Controle van radiateur en
condensor
Controleer de radiateur en de conden-
sor en verwijder eventueel vuil.
Als een van bovenstaande onderdelen
erg vuil is of als u niet zeker bent van
de staat ervan, laat dan uw auto nakij-
ken door een Suzuki-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
WAARSCHUWING
■
Wanneer het hybridesysteem heet is
Raak om brandwonden te voorkomen de
radiateur of de condensor niet aan, aange-
zien deze heet kunnen zijn.
■
Wanneer de elektrische koelventila-
tor draait
Steek uw handen niet in de motorruimte.
Wanneer het contact AAN staat, kan de
elektrische koelventilator automatisch wor-
den ingeschakeld als de airconditioning
wordt ingeschakeld en/of als de koelvloei-
stoftemperatuur hoog is. Controleer of het
contact UIT staat als u in de buurt van de
elektrische koelventilator of de grille komt.
Controleren en bijvullen van
ruitensproeiervloeistof
Als een sproeier niet werkt of een waar-
schuwingsmelding wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay, is het
sproeierreservoir mogelijk leeg. Vul rui-
tensproeiervloeistof bij.
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
WAARSCHUWING
■
Bij het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als het
hybridesysteem warm is of nog werkt. Rui-
tensproeiervloeistof bevat alcohol en kan
vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
onderdelen van het hybridesysteem wordt
gemorst.
OPMERKING
■
Vul het reservoir uitsluitend met rui-
tensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw
auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen rui-
tensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■
Verdunnen van ruitensproeiervloei-
stof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien
nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven tempe-
raturen voor de juiste mengverhouding.
401
7