56
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Geschikt voor een "universeel"
baby- of kinderzitje vastgezet met
een veiligheidsgordel.
Geschikt voor i-Size- en ISOfix-
baby- of kinderzitjes.
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel.
Gebruik nooit een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje
op de voorpassagiersstoel als de
aan/uit-schakelaar voor de airbag
in stand ON staat.
*1
: Schuif de voorstoel helemaal naar achte-
ren. Als de hoogte van de passagiers-
stoel kan worden versteld, dan moet
deze in de hoogste positie staan.
*2
: Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichting geplaatst kinderzitje
een opening aanwezig is tussen het kin-
derzitje en de rugleuning, stel de rugleu-
■
Meer informatie over het plaatsen van baby- en kinderzitjes
Stoelpositienummer
Zitpositie geschikt voor universeel
zitje vastgezet met gordel
(Ja/Nee)
Zitpositie i-Size (Ja/Nee)
Zitpositie geschikt voor zijwaarts
geplaatst zitje (L1/L2/Nee)
Geschikte bevestiging voor tegen
de rijrichting in geplaatst zitje
(R1/R2X/R2/R3/Nee)
ning dan af totdat het zitje en de rugleu-
ning goed contact maken.
*3
: Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun
indien deze de werking van het baby- of
kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de hoogste
stand.
*4
: Gebruik alleen een in de rijrichting
geplaatst baby- of kinderzitje als de
aan/uit-schakelaar voor de airbag in
stand ON staat.
Zitpositie
Aan/uit-schakelaar
airbag
ON
OFF
Ja
Alleen in
Ja
de rijrich-
ting
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
R1, R2X,
Nee
R2, R3
Ja
Ja
Nee
R1, R2X,
R2, R3