410
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■
De initialisatieprocedure
●
Als u het contact tijdens de initialisatie per
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de initialisatie weer te starten,
omdat de initialisatie automatisch wordt
herstart wanneer het contact de volgende
keer AAN wordt gezet.
●
Als u per ongeluk de initialisatie uitvoert
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer de initialisatie
opnieuw uit.
●
Als tijdens het bepalen van de positie van
elke band, waarbij de bandenspanningen
niet worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay, de spanning in een band
daalt, gaat het waarschuwingslampje lage
bandenspanning branden.
■
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem niet goed is geïnitiali-
seerd
●
In de onderstaande situaties duurt het vol-
tooien van de initialisatie mogelijk langer
dan gebruikelijk of is initialisatie niet moge-
lijk. Normaliter duurt de initialisatie onge-
veer 30 minuten.
• Er wordt niet gereden met een snelheid
van ongeveer 40 km/h of hoger
• Er wordt gereden op een onverharde weg
• Er wordt gereden in de buurt van andere
auto's en het systeem herkent de banden-
spanningssensoren en -zenders van uw
auto niet tussen die van andere auto's.
• Als er met de auto in druk verkeer wordt
gereden of in een andere situatie waarbij
andere auto's vlakbij u rijden, duurt het
mogelijk een poosje voordat het systeem
de bandenspanningssensoren en -zenders
van uw auto herkent.
●
Parkeer de auto op een veilige plaats
gedurende ongeveer 20 minuten als de ini-
tialisatie na 1 uur of langer rijden niet is
voltooid en rijd vervolgens nogmaals met
de auto.
●
Als er tijdens de initialisatie achteruit gere-
den wordt, worden de gegevens tot dat
punt gereset. Herhaal de initialisatieproce-
dure in dat geval vanaf het begin.
●
In de volgende situaties wordt de initialisa-
tie niet gestart of is de initialisatie niet goed
voltooid en werkt het systeem niet goed.
Voer de initialisatieprocedure nogmaals
uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning niet 3 keer knippert wanneer
wordt geprobeerd om de initialisatie te
starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de initialisatie gedu-
rende ongeveer 20 minuten met de auto is
gereden.
Neem contact op met een Suzuki-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats als de initiali-
satie niet kan worden voltooid na het uitvoe-
ren van de bovenstaande procedure.
WAARSCHUWING
■
Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Initialiseer het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem niet voordat de banden
op de voorgeschreven spanning zijn
gebracht. Anders kan het voorkomen dat
het waarschuwingslampje voor de lage
bandenspanning niet gaat branden terwijl
de bandenspanning te laag is, of wel gaat
branden terwijl de bandenspanning in orde
is.
Registreren van identificatieco-
des
Elke bandenspanningssensor en -zen-
der is voorzien van een unieke identifi-
catiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren.
Ga als volgt te werk bij het registreren
van de identificatiecodes:
1
Parkeer de auto op een veilige
plaats gedurende ongeveer 20
minuten en start daarna het hybri-
desysteem.