●
Als de voorligger binnen 3 seconden nadat
uw auto is gestopt begint te rijden, wordt
het rijden met de volgregeling hervat.
■
Automatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●
De VSC is geactiveerd.
●
De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●
Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●
De sensor kan niet goed signaleren omdat
hij ergens door bedekt is.
●
Wanneer de remregeling of de begren-
zingsregeling voor het vermogen van een
ondersteunend systeem in werking is.
(Bijvoorbeeld: Pre-Crash Safety-systeem,
wegrijregeling)
●
De parkeerrem is geactiveerd.
●
De auto wordt door het systeem stilgezet
op een steile helling.
●
Als de auto door het systeem is stilgezet,
wordt het volgen van de voorligger in de
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgor-
del.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilge-
staan.
Als de afstandsregelmodus om een andere
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem con-
tact op met een Suzuki-dealer of een gekwa-
lificeerde werkplaats.
■
Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt
automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
●
Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●
Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
30 km/h.
●
De VSC is geactiveerd.
●
De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●
Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●
Wanneer de remregeling of de begren-
zingsregeling voor het vermogen van een
ondersteunend systeem in werking is.
(Bijvoorbeeld: Pre-Crash Safety-systeem,
wegrijregeling)
●
De parkeerrem is geactiveerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus om
een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt,
kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een Suzuki-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
■
Situaties waarin de functie voor verla-
ging van de bochtensnelheid mogelijk
niet werkt
In situaties zoals de onderstaande, werkt de
functie voor verlaging van de bochtensnel-
heid mogelijk niet:
●
Wanneer met de auto in een flauwe bocht
wordt gereden
●
Wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt
●
Wanneer met de auto in een zeer korte
bocht wordt gereden
■
De Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist werkt mogelijk niet
goed wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met Road
Sign Assist werkt mogelijk niet goed in situa-
ties waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt
of niet goed signaleert (Blz.305). Contro-
leer daarom, wanneer u deze functie
gebruikt, het weergegeven verkeersbord met
de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de inge-
stelde snelheid mogelijk niet gewijzigd in de
herkende snelheidslimiet door het ingedrukt
houden van de schakelaar +RES/-SET:
●
Als er geen informatie over de snelheidsli-
miet beschikbaar is
●
Wanneer de herkende snelheidslimiet
gelijk is aan de ingestelde snelheid
●
Wanneer de herkende snelheidslimiet bui-
ten het snelheidsbereik van het Dynamic
Radar Cruise Control-systeem ligt
■
Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar
zijn en de reactie van het rempedaal kan ver-
anderen, maar dit duidt niet op een storing.
315
5