgegeven acculader is als accessoire verkrijgbaar.
  • Pagina 358 Starthulp Starthulp Voor starthulp alleen het hulpstartpunt in de motorruimte gebruiken, dat bestaat uit een plu- saansluiting en een massapunt. WAARSCHUWING Accuzuur is een agressieve stof. Er bestaat gevaar voor letsel! Het mag niet met de huid, ogen of kleding in aanraking komen. Geen accugassen inademen. Niet over de accu buigen.
  • Pagina 359 Starthulp De auto niet met behulp van een snellader starten. Als de accu ontladen is, kan een andere auto of een externe accu met startkabels starthulp geven. Daarbij op de volgende punten letten: Niet bij alle auto's is de accu bereikbaar. Wanneer de accu van de andere auto niet bereik- baar is, vraagt u om starthulp via een externe accu of met behulp van een starthulpsysteem.
  • Pagina 360 Slepen en aanslepen Nummer B duidt de opgeladen accu van de andere auto of een vergelijkbaar starthulpsys- teem aan. Afdekking : van de plusaansluiting ; samendrukken en naar achteren schuiven. Plusaansluiting ; aan de eigen auto en pluspool = van de externe accu B met de start- kabel verbinden.
  • Pagina 361 Slepen en aanslepen Gegevens over het toegestaan totaalgewicht aan de auto leiden. Bij twijfel moet de auto van de auto vindt u op het voertuigtypeplaatje met een kraan worden geborgen. pagina 402). ! Tijdens het slepen resp. aanslepen lang- ! Wanneer de COLLISION PREVENTION zaam en zonder schokken wegrijden.
  • Pagina 362 Slepen en aanslepen De accu moet aangesloten en opgeladen zijn. Sleepoog verwijderen en aanbrengen Anders kan: Sleepoog aanbrengen de sleutel in het contactslot niet in stand 2 worden gedraaid de elektrische parkeerrem niet worden vrij- gezet bij auto's met automatische transmis- sie de transmissie niet in stand N worden gezet.
  • Pagina 363 Slepen en aanslepen Het sleepoog in het opbergvak De wegsleepbeveiliging uitschakelen pagina 345) in de bagageruimte onder pagina 81). de bagageruimtebodem leggen. De automatische vergrendeling uitschake- Auto's met TIREFIT-set: De bandencom- len ( pagina 253). pressor terugleggen. De alarmknipperlichten inschakelen pagina 127).
  • Pagina 364 Slepen en aanslepen Auto's met handgeschakelde versnel- Zodra de auto op de transporter staat: lingsbak: De auto met de elektrische parkeerrem De sleutel in het contactslot in stand 2 tegen wegrollen beveiligen. draaien. Auto's met handgeschakelde versnel- lingsbak: Het koppelingspedaal volledig Bij stilstaande auto het rempedaal indruk- ken en ingedrukt houden.
  • Pagina 365 161). stellen en verhelpen bij een gekwalificeerde Het koppelingspedaal volledig indrukken, werkplaats. de tweede versnelling inschakelen en het ! Alleen door Mercedes-Benz goedge- koppelingspedaal volledig ingedrukt hou- keurde zekeringen met de voorgeschreven den. ampèrewaarde voor het betreffende sys- Het rempedaal loslaten.
  • Pagina 366 Elektrische zekeringen Als een nieuw aangebrachte zekering gend vocht of vuil de werking van de zeke- opnieuw doorbrandt, de oorzaak laten vast- ringen beïnvloeden. stellen en verhelpen bij een gekwalificeerde werkplaats. Vóór het vervangen van zekeringen De auto tegen wegrollen beveiligen pagina 184).
  • Pagina 367 Elektrische zekeringen Sluiten: Afdekking = aan de linkerzijde Zekeringenhouder in de beenruimte van de zekeringenhouder in de houder aan- van de passagier brengen. ! Erop letten dat bij geopende afdekking Afdekking = vergrendelt in de houders. geen vochtigheid in de zekeringenhouder Afdekking = omlaagklappen, tot de borg- terecht kan komen.
  • Pagina 368 Wetenswaardigheden ....... 366 Belangrijke veiligheidsvoorschrif- ten ............366 Gebruik ..........366 Gebruik in de winter ......368 Bandenspanning ....... 370 Verwisselen van een wiel ....376 Velg-bandcombinaties ...... 381 Noodwiel ..........395...
  • Pagina 369 Accessoires die niet door Mercedes-Benz waren. Landspecifieke afwijkingen zijn ook voor uw auto zijn goedgekeurd, of waar niet mogelijk. In acht nemen dat de auto niet...
  • Pagina 370 Op het ventiel zijn. Als er geen beschadigingen te zien zijn, alleen het standaard ventieldopje of andere de banden en velgen laten controleren bij een door Mercedes-Benz speciaal voor de auto gekwalificeerde werkplaats. goedgekeurde ventieldopjes gebruiken. Geen andere ventieldopjes en systemen, bijvoor-...
  • Pagina 371 Daarom alleen de voor uw type auto goedge- en alleen op speciaal door Mercedes-Benz keurde bandentypen en -maten gebruiken. gecontroleerde wielen worden gebruikt. Het voor uw auto noodzakelijke draagvermo- Aanwijzingen m.b.t.
  • Pagina 372 De toegestane maximumsnelheid van de gemonteerd. gemonteerde M+S-banden mag nooit worden Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsrede- overschreden. nen alleen de door Mercedes-Benz goedge- Als M+S-banden worden gemonteerd met keurde sneeuwkettingen of sneeuwkettingen een lagere toegestane maximumsnelheid dan van dezelfde kwaliteit te gebruiken. Voor...
  • Pagina 373 Bandenspanning Toegestane velg-bandcombinaties De geadviseerde bandenspanningen in acht pagina 381). nemen en de bandenspanningen van alle ban- Sneeuwkettingen alleen gebruiken als de den, inclusief het reservewiel, controleren: weg geheel met sneeuw bedekt is. De ten minste elke twee weken sneeuwkettingen zo snel mogelijk verwij- bij gewijzigde belading deren, als de weg niet meer geheel met voor aanvang van een langere rit...
  • Pagina 374 Bandenspanning geadviseerde bandenspanning bij verschil- De banden zijn koud: lende bedrijfstoestanden ( pagina 181). als de auto gedurende ten minste drie uur Rijden met noodwiel ( pagina 395). geparkeerd was zonder zonnestraling op de banden, en Rijden met een aanhangwagen: De op de bandenspanningstabel in de tankdopklep als minder dan 1,6 km met de auto gereden aangegeven waarde voor de achteras is gel-...
  • Pagina 375 Bandenspanning Bandenspanningswaarschuwing ten met OK ten met OK. Informatie over het weergeven opnieuw starten van de melding vindt u in het hoofdstuk "Ban- denspanningswaarschuwing opnieuw star- De bandenspanningswaarschuwing opnieuw ten" ( pagina 372). activeren: nadat de bandenspanning is aangepast Belangrijke veiligheidsvoorschriften na het verwisselen van de wielen of banden De bandenspanningswaarschuwing waar- nadat nieuwe velgen of banden zijn gemon-...
  • Pagina 376 Bandenspanning Belangrijke veiligheidsvoorschriften Na een bepaalde inleerfase controleert de bandenspanningswaarschuwing de inge- De bestuurder is ervoor verantwoordelijk, de stelde bandenspanningswaarde van alle bandenspanning in te stellen op de geadvi- vier de banden. seerde, voor de bedrijfsomstandigheden Als u het opnieuw activeren wilt afbreken: geschikte bandenspanning voor koude ban- den ( pagina 370).
  • Pagina 377 Bandenspanning Naast het waarschuwingslampje verschijnt De bandenspanningscontrole herkent na een een melding op het multifunctioneel display. inleerprocedure automatisch nieuwe wielen De informatie over de displaymeldingen in of nieuwe sensoren. Zolang nog geen ondub- acht nemen ( pagina 283). belzinnige toekenning van de bandenspan- ningswaarden bij de wielposities mogelijk is, Bij een storing van de bandenspanningscon- wordt in plaats van de bandenspanning de...
  • Pagina 378 Bandenspanning hoofdstuk "Banden" in acht nemen ningsind. verschijnt na enkele ningsind. verschijnt na enkele pagina 283). minuten rijden minuten rijden weergegeven. Als de wielen aan de auto van plaats worden : indrukken. verwisseld, kan het gedurende korte tijd Op het multifunctioneel display verschijnt gebeuren dat de bandenspanning op de ver- de melding Actuele band.span.
  • Pagina 379 Verwisselen van een wiel Verwisselen van een wiel Land Zendvergunning Bandenpech TRA, Registered-NO Dhabi ER0092100/12 In het hoofdstuk "Pechhulp" ( pagina 346) Dubai TRA, Registered-NO vindt u informatie over de procedure in het ER0099792/12 geval van bandenpech. Informatie over het rijden met MOExtended banden in het geval TRA, Registered-NO van pech vindt u onder "MOExtended-banden...
  • Pagina 380 Verwisselen van een wiel Auto's met handgeschakelde versnel- Aan de banden van de voor- en achteras vor- men zich afhankelijk van de gebruiksomstan- lingsbak: Het koppelingspedaal volledig digheden verschillende slijtagepatronen. De indrukken en de eerste versnelling of de wielen moeten worden verwisseld voordat achteruitversnelling inschakelen.
  • Pagina 381 Verwisselen van een wiel Auto tegen wegrollen beveiligen De auto beveiligen op lichte hellingen Op flauwe hellingen: Een wielkeg of een Als de auto is uitgerust met een wielkeg, is ander geschikt voorwerp onder de wielen deze te vinden in de gereedschapset voor het van de voor- en achteras leggen.
  • Pagina 382 Verwisselen van een wiel tegen wegrollen. De parkeerrem nooit los- Met beide handen voorzichtig in twee wiel- sen als de auto omhooggebracht is. dopopeningen grijpen en de wieldop los- trekken. De ondergrond waar de krik op rust moet stevig, vlak en stroef zijn. Op een losse ondergrond moet een grote, vlakke en ste- vige onderlegger worden gebruikt.
  • Pagina 383 Erop letten dat de voet van de krik zich Benz adviseert om in verband met de veilig- loodrecht onder het kriksteunpunt bevindt. heid alleen de door Mercedes-Benz en voor Ratel-ringsleutel ? draaien, tot krik = de betreffende velg goedgekeurde wielbou- volledig in kriksteunpunt ;...
  • Pagina 384 Mercedes-Benz Original Extended-banden mogen alleen op speciaal door Mercedes- Benz gecontroleerde velgen worden gebruikt. Alleen de door Mercedes-Benz geteste en De wielbouten in de aangegeven volg- geadviseerde banden, velgen en accessoi- orde : tot A kruiselings en gelijkmatig res gebruiken. Anders kunnen bepaalde vastdraaien.
  • Pagina 385 Velg-bandcombinaties voorgeschiedenis niet bekend is niet gebruiken. ! Grote wielen: Hoe geringer bij een bepaalde wielgrootte de doorsnede van de banden is, hoe slechter het rijcomfort op slechte straten is. Het afrol- en dempings- comfort nemen af en het gevaar dat bij het rijden over obstakels de wielen of banden worden beschadigd neemt toe.
  • Pagina 386 Velg-bandcombinaties Banden B 160 CDI Zomerbanden R 15 Banden Velg BA: 6,5 J x 15 H2 ET 47 BA: 195/65 R15 91 T R 16 Banden Velg BA: 205/55 R16 91 H BA: 6,5 J x 16 H2 ET 49 BA: 6,5 J x 16 H2 ET 49 BA: 205/55 R16 91 V R 17...
  • Pagina 387 Velg-bandcombinaties R 16 Banden Velg BA: 6,5 J x 16 H2 ET 49 BA: 205/55 R16 91 H M+Si R 17 Banden Velg BA: 6,5 J x 17 H2 ET 49 BA: 205/50 R17 93 H XL M+Si R 18 Banden Velg BA: 7,5 J x 18 H2 ET 52...
  • Pagina 388 Velg-bandcombinaties R 18 Banden Velg BA: 7,5 J x 18 H2 ET 52 8, 9 BA: 225/40 R18 92 Y XL BA: 7,5 J x 18 H2 ET 52 7, 8, 9 BA: 225/40 R18 92 W XL Winterbanden R 15 Banden Velg BA: 6,5 J x 15 H2 ET 47...
  • Pagina 389 Velg-bandcombinaties R 16 Banden Velg BA: 205/55 R16 91 H BA: 6,5 J x 16 H2 ET 49 BA: 6,5 J x 16 H2 ET 49 BA: 205/55 R16 91 V Winterbanden R 15 Banden Velg BA: 195/65 R15 91 T M+Si BA: 6,5 J x 15 H2 ET 47 R 16 Banden...
  • Pagina 390 Velg-bandcombinaties R 18 Banden Velg BA: 7,5 J x 18 H2 ET 52 8, 9 BA: 225/40 R18 92 Y XL BA: 7,5 J x 18 H2 ET 52 7, 8, 9 BA: 225/40 R18 92 W XL Winterbanden R 15 Banden Velg BA: 6,5 J x 15 H2 ET 47...
  • Pagina 391 Velg-bandcombinaties R 16 Banden Velg BA: 205/55 R16 91 H BA: 6,5 J x 16 H2 ET 49 BA: 6,5 J x 16 H2 ET 49 BA: 205/55 R16 91 V Winterbanden R 15 Banden Velg BA: 195/65 R15 91 T M+Si BA: 6,5 J x 15 H2 ET 47 R 16 Banden...
  • Pagina 392 Velg-bandcombinaties Winterbanden R 16 Banden Velg BA: 6,5 J x 16 H2 ET 49 BA: 205/55 R16 91 H M+Si R 17 Banden Velg BA: 6,5 J x 17 H2 ET 49 BA: 205/50 R17 93 H XL M+Si R 18 Banden Velg BA: 7,5 J x 18 H2 ET 52...
  • Pagina 393 Velg-bandcombinaties Winterbanden R 16 Banden Velg BA: 6,5 J x 16 H2 ET 49 BA: 205/55 R16 91 H M+Si R 17 Banden Velg BA: 6,5 J x 17 H2 ET 49 BA: 205/50 R17 93 H XL M+Si R 18 Banden Velg BA: 7,5 J x 18 H2 ET 52...
  • Pagina 394 Velg-bandcombinaties R 18 Banden Velg BA: 7,5 J x 18 H2 ET 52 8, 9 BA: 225/40 R18 92 H XL M+Si B 220 CDI Zomerbanden R 16 Banden Velg BA: 6,5 J x 16 H2 ET 49 6, 7 BA: 205/55 R16 91 V R 17 Banden...
  • Pagina 395 Velg-bandcombinaties R 18 Banden Velg BA: 7,5 J x 18 H2 ET 52 8, 9 BA: 225/40 R18 92 H XL M+Si B 220 4MATIC Zomerbanden R 16 Banden Velg BA: 6,5 J x 16 H2 ET 49 6, 7 BA: 205/55 R16 91 V R 17 Banden...
  • Pagina 396 Velg-bandcombinaties R 18 Banden Velg BA: 7,5 J x 18 H2 ET 52 8, 9 BA: 225/40 R18 92 H XL M+Si B 220 CDI 4MATIC Zomerbanden R 17 Banden Velg BA: 7,5 J x 17 H2 ET 52,5 BA: 225/45 R17 91 V BA: 7,5 J x 17 H2 ET 52,5 7, 8 BA: 225/45 R17 91 W...
  • Pagina 397 Velg-bandcombinaties B 250 Zomerbanden R 17 Banden Velg BA: 7,5 J x 17 H2 ET 52,5 BA: 225/45 R17 91 V BA: 7,5 J x 17 H2 ET 52,5 7, 8 BA: 225/45 R17 91 W R 18 Banden Velg BA: 7,5 J x 18 H2 ET 52 8, 9 BA: 225/40 R18 92 Y XL...
  • Pagina 398 Noodwiel R 18 Banden Velg BA: 7,5 J x 18 H2 ET 52 8, 9 BA: 225/40 R18 92 Y XL BA: 7,5 J x 18 H2 ET 52 7, 8, 9 BA: 225/40 R18 92 W XL Winterbanden R 17 Banden Velg BA: 6,5 J x 17 H2 ET 49...
  • Pagina 399 Noodwiel spanning van het noodwiel ook onder "Tech- Noodwielfoedraal : met het noodwiel nische gegevens" ( pagina 397). "Minispare" verwijderen. Een noodwiel mag ook tegengesteld aan de Noodwielfoedraal : openen en het nood- draairichting worden gemonteerd. De wiel "Minispare" verwijderen. gebruiksvoorwaarden m.b.t.
  • Pagina 400 Noodwiel Technische gegevens Alle modellen Noodwiel "Minispare" Banden Velg T 125/80 R17 99 M 3,5 B x 17 H2 ET 19,5 Bandenspanning: 420 kPa (4,2 bar, 61 psi)
  • Pagina 402 Wetenswaardigheden ....... 400 Informatie over technische gege- vens ............ 400 Elektrische installatie van de auto .. 400 Typeplaatjes ........402 Bedrijfsstoffen en inhouden .... 402 Autogegevens ........410 Trekhaak ..........411...
  • Pagina 403 Daarom kunnen deze bij auto's met opties De reflectiearme buitenantenne laten inbou- afwijken. Meer informatie is verkrijgbaar bij wen bij een gekwalificeerde werkplaats. De een Mercedes-Benz-servicewerkplaats. RF-zender bij gebruik in de auto altijd aanslui- ten op de reflectiearme buitenantenne. Elektrische installatie van de auto...
  • Pagina 404 Mobiele telefoon (2G/3G/4G) spanningsvoorziening- resp. antenne-aanslui- ting worden gebruikt. Bij het monteren beslist de aanvullende handleiding van de fabrikant in acht nemen. Afwijkingen van frequentiebanden, maximaal zendvermogen of antenneposities moeten door Mercedes-Benz zijn goedgekeurd.
  • Pagina 405 Bedrijfsstoffen en inhouden geldende gegevens vindt u op het typepla- Typeplaatjes tje van uw auto. Voertuigtypeplaatje met voertuig- identificatienummer (VIN) Voertuigidentificatienummer (VIN) Het rechter voorportier openen. De rechter voorstoel volledig naar achteren U ziet voertuigtypeplaatje :. schuiven. Vloerbedekking : omhoogklappen. U ziet het VIN ;.
  • Pagina 406 De brandstofdampen niet inademen. keurde producten, valt niet onder de Brandstof uit de buurt van kinderen houden. Mercedes-Benz garantie en coulance. Door Wanneer iemand met brandstof in aanraking Mercedes-Benz goedgekeurde producten zijn is gekomen, de volgende punten in acht...
  • Pagina 407 Uitgezonderd zijn reinigingsadditieven voor het verwijderen Alle modellen Circa 6,0 l en voorkomen van aanslag. Aan benzine mogen alleen door Mercedes-Benz geadvi- Benzine seerde reinigingsadditieven worden toege- voegd, zie "Additieven". Meer informatie Brandstofkwaliteit daarover is verkrijgbaar bij elke Mercedes- ! Geen dieselbrandstof in een auto met Benz-servicewerkplaats.
  • Pagina 408 Bedrijfsstoffen en inhouden werkplaats, het door Mercedes-Benz geadvi- In sommige landen kan het voorkomen seerde reinigingsadditief aan de brandstof dat de beschikbare benzine niet voldoende worden toegevoegd. Beslist de op de verpak- ontzwaveld is. Hierdoor kan tijdelijk geur- king aangegeven aanwijzingen en mengver- vorming optreden, in het bijzonder tijdens houdingen in acht nemen.
  • Pagina 409 ( pagina 402). Voor de functie en levensduur van een motor is de kwaliteit van de motorolie van doorslag- gevend belang. Op basis van uitgebreid onderzoek geeft Mercedes-Benz voortdurend...
  • Pagina 410 De Mercedes-Benz vrijgave roliën worden bijgevuld: op de verpakking is te herkennen aan het opschrift "MB-Freigabe" en de bijbehorende Benzinemotoren: MB-vrijgave 229.1,...
  • Pagina 411 Dit kan de motor beschadigen. De intervallen voor de verversen van de rem- vloeistof vindt u in het onderhoudsboekje. Viscositeit van motorolie Alleen de door Mercedes-Benz goedgekeurde remvloeistof volgens MB-vrijgave 331.0 gebruiken. Informatie over goedgekeurde remvloeistof is verkrijgbaar bij elke gekwalificeerde werk- plaats of op internet onder http://bevo.mercedes-benz.com.
  • Pagina 412 -45 †) niet overschrijden. Anders wordt de met een mengsel van water en ruiten- warmte slechter afgevoerd. sproeiervloeistof, bijvoorbeeld MB Sum- Mercedes-Benz adviseert een koelvloeistof merFit. resp. een anticorrosie- en antivriesmiddel- 1 deel MB SummerFit met 100 delen water concentraat volgens MB BeVo 310.1.
  • Pagina 413 Autogegevens Autogegevens Model Maxi- Zwenk- Algemene aanwijzingen male sta- hoogte Met betrekking tot de aangegeven autogege- hoogte vens het volgende in acht nemen: B 180 1873 mm 1980 mm De aangegeven hoogten kunnen fluctueren B 180 BlueEFFI- in verband met: CIENCY Edition Banden B 160 CDI...
  • Pagina 414 Trekhaak Bij een af fabriek gemonteerde trekhaak Model Hoogte bedraagt de achteroverbouw inclusief afdek- B 180 1557 mm kap 880 mm. B 180 BlueEFFI- CIENCY Edition B 160 CDI B 180 CDI B 180 CDI BlueEFFI- CIENCY Edition Alle andere model- 1558 mm Trekhaak Inbouwmaten...
  • Pagina 415 Trekhaak Aanhangwagengewichten Toegestaan aanhangwagengewicht, geremd (bij hellingspercentage van 8% Het rijden met een aanhangwagen is niet bij alle modellen mogelijk. Meer informatie pagina 230). Handgeschakelde versnel- Automatische transmissie lingsbak B 180 1500 kg 1500 kg B 200 1500 kg 1500 kg B 160 CDI 1200 kg 1200 kg...
  • Pagina 416 Trekhaak Handgeschakelde versnel- Automatische transmissie lingsbak B 200 CDI (246.201) 1500 kg 1500 kg B 200 CDI (246.208) 1500 kg 1500 kg Automatische transmissie B 220 4MATIC 1500 kg B 250 1500 kg B 180 CDI (246.207) 1200 kg B 200 CDI 4MATIC 1500 kg B 220 CDI 1500 kg...
  • Pagina 417 Trekhaak Automatische transmissie B 220 CDI 4MATIC 750 kg B 250 4MATIC 750 kg Maximumkogeldruk ! Wij adviseren gebruik te maken van de maximaal toegestane kogeldruk. Een kogeldruk van 50 kg niet onderschrijden, anders kan de aanhangwagen loskomen. Er rekening mee houden dat de belading en de achterasbelasting met de werkelijke kogel- druk afnemen.
  • Pagina 418 Trekhaak Er kunnen dragersystemen, bijvoorbeeld een fietsdrager of ladingrek, op de kogelkop worden gemonteerd. Bij gebruik van een dragersysteem op de kogelkop bedraagt de maximumko- geldruk 75 kg. Toegestane achterasbelasting bij rijden met een aanhangwagen Het rijden met een aanhangwagen is niet bij alle modellen mogelijk. Meer informatie pagina 230).
  • Pagina 420 Impressum Internet Meer informatie over Mercedes-Benz-auto's en over Daimler AG vindt u op internet: http://www.mercedes-benz.com http://www.daimler.com Redactie Bij vragen of suggesties ten aanzien van deze handleiding kunt u de Technische Redactie op het volgende adres bereiken: Daimler AG, HPC: CAC, Customer Service, 70546 Stuttgart, Deutschland ©...
  • Pagina 421 É2465843900Z107yËÍ 2465843900Z107 Bestelnummer 65151752 07 Onderdeelnummer 2465843900Z107 Uitgave ÄJ 2014-Ma...