134
2-2. Laden
WAARSCHUWING
■
Tijdens laden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval ver-
oorzaken, waardoor dodelijk of ernstig let-
sel kan ontstaan.
●
Sluit de laadkabel aan op een voedings-
bron die geschikt is voor het laden.
(Blz. 120)
●
Controleer of de AC-laadkabel, de stek-
ker en de contactdoos vrij zijn van ver-
ontreinigingen.
●
Controleer vóór het laden of het AC-
laadcontact niet vervormd, beschadigd
of gecorrodeerd is en of het laadcontact
vrij is van verontreinigingen zoals vuil,
sneeuw en ijs.
Als er vuil of stof in zit, verwijder dit dan
volledig voordat u de laadstekker erin
steekt.
●
Zorg ervoor dat het gedeelte rond de
aansluitingen vrij is van vuil en stof
voordat u de laadstekker in de lader
steekt. Als er vuil of stof in zit, verwijder
dit dan volledig voordat u de laadstekker
erin steekt.
●
Zorg ervoor dat de aansluitingen van
het AC-laadcontact niet nat worden.
●
Gebruik alleen contactdozen waarin de
stekker goed aangesloten kan worden.
●
Bundel de AC-laadkabel niet tijdens het
laden en wikkel hem niet op omdat dit
kan leiden tot oververhitting.
●
Raak de aansluitingen van de laadstek-
ker en het AC-laadcontact niet aan met
scherpe metalen voorwerpen (naalden,
enz.) of de hand en veroorzaak geen
kortsluiting met vreemde voorwerpen.
●
Als het laden buiten plaatsvindt, contro-
leer dan of de contactdoos waterdicht is
en voor gebruik buitenshuis geschikt is.
Zorg ervoor dat de waterdichte kap
helemaal gesloten kan worden. Als de
waterdichte kap niet gesloten kan wor-
den, plaats dan een waterdichte kap die
wel gesloten kan worden.
●
Volg de aanwijzingen van de lader om
te stoppen met laden bij het laadstation.
●
Als u tijdens het laden hitte, rook, geu-
ren, geluiden of andere afwijkingen con-
stateert, stop dan onmiddellijk met
laden.
●
Steek de stekker niet in de contactdoos
als die is ondergedompeld in water of
sneeuw.
●
Sluit de stekker niet aan en neem hem
niet los als u handen nat zijn tijdens het
laden terwijl het regent of sneeuwt. Zorg
er ook voor dat de stekker en het laad-
contact niet nat worden.
●
Laad de auto niet tijdens onweer.
●
Zorg ervoor dat de AC-laadkabel niet
klem komt te zitten tussen een portier of
de achterklep.
●
Zorg ervoor dat de AC-laadkabel, de
stekker, de laadstekker en het CCID
(Charging Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat laadsysteem)
niet onder een wiel zitten.
●
Steek de stekker goed in de contact-
doos.
●
Gebruik geen verlengkabel of verloop-
stekker.
●
Sluit de motorkap voordat u het laadsys-
teem gebruikt.
De koelventilator kan plotseling gaan
draaien. Als u bewegende delen zoals
de ventilator aanraakt of erbij in de buurt
komt, kunnen uw handen of kleren (met
name een stropdas of sjaal) vast komen
te zitten, hetgeen tot ernstig letsel kan
leiden.
●
Controleer, nadat u de laadkabel hebt
aangesloten, of deze niet ergens
omheen gewikkeld is.
●
Als het controlelampje Power op het
CCID (Charging Circuit Interrupting
Device, onderbrekingsapparaat laad-
systeem) niet gaat branden nadat de
AC-laadkabel in het laadcontact is
gestoken, haal hem er dan onmiddellijk
uit.