6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
■
Wijzigen van de ingestelde tempe-
ratuur
Draai de draaiknop voor de tempera-
tuurregeling aan bestuurderszijde
rechtsom om de temperatuur te verho-
gen en linksom om de temperatuur te
verlagen.
De functies van de toetsen van de airconditi-
oning wijzigen van gescheiden naar
gemeenschappelijke bediening en omge-
keerd als de DUAL-schakelaar wordt inge-
drukt.
Gemeenschappelijke bediening (het contro-
lelampje in de DUAL-schakelaar is uit):
De draaiknop voor de temperatuurregeling
aan de bestuurderszijde kan worden
gebruikt om de temperatuur aan de bestuur-
ders- en passagierszijde in te stellen. Bedien
de draaiknop voor de temperatuurregeling
aan de passagierszijde om de gescheiden
bediening te activeren.
Gescheiden bediening (het controlelampje in
de DUAL-schakelaar brandt):
De temperatuur aan de bestuurders- en pas-
sagierszijde kan afzonderlijk worden inge-
steld.
■
Instellen van de aanjagersnelheid
Druk op de schakelaar voor het verho-
gen van de aanjagersnelheid om de
aanjagersnelheid te verhogen en de
schakelaar voor het verlagen van de
aanjagersnelheid om de aanjagersnel-
heid te verlagen.
Druk op de schakelaar OFF om de aanjager
uit te schakelen.
■
Wijzigen van de luchtcirculatie-
modus
Druk op de toets voor de luchtcirculatie-
regeling.
De luchtcirculatiemodus verandert telkens
wanneer de schakelaar wordt ingedrukt als
volgt:
1
1
2 2
4 4
1
Bovenlichaam
2
Bovenlichaam en voeten
3
Voeten
4
Voeten en voorruitontwaseming
■
Schakelen tussen buitenluchtmo-
dus en recirculatiemodus
Druk op de schakelaar buitenlucht-
/recirculatiemodus.
Iedere keer als er op de toets wordt gedrukt,
wordt er geschakeld tussen de buitenlucht-
modus (controlelampje brandt niet) en de
recirculatiemodus (controlelampje brandt).
■
In-/uitschakelen van de koel- en
ontvochtigingsfunctie
Druk op de aircoschakelaar.
Wanneer de functie is ingeschakeld, brandt
het controlelampje in de aircoschakelaar.
■
Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om
de voorruit en de zijruiten voor te ont-
wasemen.
Druk op de schakelaar voor de voorruit-
verwarming.
Zet, als de recirculatiemodus is ingescha-
keld, de schakelaar voor de buitenlucht-
/recirculatiemodus in de buitenluchtmodus.
(Mogelijk gaat dit automatisch.)
359
3 3
6