WAARSCHUWING
●
Bevestig geen voorwerpen, zoals (door-
zichtige) stickers e.d. op de buitenzijde
van de voorruit vóór de camera voor
(het grijze gebied in de afbeelding).
A
Vanaf de bovenzijde van de voorruit
tot ongeveer 1 cm onder de onderzijde
van de camera voor
B
Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm
naar links en rechts vanuit het midden
van de camera voor)
●
Als de voorruit vóór de camera voor is
beslagen of wanneer er condens of ijs
op de voorruit zit, gebruik dan de voor-
ruitverwarming om de condens van de
voorruit te verwijderen of de voorruit te
ontdooien. (Blz.359)
●
Vervang het ruitenwisserrubber of het
ruitenwisserblad als de ruitenwissers
vóór de waterdruppels niet goed kunnen
verwijderen van het gedeelte van de
voorruit vóór de camera vóór.
●
Plak geen ruitfolie op de voorruit.
●
Vervang de voorruit als deze bescha-
digd is of als er een barst in zit.
Na vervanging van de voorruit moet de
camera voor opnieuw worden gekali-
breerd. Neem voor meer informatie con-
tact op met een Suzuki-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
●
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen op
de camera voor terechtkomen.
●
Voorkom dat er fel licht op de camera
voor schijnt.
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●
Zorg ervoor dat de camera voor niet vuil
wordt of beschadigd raakt.
Zorg er bij het reinigen van de binnen-
zijde van de voorruit voor dat er geen
glasreiniger op de lens van de camera
voor terechtkomt. Raak de lens ook niet
aan.
Neem contact op met een Suzuki-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats als
de lens vuil of beschadigd is.
●
Stel de camera voor niet bloot aan
sterke schokken.
●
Wijzig de montagepositie of -richting
van de camera voor niet en verwijder de
camera niet.
●
Haal de camera voor niet uit elkaar.
●
Wijzig geen onderdelen van de auto
rond de camera voor (binnenspiegel,
enz.) of het dak.
●
Bevestig geen accessoires die de
camera voor kunnen hinderen op de
motorkap, de grille of de voorbumper.
Neem voor meer informatie contact op
met een Suzuki-dealer of een gekwalifi-
ceerde werkplaats.
●
Zorg er als een surfplank of een ander
lang voorwerp op het dak moet worden
geplaatst voor dat de camera voor er
niet door wordt gehinderd.
●
Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen of andere lichten aan.
279
5