398
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Controleren en bijvullen van
motorolie
Controleer het oliepeil met behulp van
de peilstok bij bedrijfswarme, afgezette
motor.
■
Controle van motorolie
1
Plaats de auto op een horizontale
ondergrond. Wacht, nadat de motor
op bedrijfstemperatuur is gekomen
en het hybridesysteem is uitgescha-
keld, minstens 5 minuten om de olie
de gelegenheid te geven naar het
carter terug te stromen.
2
Trek de peilstok uit de motor terwijl
u een doek onder het uiteinde
houdt.
3
Veeg de peilstok met een schone
doek af.
4
Steek de peilstok weer volledig in
de motor.
5
Trek de peilstok uit de motor en
controleer het oliepeil terwijl u een
doek onder het uiteinde houdt.
A
Laag
B
Normaal
C
Te hoog
De vorm van de peilstok is afhankelijk van
de uitvoering van de auto en het motortype.
6
Veeg de peilstok af en steek deze
helemaal terug in de houder.
■
Oliesoort controleren en beno-
digdheden klaarleggen
Controleer welke kwaliteit motorolie
wordt voorgeschreven en leg de beno-
digdheden voor het bijvullen klaar.
Keuze motorolie
Blz. 491
Oliehoeveelheid (minimaal maxi-
maal)
1,5 l (1,6 qt., 1,3 Imp.qt.)
Voorwerp
Schone trechter
■
Motorolie bijvullen
Als het oliepeil onder het onderste
merkteken of er net boven ligt, moet u
olie bijvullen van het type zoals hierna
is vermeld, of van hetzelfde type als
waarmee de motor eerder werd gevuld.