Parkeerrem
De parkeerrem kan automatisch of
handmatig worden geactiveerd en
gedeactiveerd. In de automatische
modus kan de parkeerrem automa-
tisch worden geactiveerd of gede-
activeerd overeenkomstig de
bediening van de selectiehendel.
Zelfs in de automatische modus
kan de parkeerrem handmatig wor-
den geactiveerd of gedeactiveerd.
Bedieningsinstructies
■
Gebruik van de handmatige
modus
De parkeerrem kan handmatig worden
geactiveerd en gedeactiveerd.
A
Waarschuwingslampje parkeerrem
B
Controlelampje parkeerremschake-
laar
1
Trek aan de schakelaar om de par-
keerrem te activeren.
Het waarschuwingslampje van de parkeer-
rem en het controlelampje op de parkeer-
remschakelaar gaan branden.
5-2. Rijprocedures
Houd de parkeerremschakelaar omhoog
getrokken als u in geval van nood de par-
keerrem tijdens het rijden moet bedienen.
2
Druk op de schakelaar om de par-
keerrem te deactiveren.
• Bedien de parkeerremschakelaar terwijl u
het rempedaal intrapt.
• Met de functie voor het automatisch deac-
tiveren van de parkeerrem kan de par-
keerrem worden gedeactiveerd door het
gaspedaal in te trappen. Trap bij gebruik
van deze functie het gaspedaal langzaam
in. (Blz.260)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem en het controlelampje op de
parkeerremschakelaar doven.
Als het waarschuwingslampje van de
parkeerrem en het controlelampje op
de parkeerremschakelaar knipperen,
bedien de schakelaar dan nogmaals.
(Blz.455)
■
Inschakelen van de automatische
modus
Houd bij stilstaande auto de parkeer-
remschakelaar omhoog getrokken tot-
dat er een zoemer klinkt en een mel-
ding wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
Als de automatische modus wordt inge-
schakeld, werkt de parkeerrem als
volgt.
259
5