Variant 3
1
| Automatische interieurverlichtings‐
#
regeling in- of uitschakelen
2
c Interieurverlichting voorin in- of uit‐
#
schakelen
3
w Laadruimteverlichting/verlichting
#
achterin in- of uitschakelen
Variant 4
1
c Interieurverlichting in- of uitschake‐
#
len
Interieurverlichting achterin
1
Inschakelen resp. uitschakelen van de
#
verlichting achterin of in het laadruim
Bewegingsmelder
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
door de laserstraal van de bewegingsmel‐
der
De bewegingsmelder zendt niet zichtbare
straling uit door middel van LED's (Light Emit‐
ting Diode - lichtdiodes).
Deze LED's zijn als laser in de klasse 1M inge‐
deeld en kunnen in de volgende situaties het
netvlies beschadigen:
Wanneer gedurende langere tijd direct in
R
de ongefilterde laserstraal van de bewe‐
gingsmelder wordt gekeken
Wanneer direct met optische instrumen‐
R
ten, bijvoorbeeld een bril of een loep, in
de laserstraal van de bewegingsmelder
wordt gekeken.
Nooit direct in de bewegingsmelder kij‐
#
ken.
De bewegingsmelder bevindt zich in de laad‐
ruimte achter de scheidingswand in het midden
van het dak.
95
Licht en zicht