Wat u moet weten voor
het laden
Lees de volgende voorzorgsmaat-
regelen voordat u de AC-laadkabel
aansluit op de auto en het batterij-
pakket (tractiebatterij) gaat laden.
■
Veiligheidsfuncties
●
Het hybridesysteem start niet als de AC-
laadkabel is aangesloten op de auto, zelfs
niet wanneer de startknop wordt bediend.
●
Als de AC-laadkabel wordt aangesloten
terwijl het controlelampje READY brandt,
stopt het hybridesysteem automatisch en
kan er niet worden gereden.
WAARSCHUWING
■
Wees voorzichtig tijdens het laden
Geadviseerd wordt de laadprocedure niet
uit te laten voeren door mensen met geïm-
planteerde pacemakers of CRT-pacema-
kers. Vraag iemand anders dat te doen.
●
Kom niet in de buurt van de lader en de
AC-laadkabel tijdens het laden.
Het laden kan de werking van dergelijke
apparatuur beïnvloeden.
●
Blijf niet in de auto tijdens het laden.
Het laden kan de werking van dergelijke
apparatuur beïnvloeden.
●
Stap niet in de auto en haal ook niets uit
de bagageruimte.
Het laden kan de werking van dergelijke
apparatuur beïnvloeden.
■
Als de AC-laadkabel is aangesloten
op de auto
Bedien de selectiehendel niet.
In het onwaarschijnlijke geval dat de AC-
laadkabel beschadigd is geraakt, kan de
selectiehendel van stand P in een andere
stand worden gezet en kan de auto in
beweging komen, met een ongeval tot
gevolg.
Voorzorgsmaatregelen bij
laden
Deze auto is ontworpen om geladen te
worden via een externe voedingsbron
met behulp van een AC-laadkabel die
exclusief is bedoeld voor standaard
wandcontactdozen.
De auto verschilt echter in meerdere
opzichten van standaard huishoudelijke
apparatuur en onjuist gebruik kan lei-
den tot brand of een elektrische schok,
met mogelijk dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
Tijdens het laden zal er langdurig
een hoge stroom lopen.
Het laden kan buiten plaatsvinden.
Om op de juiste manier te laden, dient
u onderstaande uitleg te lezen en de
procedure te volgen. Het laden moet
worden uitgevoerd door bestuurders
die over een geldig rijbewijs beschikken
en die de procedure van het laden
begrijpen.
Laat geen kinderen zonder toezicht
gebruikmaken van de AC-laadka-
bel. Houd de AC-laadkabel altijd bui-
ten bereik van kinderen.
Volg als u de auto laadt met een
lader de instructies van de lader.
Controleer de instelling van de laad-
schemafunctie als een openbare
laadfaciliteit wordt gebruikt.
• Als het laadschema is geregistreerd,
schakel de functie dan tijdelijk uit of zet
"Nu opladen/Nu laden" aan. (Blz. 144,
151)
• Als het laadschema ingesteld is op "Aan",
zal het laden niet gestart worden, zelfs
niet als de AC-laadkabel is aangesloten.
Verder kunnen er laadkosten in rekening
worden gebracht door het aansluiten van
de AC-laadkabel.
127
2-2. Laden
2