8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
■
Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
●
Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●
Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●
Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●
Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■
Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC/Trailer Sway Control
• TRC
• Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• EPS
• LTA (Lane Tracing Assist)
• Bandenspanningswaarschuwingssys-
teem
• AHB (Automatic High Beam)
• BSM
• RCTA
• PKSB
• Parking Assist-sensor
• Rear View Monitor-systeem
• Parking Assist Monitor
Bovendien kan het onderstaande systeem
niet volledig worden gebruikt, maar wor-
den mogelijk ook de onderdelen van de
aandrijflijn negatief beïnvloed:
• E-Four (elektronisch on-demand AWD-
systeem)
■
Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en dodelijk
of ernstig letsel.
■
Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
OPMERKING
■
Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het compacte
reservewiel onder de auto gemon-
teerd is
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de standaard-
banden. Wees voorzichtig bij het rijden
over slechte wegen.
■
Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspannings-
sensoren en -zenders contact op met een
Suzuki-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats, omdat de bandenspannings-
sensoren en -zenders beschadigd kunnen
raken als er niet voorzichtig mee wordt
omgegaan.
471
8