• Als de auto wordt geraakt door water,
sneeuw, stof, enz. van een voorligger
• In gebieden waar lichte en donkere stuk-
ken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stij-
gende en dalende wegen wordt gereden,
of over wegen met een slecht of oneffen
wegdek (zoals klinkerwegen, grindwegen,
enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over boch-
tige wegen wordt gereden.
• Als er zich een sterk spiegelend voorwerp,
zoals een verkeersbord of spiegel, voor de
auto bevindt
• De achterzijde van een voorligger is sterk
spiegelend, zoals een container op een
truck
• De koplampen van de auto zijn beschadigd
of vuil of zijn niet correct afgesteld
• De auto helt naar één kant over door bij-
voorbeeld een lekke band of ligt aan de
achterzijde wat lager doordat een aan-
hangwagen is aangekoppeld.
• Er wordt herhaaldelijk en op een abnor-
male manier geschakeld tussen dimlicht
en grootlicht.
• De bestuurder meent dat andere bestuur-
ders of voetgangers last hebben van het
grootlicht.
• De auto wordt gebruikt in een gebied waar
men aan de andere kant van de weg rijdt.
Bijvoorbeeld, een auto bestemd voor
rechtsrijdend verkeer in een gebied voor
linksrijdend verkeer of vice versa
• Wanneer men door een lange tunnel rijdt.
■
Als "Storing koplampsysteem. Laat
auto bij dealer controleren." op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto controleren door een
Suzuki-dealer of een gekwalificeerde werk-
plaats.
5-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Handmatig in- en uitschakelen
van het grootlicht
■
Grootlicht inschakelen
Duw de hendel van u af.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft en het controlelampje
van het grootlicht gaat branden.
Trek de hendel in de oorspronkelijke stand
om het Automatic High Beam-systeem weer
te activeren.
■
Dimlicht inschakelen
Druk de Automatic High Beam-schake-
laar in.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft.
Druk de schakelaar in om het Automatic
High Beam-systeem weer in te schakelen.
269
5