WAARSCHUWING
●
Laat kinderen niet in de bagageruimte
komen.
●
Bedien de achterstoel niet wanneer
deze bezet is.
●
Let op dat tijdens het bedienen uw han-
den of voeten niet klem komen te zitten
tussen de bewegende onderdelen van
de stoelen.
●
Laat de stoel niet bedienen door kinde-
ren.
■
Nadat de rugleuning van de achter-
stoel rechtop is gezet
●
Controleer of de rugleuning goed ver-
grendeld is door de rugleuning voorzich-
tig naar voren en naar achteren te druk-
ken.
Als de rugleuning niet goed vergrendeld
is, is de rode markering zichtbaar. Zorg
dat het rode merkteken niet zichtbaar is.
●
Controleer of de veiligheidsgordels niet
gedraaid zijn of vastzitten in de rugleu-
ning.
4-3. Verstellen van de stoelen
Hoofdsteunen
Alle zitplaatsen zijn voorzien van
een hoofdsteun.
WAARSCHUWING
■
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van de hoofdsteunen
Neem met betrekking tot de hoofdsteunen
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
●
Plaats de hoofdsteunen altijd op de bij-
behorende stoel.
●
Stel de hoofdsteunen altijd goed af.
●
Druk de hoofdsteunen na het plaatsen
naar beneden om te controleren of ze
goed vergrendeld zijn.
●
Rijd nooit zonder hoofdsteunen.
Afstellen in verticale richting
■
Voorstoelen
1
Omhoog
Trek de hoofdsteun omhoog.
2
Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en houd daarbij
A
de ontgrendelknop
221
ingedrukt.
4