Aanwijzingen met betrekking tot de verzor‐
ging van onderdelen van het voertuig
& WAARSCHUWING Inklemgevaar door
ingeschakelde ruitenwissers bij het reini‐
gen van de voorruit
Als de ruitenwissers zich tijdens het reinigen
van de voorruit of van de ruitenwisserbladen
in beweging zetten, kunt u bekneld raken.
Alvorens de voorruit of de ruitenwisser‐
#
bladen te reinigen, altijd de ruitenwis‐
sers en het contact uitschakelen.
& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐
wonden door uitlaateindpijpen en uitlaat‐
sierstukken
Uitlaateindpijpen en uitlaatsierstukken kun‐
nen zeer heet zijn. Als deze onderdelen van
De volgende aanwijzingen in acht nemen:
Aanwijzingen met betrekking tot rei‐
niging en verzorging
Wielen/
Water en een zuurvrije velgenreiniger
velgen
gebruiken.
Ruiten
De ruiten aan de binnen- en buitenzijde
met een vochtige doek en een door
Mercedes-Benz geadviseerd reinigings‐
middel reinigen.
Ruitenwis‐
De weggeklapte ruitenwisserbladen met
serbladen
een vochtige doek reinigen.
Exterieurver‐
De ruiten met een natte spons en een
lichting
mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld auto‐
shampoo, reinigen.
Sensoren
De sensoren in de voor- en achterbum‐
per en in de radiateurbekleding met een
zachte doek en autoshampoo reinigen.
Onderhoud en verzorging 239
de auto worden aangeraakt, kunt u zich bran‐
den.
In de omgeving van de uitlaateindpijpen
#
en uitlaatsierstukken altijd bijzonder
voorzichtig zijn en in deze omgeving in
het bijzonder kinderen in de gaten hou‐
den.
Onderdelen van de auto laten afkoelen
#
alvorens ze aan te raken.
Vermijden van voertuigschade
Voor het verwijderen van remstof
R
geen zuurhoudende velgenreiniger
gebruiken. Anders kunnen de wiel‐
bouten en onderdelen van de rem‐
men worden beschadigd.
Ter vermijding van corrosievorming
R
op de remschijven en remblokken na
het reinigen enkele minuten rijden en
het voertuig dan pas parkeren. De
remschijven en remblokken worden
warm en drogen.
Voor het reinigen van de binnenzijde
geen droge doeken, schuurmiddelen of
oplosmiddelen bevattende reinigings‐
middelen gebruiken.
De ruitenwisserbladen niet te vaak reini‐
gen.
Alleen voor kunststof glas geschikte rei‐
nigingsmiddelen of doeken gebruiken.
Bij het gebruik van een hogedrukreiniger
een minimumafstand van 30 cm aanhou‐
den.