214
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●
Wanneer het alarm in de auto continu
klinkt
Situatie
Het contact werd in
de stand ACC gezet
terwijl het bestuur-
dersportier geopend
was (of het bestuur-
dersportier werd
geopend terwijl het
contact in de stand
ACC stond).
■
Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de 12V-accu leeg
raken wanneer de auto gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt.
●
In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden. Het is ook mogelijk dat de
interieurverlichting niet gaat branden wan-
neer de portieren worden ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu-
rende 40 seconden of langer op een
afstand van ongeveer 3,5 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is
gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●
Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt
is, kunnen de portieren alleen via het
bestuurdersportier worden ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuur-
dersportier vast of gebruik de afstandsbe-
diening of de mechanische sleutel om de
portieren te ontgrendelen.
■
De energiebespaarmodus van een elek-
tronische sleutel inschakelen
●
Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk
twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt.
Ga na of het controlelampje van de elektroni-
sche sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld.
Correctieprocedure
Zet het contact UIT
en sluit het bestuur-
dersportier.
Druk op een van de toetsen van de elektroni-
sche sleutel om de functie te annuleren.
●
Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■
Als de elektronische sleutel niet wordt
gesignaleerd
Als de locatie van de elektronische sleutel
gedurende een bepaalde periode niet is
gewijzigd, bijvoorbeeld als de sleutel ergens
is achtergelaten, stopt de werking van de
elektronische sleutel om leegraken van de
batterij te voorkomen.
In dat geval kan de werking automatisch wor-
den hersteld door de sleutel te verplaatsen,
bijvoorbeeld door hem op te tillen.
■
Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties kunnen storingen optre-
den in de communicatie tussen de elektroni-
sche sleutel en de auto, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering mogelijk niet
goed werken:
●
Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●
In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of elektromag-
netische velden aanwezig zijn
●
Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's