41
Functiebeschrijving
Met de functie Configureren kunt u de verbinding configureren:
Met het selectievakje SID's naar Unix UID's mappen selecteert u of de Windows
SID's automatisch op Unix UID's worden weergegeven
Met het selectievakje LDAPS gebruiken selecteert u tussen LDAP of de veilige
LDAPs. Bij LDAPs definieert u of de beveiligde verbinding al dan niet een
certificaat controleert
Een speciale groep Windows-gebruikers definiëren die als enige toegang heeft tot
deze besturing
Organisatorische eenheid aanpassen waaronder de rolnamen van HEROS zijn
opgeslagen
Prefix wijzigen, bijvoorbeeld om gebruikers voor verschillende werkplaatsen te
beheren. Elk voorvoegsel dat voorafgaat aan een HEROS-rolnaam kan worden
gewijzigd, bijvoorbeeld HEROS-Hal1 en HEROS-Hal2.
Scheidingsteken binnen de HEROS-rolnamen aanpassen
Groepen van domeinen
Als nog niet alle vereiste rollen zijn aangemaakt als groepen in het domein, toont de
besturing een waarschuwing.
Als de besturing een waarschuwing toont, voer dan een van volgende opties uit:
Met de functie Rol- definitie aanvullen een rol direct in het domein invoegen
Met de functie Exporteren worden de rollen naar een bestand *.ldif uitgevoerd
Voor groepen die geschikt zijn voor de verschillende rollen, hebt u de volgende
mogelijkheden:
Automatisch bij toetreding tot het Windows-domein, onder vermelding van een
gebruiker met beheerdersrechten
Importbestand in ldif-formaat op de Windows-server inlezen
De Windows-beheerder moet handmatig gebruikers op de domeincontroller aan de
rollen (Security Groups) toevoegen.
In de volgende sectie vindt u twee suggesties voor hoe de Windows-beheerder de
groepen kan structureren:
Voorbeeld 1
De gebruiker is direct of indirect lid van de desbetreffende groep:
2222
Gebruikersbeheer | Gebruikersgegevens opslaan
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022